Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 september 1998
gepubliceerd op 02 oktober 1998

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 juni 1994 tot het instellen van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
1998016263
pub.
02/10/1998
prom.
13/09/1998
ELI
eli/besluit/1998/09/13/1998016263/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 SEPTEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 juni 1994 tot het instellen van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 12 april 1957 waarbij de Koning ertoe gemachtigd wordt maatregelen voor te schrijven ter bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee, gewijzigd bij de wetten van 23 februari 1971 en 18 juli 1973;

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983 en 29 december 1990;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 juni 1994 tot het instellen van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 december 1994, 4 mei 1995, 4 augustus 1996 en 2 december 1996;

Gelet op de Verordening (EEG) nr. 3760/92 van de Raad van 20 december 1992 tot invoering van een communautaire regeling voor de visserij en de aquacultuur, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1181/98 van de Raad van 4 juni 1998;

Gelet op de Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid, gewijzigd bij Verordeningen (EG) van de Raad nr. 2870/95 van 8 december 1995, bij Verordening (EG) nr. 2489/96 van de Raad van 20 december 1996 en bij Verordening (EG) nr. 686/97 van de Raad van 14 april 1997;

Gelet op de Verordening (EG) nr. 3690/93 van de Raad van 20 december 1993 tot invoering van een communautair stelsel van regels voor de minimuminformatie die visvergunningen moeten bevatten;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de noodzaak om onverwijld een maatregel te nemen in het kader van de verlening en het beheer van de visvergunningen en de regeling van de bijzondere visserijrechten van onderdanen van andere lid-staten binnen de Belgische kustwateren voortvloeit uit het feit dat enerzijds bijkomende maatregelen nodig zijn voor de naleving van de meerjarige oriëntatieprogramma's en dat anderzijds bijkomende verduidelijking nodig is inzake de visserij in de kustwateren;

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 8 van het koninklijk besluit van 21 juni 1994 tot het instellen van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, gewijzigd bij koninklijk besluit van 4 augustus 1996, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 8.Indien de eigenaar van een vissersvaartuig waarvoor een visvergunning werd afgeleverd, dit vissersvaartuig vervangt door een nieuwgebouwd vissersvaartuig, dan mag het motorvermogen van het nieuwgebouwd vissersvaartuig niet hoger zijn dan het onttrokken motorvermogen van het te vervangen vissersvaartuig uitgedrukt in kW. Daarenboven mag de brutotonnenmaat van een nieuwgebouwd vissersvaartuig dat uitgerust is met de boomkor, niet groter zijn dan 0,44 vermenigvuldigd met het onttrokken motorvermogen van het te vervangen vissersvaartuig uitgedrukt in kW. Bij aangroei van de brutotonnenmaat kan de Minister die de landbouw onder zijn bevoegdheid heeft, na advies gevraagd te hebben aan de Overlegcommissie, over de eventuele toegenomen visserijcapaciteit, de visserij-inspanning van het nieuwgebouwd vissersvaartuig beperken tot de visserij-inspanning van het te vervangen vissersvaartuig;

In geen geval mag het nieuwgebouwd vissersvaartuig bedoeld in het vorige lid een brutotonnenmaat hebben die hoger is dan 385 BT, een motorvermogen dat hoger is dan 883 kW en een lengte over alles die groter is dan 38 meter;

Het gedeelte van het motorvermogen en/of de brutotonnenmaat dat niet kan benut worden door de bouwheer bedoeld in de vorige leden, komt ter beschikking van de Dienst. »

Art. 2.Artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 december 1994 en 4 augustus 1996, wordt opgeheven.

Art. 3.Artikel 19 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 4 mei 1995, wordt aangevuld met een derde lid, luidend als volgt : « De bijzondere visserijrechten van onderdanen van andere lid-staten binnen de Belgische kustwateren worden bepaald door de rechtstreekse toepasbaarheid van de bepalingen van artikel 6, lid 2 van Verordening (EEG) nr. 3760/92 van de Raad van 20 december 1992 in binding met de bijlage I van deze verordening. »

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

De aanvragen voor samenvoeging van motorvermogens en/of visvergunningen ingediend door de eigenaars van vissersvaartuigen binnen een periode van dertig werkdagen vóór de dag van de inwerkingtreding van dit besluit, komen niet meer in aanmerking voor samenvoeging.

Art. 5.Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 september 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN

^