Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 maart 2011
gepubliceerd op 07 april 2011

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 oktober 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de pluimveeslachterijen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2011012015
pub.
07/04/2011
prom.
13/03/2011
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 MAART 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 oktober 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de pluimveeslachterijen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 oktober 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de pluimveeslachterijen.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 maart 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 oktober 2010 Loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de pluimveeslachterijen (Overeenkomst geregistreerd op 25 november 2010 onder het nummer 102423/CO/118) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de pluimveeslachterijen.

Met « arbeiders » worden bedoeld : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders. HOOFDSTUK II. - Classificatie

Art. 2.De arbeiders worden in drie categorieën ingedeeld : Categorie I : - ophangen na « chiller »; - nekvel opensnijden, losmaken en afsnijden; - naplukken; - openmaken, ontleveren, ontharten, magen en darmen afsnijden; - maag insteken en inpakken; - op sorteermachines leggen; - inpakken; - stikken van dozen; - versnijden + inpakken; - frigowerk (normaal).

Categorie II : - aanhangen; - laden en lossen; - doden; - ontdarmen; - kroppen, trekken en longen zuigen; - frigowerk (diepvries).

Categorie III : - ophalen van kippen; - chauffeur; - mecanicien. HOOFDSTUK III. - Uurlonen

Art. 3.Op 1 januari 2009 gelden volgende minimumuurlonen voor de arbeiders die geen zes maanden anciënniteit in de onderneming tellen, ongeacht hun leeftijd :

38 heures/semaine

38 uren/week

Catégorie I

11,03 EUR

Categorie I

11,03 EUR

Catégorie II

11,47 EUR

Categorie II

11,47 EUR

Catégorie III

12,24 EUR

Categorie III

12,24 EUR


Art. 4.Op 1 januari 2009 gelden volgende minimumuurlonen voor de arbeiders die zes maanden anciënniteit in de onderneming tellen, ongeacht hun leeftijd :

38 heures/semaine

38 uren/week

Catégorie I

11,41 EUR

Categorie I

11,41 EUR

Catégorie II

11,85 EUR

Categorie II

11,85 EUR

Catégorie III

12,69 EUR

Categorie III

12,69 EUR


Art. 5.§ 1. Op 1 januari 2010 worden de minimumuurlonen vermeld in artikel 3 en 4 na indexering verhoogd met 0,08 EUR. § 2. Ondernemingen kunnen de toepassing van de in dit artikel bepaalde verhoging van de minimumuurlonen in hun onderneming uitstellen tot 1 januari 2011 door middel van een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak gesloten uiterlijk op 30 juni 2009.

Art. 6.Op 1 juli 2010 worden de minimum uurlonen vermeld in artikelen 3 en 4 voor een tweede keer verhoogd met 0,08 EUR na eventuele indexering.

Art. 7.De voorwaarde van zes maanden anciënniteit is ingevuld op de dag dat de som van alle tewerkstellingsperiodes, al dan niet onderbroken, bij eenzelfde werkgever in de loop van de laatste twee jaar minstens zes maanden bedraagt.

Onder tewerkstellingsperiodes dient men te verstaan de periodes gedekt door : - alle arbeidsovereenkomsten, van welke aard ook, zelfs al wordt de uitvoering ervan geschorst; en/of - een interimovereenkomst.

Commentaar bij artikel 7 De partijen komen overeen dat deze periode van zes maanden opgebouwd kan worden door al dan niet onderbroken tewerkstellingsperiodes bij dezelfde werkgever in een referentieperiode van twee jaar. Eens deze voorwaarde van zes maanden is gerealiseerd, is die verworven voor alle latere periodes van tewerkstelling bij deze werkgever.

Art. 8.In afwijking op artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor arbeiders tewerkgesteld met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten zoals bepaald in titel VII van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten volgende minimumlonen, uitgedrukt als een percentage van de in artikel 3 vermelde minimumlonen :

Age

Pourcentage

Leeftijd

Percentage

18 ans et plus

90

18 jaar en ouder

90

17 ans

80

17 jaar

80

16 ans

70

16 jaar

70

15 ans

60

15 jaar

60


Commentaar bij artikel 8 Deze minimumuurlonen van de jongere werklieden, tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst voor studenten zoals bepaald in titel VII van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, werden vastgelegd rekening houdend met de opleidingsperiode van toepassing op jonge arbeiders en het vergemakkelijken van de integratie van jongeren op de arbeidsmarkt. HOOFDSTUK IV. - Koppeling van de uurlonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 9.De bij deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde minimumuurlonen en de aanwezigheidspremie vastgesteld bij artikel 14, worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2009 tot koppeling van de lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid. HOOFDSTUK V. - Premie voor nachtarbeid

Art. 10.De nacht omvat een periode van 8 uren die, behalve wanneer het anders voorzien wordt in het arbeidsreglement, loopt van 22 tot 6 uur.

Art. 11.De nachtarbeid geeft recht op een uurtoeslag van 20 pct. HOOFDSTUK VI. - Premie voor ploegenarbeid

Art. 12.Een premie gelijk aan een uurtoeslag van 10 pct. wordt toegekend voor de arbeid geleverd : - in de morgenploeg, in zover deze opeenvolgend en afwisselend is; - in de namiddagploeg.

Een premie gelijk aan een uurtoeslag van 0,41 EUR wordt toegekend voor de arbeid geleverd in de morgenploeg voor zover deze niet opeenvolgend en afwisselend is.

Deze uurtoeslag wordt op 1 januari 2010 gebracht op 0,43 EUR. Behalve wanneer het anders voorzien wordt in het arbeidsreglement, zijn de arbeidsuren van de ploegen als volgt vastgesteld : - voor de morgenploeg : van 6 tot 14 uur; - voor de namiddagploeg : van 14 tot 22 uur.

Deze toeslagen kunnen niet met de in artikel 11 voorziene premie voor nachtarbeid gecumuleerd worden. HOOFDSTUK VII. - Koudepremie

Art. 13.De arbeiders die gewoonlijk in koelkamers of vrachtwagens tewerkgesteld worden, hebben recht op een toeslag van : - 5 pct. wanneer de temperatuur in deze kamers of vrachtwagens lager ligt dan 5 graden Celsius; - 10 pct. in de koelkamers of vrachtwagens voor diepgevroren producten. HOOFDSTUK VIII. - Aanwezigheidspremie

Art. 14.Een minimum aanwezigheidspremie van 0,36 EUR per uur wordt per betaalperiode betaald aan de arbeiders van categorie I, op voorwaarde noch gewettigd noch ongewettigd afwezig te zijn geweest gedurende de beschouwde betaalperiode, behalve voor jaarlijkse vakantie, klein verlet, arbeidsongevallen, syndicale vorming, werkloosheid of feestdagen. HOOFDSTUK IX. - Geldigheid

Art. 15.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 29 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de pluimveeslachterijen (registratienummer 94963/CO/118).

Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2009 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2010. Nadien wordt zij stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar, behoudens opzegging door één der partijen uiterlijk drie maanden vóór het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid.

Gunstigere regelingen die vóór de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst bestonden, blijven behouden.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 maart 2011.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^