Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 maart 1998
gepubliceerd op 02 april 1998

Koninklijk besluit tot goedkeuring van de overeenkomst tot invoering van een bedrijfsplan tot herverdeling van de arbeid bij De Post en tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 april 1995 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen van de statutaire personeelsleden van de overheidsbedrijven. - Addendum

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur en ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1998014075
pub.
02/04/1998
prom.
13/03/1998
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR EN MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID


13 MAART 1998. Koninklijk besluit tot goedkeuring van de overeenkomst tot invoering van een bedrijfsplan tot herverdeling van de arbeid bij De Post en tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 april 1995 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen van de statutaire personeelsleden van de overheidsbedrijven. - Addendum


Deze publicatie geeft gevolg aan de publicatie van het besluit dat op 19 maart 1998 op bladzijde 7873 in het Belgisch Staatsblad is verschenen.

Overeenkomst ter invoering van een bedrijfsplan tot herverdeling van de arbeid bij De Post Tussen het autonoom overheidsbedrijf De Post, vertegenwoordigd door : de heer Verbeeren, J., bestuurder-directeur en Mevr. Durez, M., bestuurder-directeur, enerzijds en de representatieve vakorganisaties : - de Algemene Centrale der Openbare Diensten (A.C.O.D.), vertegenwoordigd door de heer T. Heremans, algemeen secretaris; - de Centrale Générale des Services Publics (C.G.S.P.), vertegenwoordigd door de heer J.C. Balland, algemeen secretaris; - de Christelijke Vakbond van Communicatiemiddelen en Cultuur (C.V.C.C.), vertegenwoordigd door de heer E. De Naeyer, algemeen secretaris; - het Syndicat Chrétien des Communications et de la Culture (S.C.C.C.), vertegenwoordigd door de heer R. Herbiet, algemeen secretaris; - het Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt/le Syndicat Libre de la Fonction Publique (V.S.O.A./S.L.F.P.), vertegenwoordigd door de heer H. Temmerman, nationale voorzitter, anderzijds, wordt overeengekomen inzake de herverdeling van de arbeid bij De Post : 1. Doel van de overneenkomst : De Post, bij de R.S.Z. ingeschreven onder het nummer 350-6852-07 (nederlandstalig) en 350-2651-97 (franstalig), verbindt zich tot het nemen van de hiernavolgende maatregelen, onder de opschortende voorwaarden van : 1° de goedkeuring bij koninklijk besluit van dit bedrijfsplan, inbegrepen de vervangende aanwervingen; 2° het bekomen van de wettelijk voorziene vermindering van de werkgeversbijdragen voor de R.S.Z. 1.1. Loopbaanonderbreking. 1.1.1. Statutair personeel. 1.1.1.1. Beginselen. a) Het recht op voltijdse loopbaanonderbreking voor alle personeelsleden wordt opgenomen in het statuut van de postambtenaren, meer bepaald het reglement betreffende de verloven. De momenteel voorziene duur van vijf jaar, wordt op zes jaar gebracht bij wijziging van de artikels 2 en 4 van het koninklijk besluit van 7 april 1995 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen aan de statutaire personeelsleden van de overheidsbedrijven. b) De halftijdse loopbaanonderbreking zal ingevoerd worden. 1.1.1.2. Toepassingsbepalingen.

Zijn vastgelegd in het koninklijk besluit van 7 april 1995, met inbegrip van de aanvullende bepalingen zoals deze opgenomen in het koninklijk besluit van 28 februari 1991 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan in de besturen en andere diensten van de ministeries, alsmede de koninklijk besluiten die deze bepalingen wijzigen of vervangen.

Bovendien zal het artikel 9 van het koninklijk besluit van 14 maart 1996 tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen toegepast worden bij De Post. Daardoor zal het personeelslid dat de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt, onder de voorwaarden van het voorgaande artikel 9, bij halftijdse loopbaanonderbreking dezelfde onderbrekingsuitkering ontvangen als het personeelslid met volledige loopbaanonderbreking.

Met deze maatregel wenst De Post de halftijdse arbeid vanaf 50 jaar aan te moedigen zodat enerzijds het aantal in dienst zijnde deeltijdse personeelsleden aangroeit en anderzijds contractuele personeelsleden in vervanging kunnen aangeworven worden. Het aantal personeelsleden van minstens 50 jaar die gebruik zullen maken van deze specifieke maatregel wordt op 400 geschat. 1.1.2. Contractueel personeel. 1.1.2.1. Beginselen.

De personeelsleden tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, met minstens één jaar dienst en op voorwaarde dat er in de arbeidsovereenkomst geen andersluidende bepaling werd opgenomen, hebben recht op de loopbaanonderbreking.

Het contractueel personeel kan zijn overeenkomst voor voltijdse of voor deeltijdse arbeid schorsen of kan zijn voltijdse of minstens driekwart prestaties verminderen tot een halftijdse arbeidsregeling. 1.1.2.2. Toepassingsbepalingen.

Zijn vastgelegd in het koninklijk besluit van 2 januari 1991 (inbegrepen de latere wijzigingen) betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen. 1.1.3. Vervanging.

De personeelsleden met loopbaanonderbreking worden vervangen door contractuelen overeenkomstig de bepalingen van het artikel 9, § 2 van de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector. 1.2. Verlof voorafgaand aan de pensionering (terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheid voorafgaand aan het rustpensioen). 1.2.1. Beginselen.

Zodra in een Eenheid de reorganisatie van de diensten beëindigd is, kunnen statutaire personeelsleden op hun verzoek verlof voorafgaand aan de pensionering (terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheid voorafgaand aan het rustpensioen) bekomen.

Voor de eenheden in herstructurering, in overleg met de syndicale organisaties te bepalen, zullen de sociale begeleidingsmodaliteiten met de vakverenigingen worden onderhandeld. 1.2.2. Toepassingsbepalingen. a) In vast verband benoemd zijn;b) Minstens 57 jaar oud zijn;c) Dertig dienstjaren tellen die in aanmerking kunnen worden genomen voor de toekenning van een pensioen in de openbare sector;d) Titularissen van een onvolledige dienst hebben ook recht op het verlof voorafgaand aan het rustpensioen;e) De ambtshalve pensionering volgt op de eerste dag van de maand volgend op de 60e verjaardag;f) De rechten op weddeverhoging blijven behouden;g) Geen enkele winstgevende activiteit mag door het personeelslid worden uitgevoerd tijdens deze periode;h) Het personeelslid dient zijn tegoed aan verlof en/of rust aan te zuiveren vóór de aanvang van het verlof voorafgaand aan de pensionering of er uitdrukkelijk aan te verzaken;i) De periode van het verlof voorafgaand aan de pensionering kan slechts aanvangen op 1 juli 1998, 1 februari 1999, 1 juli 1999 en 1 januari 2000; j) Inhoudingen : Wat de personeelsleden betreft is het wachtgeld onderworpen aan een inhouding voor de R.S.Z. en aan een bijdrage voor het Fonds voor Overlevingspensioenen, aan de bedrijfsvoorheffing, alsook aan de bijzondere inhouding voor de sociale zekerheid. De bedrijfsvoorheffing zal bepaald worden volgens de fiscale schaal van toepassing op de pensioenen; k) Verkeersvoordelen : Het personeelslid met verlof voorafgaand aan de pensionering, wordt beschouwd als zijnde gepensioneerd;l. Vergoedingen en toelagen : De haard- of standplaatstoelage wordt niet toegekend. Het vakantiegeld vervalt.

De eindejaarstoelage wordt verder uitbetaald. 1.2.3. Wachtgeld. a) Het wachtgeld bij volledige of gelijkgestelde prestaties : Het wachtgeld betaald gedurende het verlof voorafgaand aan de pensionering wordt op dezelfde wijze berekend als een rustpensioen, met dit verschil evenwel dat hier de laatste wedde voor volledige prestaties in aanmerking wordt genomen en dat met de tijdsbonificatie voor de behaalde diploma's geen rekening wordt gehouden. Het wachtgeld voor alle personeelsleden met volledige prestaties moet minstens 70 % van de laatste brutowedde voor volledige prestaties bedragen. Het mag echter de 75 % niet overschrijden.

Het wachtgeld zal ook minstens 70 % van de laatste brutowedde voor volledige prestaties bedragen als er voor de berekening van het rustpensioen dertig of meer volledige dienstjaren verworven zijn door het personeelslid. b) Het wachtgeld bij een loopbaan met onvolledige prestaties : Het betreft die personeelsleden die voor de berekening van het rustpensioen geen dertig volledige dienstjaren tellen. Hier wordt het koninklijk besluit nr. 206 van 29 augustus 1983 tot regeling van de berekening van het pensioen van de openbare sector voor diensten met onvolledige opdracht toegepast.

Hierbij wordt het percentage van 70 % voorzien voor het wachtgeld, evenredig verminderd volgens de verhouding : Werkelijk gepresteerde diensten/Dezelfde diensten met volledige prestaties De Post zal eenzelfde evenredige vermindering van het wachtgeld toepassen voor de berekening van het wachtgeld voor personeelsleden met : - loopbaanonderbreking die niet in aanmerking komt voor de pensioenberekening; - verlof wegens persoonlijke aangelegenheid; - disponibiliteit wegens persoonlijke aangelegenheid; - non-activiteit of verlof voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid. 1.2.4. Vervanging.

Tijdens de toepassingsperiode van het bedrijfsplan verbindt De Post zich om 200 contractuele personeelsleden aan te werven ter compensatie van de personeelsleden die met verlof voorafgaand aan de pensionering vertrekken, zoals bepaald in het punt 1.1.3.

De vervangingen mogen ook gebeuren door de aanwering van twee contractuelen tewerkgesteld voor dezelfde totale duur als het personeelslid dat verlof voorafgaand aan de pensionering bekomt. 1.3. Vrijwillige deeltijdse arbeid.

In het kader van haar globaal beleid inzake de herverdeling van de arbeid, heeft De Post beslist de deeltijdse arbeid aan te moedigen en te bevorderen om het aantal tewerkgestelde personeelsleden in het bedrijf te verhogen. 1.3.1. Uitbreiding van de mogelijkheden.

Buiten de reeds bestaande systemen van verminderde prestaties voor de helft of drie vierden, zullen de statutaire personeelsleden (met uitzondering van de stagiairs) en het contractueel personeel aangeworven voor onbepaalde duur (uitgezonderd tegenstrijdige contractuele beschikkingen) op eigen verzoek deeltijdse prestaties « vier vijfden », met een weddecomplement, kunnen bekomen zoals voorzien in het artikel 7 van de wet van 10 april 1995.

Naast de vervanging door contractuelen, zullen onvolledige vaste diensten voor statutairen (met deeltijdse prestaties) worden opgericht. 1.3.2. Weddecomplement.

De Post betaalt aan het personeelslid, met deeltijdse arbeid vier vijfden, een weddecomplement van 3 250 BEF (waarop de voorziene inhoudingen worden verricht vermits het integraal deel uitmaakt van de wedde). Dit bedrag is gekoppeld aan de index. 1.3.3. Vervangingen.

Ter compensatie wordt contractueel personeel aangeworven zoals bepaald in punt 1.1.3. 1.4. Beperking van de overuren en compenserende aanwerving.

De nieuwe arbeidsorganisatie bij De Post voorziet de opname in de wekelijkse arbeidsduur van de zaterdagprestaties die vandaag bovenop de wekelijkse arbeidsduur gepresteerd worden. Daardoor wordt de mogelijkheid om overuren te verzamelen voortaan uitgesloten evenals de rechtstreekse betaling van een groot gedeelte van deze overuren.

Daarenboven zal De Post om het belangrijk overschot aan rust en verlof van haar personeelsleden aan te zuiveren, 100 contractuelen aanwerven zoals bepaald in het punt 1.1.3. 2. Financiering. De financiering zal gebeuren door : 2.1. de verhogging van de productiviteit bij elk personeelslid; 2.2. de beperking van het aantal overuren; 2.3. de afschaffing van de betaling van het verdubbeld gedeelte van het loon op zaterdag.

Deze drie maatregelen moeten een jaarlijkse besparing van 1,5 miljard BEF opleveren. 3. Resultaatsverbintenis. De vermindering van het aantal betrekkingen, noodzakelijk om de competitiviteit te verzekeren, zal gemilderd worden door de gevolgen van het bedrijfsplan.

De nettoaangroei van het aantal personeelsleden, als gevolg van de arbeidsherverdelende maatregelen van het bedrijfsplan wordt als volgt bepaald : 3.1. Deeltijdse loopbaanonderbreking : Aantal vervangende aanwervingen : 373 personen. 3.2. Voltijdse loopbaanonderbreking : Aantal vervangende aanwervingen : 560 personen. 3.3. Verlof voorafgaand aan het rustpensioen (terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheid voorafgaand aan de pensionering) : Aantal vervangende aanwervingen : 200 personen. 3.4. Verlof voor verminderde prestaties 4/5e met weddecomplement : Aantal vervangende aanwervingen : 436 personen. 3.5. Compenserende aanwerving.

Aantal betrokken personeelsleden : 100 personen.

Totaal aantal te voorziene aanwervingen voor de verschillende maatregelen : 373 + 560 + 200 + 436 + 100 = 1 669. 4. Geldigheidsduur. De overeenkomst sluit aan bij het akkoord houdende de invoering van het vorige bedrijfsplan, goedgekeurd bij het koninklijk besluit van 10 april 1995 en waarvan de toepassing eindigde op 30 september 1997. Zij treedt in werking op 1 oktober 1997 (in het kader van de geldigheidsduur van Titel IV. - Autonome overheidsbedrijven, van de wet van 10 april 1995, gewijzigd door de wet van 3 december 1997).

De overeenkomst loopt tot en met 31 december 1999.

Voor De Post : (get.) J. Verbeeren, bestuurder-directeur. (get.) M. Durez, bestuurder-directeur.

Voor de vakorganisaties, Voor de C.G.S.P., (get.) J.C. Balland.

Voor het V.S.O.A./S.L.F.P., (get.) E. De Naeyer.

Voor de C.V.C.C., (get.) H. Temmerman.

Voor de A.C.O.D., , (get.) T. Heremans.

Voor de S.C.C.C. (get.) R. Herbiet.

^