Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 november 2008
gepubliceerd op 18 december 2008

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de aanvullende vergoeding toegekend in het kader van de carrièreplanning

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2008013542
pub.
18/12/2008
prom.
13/11/2008
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 NOVEMBER 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de aanvullende vergoeding toegekend in het kader van de carrièreplanning (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de aanvullende vergoeding toegekend in het kader van de carrièreplanning.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 november 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en van Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 2006 Aanvullende vergoeding toegekend in het kader van de carrièreplanning (Overeenkomst geregistreerd op 13 april 2006 onder het nummer 79437/CO/318.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, gesubsidieerd door het Waalse Gewest, door de Duitstalige Gemeenschap en door de Franse en Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap. § 2. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, moet onder "werknemer" worden verstaan : het personeel voor gezinshulp, huishoudhulp, thuisoppas, oppas voor zieke kinderen, arbeiders of bedienden, mannen of vrouwen, evenals de polyvalente arbeiders, mannelijk of vrouwelijk. § 3. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst moet eveneens onder "carrièreplanning" verstaan worden : - het systeem van tijdskrediet, loopbaanvermindering en halftijdse vermindering van arbeidsprestaties, ingevoerd door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001, gesloten in de Nationale Arbeidsraad; - de beroepsloopbaanonderbreking en de vermindering van de prestaties, ingevoerd door afdeling 5 van de herstelwet houdende de sociale bepalingen van 22 januari 1985 (Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985); - de systemen die later zijn ingevoerd door het federale Ministerie van Werk, die de hierboven beschreven systemen van loopbaanonderbreking vervangen, wijzigen of aanvullen. HOOFDSTUK II. - Voorwaarden

Art. 2.§ 1. Iedere werknemer bedoeld in artikel 1, § 2 kan een aanvullende vergoeding genieten op de uitkering toegekend in het kader van de carrièreplanning, als hij beantwoordt aan de voorwaarden bepaald door dit artikel. § 2. De werknemer van minstens 50 jaar, 3/4-tijds of meer tewerkgesteld, heeft recht op de aanvullende vergoeding als hij een uitkering ontvangt in het kader van de carrièreplanning krachtens een van de reglementeringen opgesomd in artikel 1, § 3, door zijn prestaties halftijds te verminderen. HOOFDSTUK III. - Doel

Art. 3.Door het sluiten van deze overeenkomst wensen de sociale partners een aanvullende vergoeding toe te kennen in het kader van de carrièreplanning ten gunste van de werknemers die op het einde van hun loopbaan zijn. De financiering en de storting van deze uitkering zal gebeuren door het sociaal fonds van het paritair subcomité. HOOFDSTUK IV. - Bedrag van de vergoeding

Art. 4.§ 1. Het bedrag van de aanvullende vergoeding, ten laste genomen door het sociaal fonds bedraag 36,34 EUR bruto per maand (index van de maand mei 2002) carrièreplanning, per rechthebbende werknemer die voltijds tewerkgesteld was voor de arbeidsduurvermindering.

Dit bedrag wordt verminderd tot 75 pct., hetzij 27,26 EUR bruto per maand (met de index van de maand mei 2002) als de rechthebbende werknemer minder dan voltijds tewerkgesteld was vóór de arbeidsduurvermindering. § 2. Het bedrag van de aanvullende vergoeding wordt gekoppeld aan de indexering van de werkloosheidsuitkeringen, zoals bepaald in de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee moet rekening worden gehouden bij de berekening van bepaalde bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. De herziening van dit bedrag zal op hetzelfde ogenblik gebeuren. HOOFDSTUK V. - Procedure

Art. 5.§ 1. Het sociaal fonds stelt een standaard aanvraagformulier op voor een aanvullende vergoeding. Een kopie van de beslissing tot aanvaarding van de carrièreplanning moet bij het formulier gevoegd worden. § 2. Elke werkgever bedoeld in artikel 1, moet zijn werknemer die aan de voorwaarden, bepaald in artikel 2, § 2, een aanvraagformulier voor aanvullende vergoeding bezorgen, vanaf het moment waarop de werknemer hem inlicht dat de Directeur van het tewerkstellingsbureau van de RVA zijn aanvraag tot carrièreplanning aanvaardt. § 3. De werknemer in carrièreplanning stuurt het secretariaat van het sociaal fonds het vervolledigd formulier op. § 4. Na controle stort het secretariaat van het sociaalfonds de aanvragen maandelijks de vergoeding voor carrièreplanning, bedoeld in artikel 4. De duur van de stortingen zal gelijk zijn aan de duur van de carrièreplanning, toegestaan door de RVA. § 5. De procedure bedoeld in §§ 1 tot 4 moet gevold worden bij elke vernieuwing of verlenging van de loopbaanonderbreking. § 6. Elke werknemer die in het systeem stapt tijdens de duur van de collectieve arbeidsovereenkomst, zal de aanvullende vergoeding genieten tot de pensioenleeftijd, voor zover hij blijft beantwoorden aan de voorwaarden opgenomen in deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 6.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 oktober 2005 en wordt gesloten voor onbepaalde duur. Deze collectieve arbeidsovereenkomst herroept en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de aanvullende vergoeding, toegekend in het kader van de carrièreplanning, gesloten op 20 februari 2006 en geregistreerd onder het nummer 78948. § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan door een van de ondertekenende partijen worden opgezegd, mits een opzeggingstermijn wordt nageleefd van 3 maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 november 2008.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

^