Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 juni 2006
gepubliceerd op 26 juni 2006

Koninklijk besluit betreffende de na te leven procedure bij uitzendarbeid in het kader van een erkend tewerkstellingstraject .

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006201932
pub.
26/06/2006
prom.
13/06/2006
ELI
eli/besluit/2006/06/13/2006201932/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 JUNI 2006. - Koninklijk besluit betreffende de na te leven procedure bij uitzendarbeid in het kader van een erkend tewerkstellingstraject (1).


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, inzonderheid op artikel 1, § 7, eerste en tweede lid, ingevoegd bij de wet van 23 december 2005;

Gelet op de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, inzonderheid op artikel 71;

Gelet op het advies nr. 40.157/1 van de Raad van State, gegeven op 20 april 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Voorafgaande kennisgeving van de uitzendarbeid in het kader van een erkend tewerkstellingstraject

Artikel 1.§ 1. Uitzendarbeid in het kader van een erkend tewerkstellingstraject is slechts toegelaten mits voorafgaande kennisgeving daarvan aan de vakbondsafvaardiging van het personeel in de onderneming van de gebruiker.

Deze kennisgeving dient schriftelijk te gebeuren en dient de naam te vermelden van de betrokken uitzendkracht, de periode gedurende dewelke de uitzendarbeid zal worden uitgeoefend, evenals de identificatie van het betrokken tewerkstellingstraject. § 2. Bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging in de onderneming van de gebruiker dient de in § 1 bedoelde voorafgaande kennisgeving te worden gedaan aan het Sociaal Fonds voor de Uitzendkrachten.

In dit geval vermeldt de kennisgeving tevens de naam en het adres van de gebruiker, alsook het nummer van het paritair comité waaronder deze laatste ressorteert.

Art. 2.Een afschrift van de in artikel 1 bedoelde kennisgeving moet, binnen drie werkdagen na de aanvang van de uitzendarbeid in het kader van een erkend tewerkstellingstraject, worden toegezonden aan de bevoegde inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie van het Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. HOOFDSTUK II. - Verlenging van de uitzendarbeid in het kader van een erkend tewerkstellingstraject

Art. 3.De verlenging van de periode van uitzendarbeid in het kader van een erkend tewerkstellingstraject is slechts toegelaten voor zover met betrekking tot die verlenging opnieuw de procedure als bedoeld in hoofdstuk I van dit besluit wordt toegepast. HOOFDSTUK III. - Algemene bepalingen.

Art. 4.Op 1 augustus 2006 treden in werking : 1° artikel 56 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact;2° dit besluit.

Art. 5.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 juni 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 24 juli 1987, Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1987; Wet van 23 december 2005, Belgisch Staatsblad van 30 december 2005.

^