Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 juni 1999
gepubliceerd op 21 juli 1999

Koninklijk besluit houdende de voorwaarden tot vervaardiging, uitgave en verspreiding van de telefoongidsen

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
1999014173
pub.
21/07/1999
prom.
13/06/1999
ELI
eli/besluit/1999/06/13/1999014173/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 JUNI 1999. - Koninklijk besluit houdende de voorwaarden tot vervaardiging, uitgave en verspreiding van de telefoongidsen


VERSLAG AAN DE KONING Sire, De jongste maanden is gebleken dat de reglementering die momenteel inzake de uitgave van telefoongidsen van kracht is, niet meer is aangepast aan de ontwikkelingen in de telecommunicatiewereld - meer bepaald door de toename van het aantal operatoren -, aan de wensen van de meerderheid van onze medeburgers inzake bescherming van hun privé-leven, noch aan de noodzaak om de natuurlijke hulpbronnen efficiënt te beheren.

Derhalve wordt een hervorming voorgesteld van de reglementering die op de vervaardiging, uitgave en verspreiding van telefoongidsen toepasselijk is, waarbij rekening wordt gehouden met de hierboven vermelde bezorgdheid.

De voorwaarden waaronder de telefoongidsen mogen worden uitgegeven, worden daarom aanzienlijk vereenvoudigd. Personen die een telefoongids wensen uit te geven moeten vier weken voor de aanvang van hun activiteit daarvan aangifte doen bij het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie. De operatoren voor spraaktelefonie moeten die uitgevers de eindgebruikergegevens verstrekken tegen billijke, redelijke en niet-discriminerende technische, financiële en commerciële voorwaarden. De enige verplichtingen die op de uitgevers van die gidsen rusten, zijn voorwaarden die erop gericht zijn een evenwichtige behandeling te garanderen van de personen die in die gidsen vermeld staan of aan wie die telefoongidsen worden bezorgd.

Het koninklijk besluit definieert bovendien een bijzondere categorie van telefoongidsen, namelijk de universele telefoongids, waarvoor de uitgever aan bijkomende verplichtingen wordt onderworpen om het universele karakter van die gids te waarborgen.

Die universele telefoongids moet in alfabetische rangschikking alle eindgebruikers per gemeente vermelden, met inbegrip van samenwonenden die de wens hebben geuit om onder hun eigen naam in de gids te worden vermeld.

Wat betreft de regels inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer is het evident dat in de telefoongids enkel maar de naam zal worden vermeld van de personen die dat wensen.

Tot slot wordt eraan herinnerd dat op het stuk van telefoongidsen, artikel 84 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven bepaalt dat de universele dienstverlening de uitgave omvat van de universele telefoongids in zones waar geen enkele uitgever zulk een gids uitgeeft.

Artikelsgewijze commentaar Hoofdstuk I handelt over de verplichtingen waaraan alle uitgevers van telefoongidsen onderworpen zijn.

Artikel 1 bevat een zeker aantal definities, die het onderscheid aangeven tussen de telefoongids en de universele telefoongids. De universele telefoongids wordt gekenmerkt door het feit dat die een alfabetische rangschikking moet bevatten op naam en per gemeente van de eindgebruikers van de telefoondienst.

Deze lijst bevat voor alle operatoren de eindgebruikers van een vaste spraaktelefoondienst die niet de wens hebben uitgedrukt om een geheim nummer te hebben.

Deze laatsten worden in de universele telefoongids opgenomen op het adres van de woonplaats.

De gids bevat enerzijds de gegevens die beperkt zijn tot hetgeen nodig is om een eindgebruiker te identificeren, en anderzijds, de gegevens die beperkt zijn tot hetgeen nodig is om de met de eindgebruikers samenwonende personen te identificeren wanneer die onder de eigen identiteit in de universele telefoongids wensen te worden vermeld.

Aanvullende gegevens kunnen worden vermeld voorzover de abonnee daartoe duidelijk zijn toestemming heeft verleend.

De normale rangschikking van de eindgebruikers is alfabetisch en per gemeente. Toch zullen sommige gevallen waarin de eindgebruikers van eenzelfde instelling bijeen worden gebracht, worden geduld indien deze ertoe strekken het opzoeken in de gids te vergemakkelijken.

De vermelding van de eindgebruikergegevens in de universele telefoongids mag geen aanleiding geven tot een vergoeding die aan die abonnee zou worden aangerekend; hetzelfde geldt voor samenwonenden.

Het spreekt vanzelf dat de toename van de betrokken operatoren voor de uitgevers een probleem vormt dat te wijten is aan de diversiteit van de informatiebronnen; het onderhavige ontwerp staat niet in de weg van een eventuele overeenkomst tussen operatoren om hun respectieve databases te standaardiseren.

Artikel 2 gaat over de inhoud van en de wijze waarop de aangifte moet worden ingediend die door de wet wordt opgelegd aan wie een telefoongids wenst te vervaardigen, verkopen of verspreiden.

Onder die activiteiten wordt ook verstaan elke handeling in verband met taken die erop gericht zijn telefoongidsen te vervaardigen, te verkopen of te verspreiden. Marktverkenning, bijvoorbeeld, die bedoeld is om aankondigingen op te nemen in een telefoongids die in de maak is, wordt beschouwd als een onderdeel van die activiteiten.

De verplichting tot voorafgaande aangifte ten aanzien van dit soort van activiteiten draagt bij tot de bestrijding van zwendelpraktijken, die op dat gebied veel voorkomen.

Dit artikel preciseert de inlichtingen die in deze aangifte moeten worden vermeld, alsmede de voorwaarden waaronder elke wijziging van de oorspronkelijk aangegeven inlichtingen aan het Instituut moet worden meegedeeld. Tot die inlichtingen behoort met name de beschrijving van de zone die zal worden bestreken, de verbintenis om met de ombudsdiensten een protocol af te sluiten en eventueel de definitie van de categorieën van personen die in de gids zullen worden vermeld.

De aangifte vermeldt ook de eventuele verbintenis van de uitgever van de telefoongids om een universele telefoongids te publiceren.

Artikel 3 bepaalt dat alle eindgebruikergegevens die in de telefoongids worden opgenomen, behalve bij instemming van de abonnee, beperkt zullen blijven tot het strikte minimum dat nodig is om de eindgebruiker te kunnen identificeren.

Aangezien dit artikel, onder voorbehoud van het akkoord van de betrokkenen, de verplichting oplegt dat alle eindgebruikers die in een door een telefoongids beoogde categorie of categorieën vallen, daarin worden vermeld, zijn de operatoren verplicht in hun contracten met hun klanten ervoor te zorgen dat zij onder andere vragen naar de categorie of categorieën van vrij beroep of van handels-, industriële of ambachtelijke activiteit die zij uitoefenen.

Deze minimale vermelding is gratis.

De vermeldingen die op verzoek van de abonnee de gegevens bevatten van de samenwonenden zullen ook gratis in de telefoongidsen worden opgenomen.

Het feit dat de persoon die in de betrokken categorie is opgenomen, geen reclamecontract met de uitgever wenst af te sluiten, wordt niet beschouwd als verzet tegen opname in de gids.

Dit artikel schrijft ook voor dat wanneer een gids gratis aan het publiek wordt toegezonden, deze moet worden verstrekt aan alle eindgebruikers die gevestigd zijn in de zone die door die telefoongids wordt bestreken, zonder dat zij die moeten aanvragen.

Niettemin kan de Minister, op voorstel van het BIPT hierop een afwijking toestaan voor gespecialiseerde telefoongidsen die voor een beperkter publiek bestemd zijn. Dit geldt bijvoorbeeld voor sommige professionele telefoongidsen die afgestemd zijn op precieze categorieën van gebruikers en waarvan de verspreiding noodzakelijkerwijs beperkter is dan die van de voor het publiek bestemde reclamegidsen. Men kan ook denken aan publicaties op andere dragers dan papier, zoals CD-roms.

Op te merken valt dat een eindgebruiker, om verspilling tegen te gaan, mag vragen om gratis minder telefoongidsen te ontvangen dan dat hij toegangslijnen heeft.

Artikel 4 verduidelijkt dat elke uitgever die een telefoongids vervaardigt, verkoopt of verspreidt, ongeacht de drager ervan, daarvan gratis drie exemplaren moet verstrekken aan het Instituut bij elke bijwerking, opdat dit laatste zijn taak kan vervullen inzake toezicht op en controle van de sector.

Artikel 5 wordt verklaard door het feit dat de lijsten die door de operatoren aan de uitgevers worden bezorgd de eindgebruikergegevens bevatten van de personen die hebben aanvaard te worden vermeld in de telefoongidsen maar die hebben gevraagd niet te worden opgenomen in de lijsten die voor andere doeleinden worden gebruikt.

Hoofdstuk II organiseert de reglementering die specifiek van toepassing is op uitgevers van universele telefoongidsen.

Artikel 6 stelt een aantal voorwaarden vast die specifiek zijn voor de universele telefoongids. Een uitgever van telefoongidsen moet aan het Instituut de zone opgeven die hij dekt, opdat het Instituut kan nagaan of het hele Rijksgebied wordt bestreken.

Elke telefoongids moet een zone dekken die overeenstemt met één of meer aangrenzende telefoonzones en die ten minste 75 000 adressen bevat.

De universele telefoongids mag niet op een andere drager worden afgedrukt zonder dat die eerst vervaardigd, uitgegeven en verspreid is op een papieren drager, de enige drager die voor het hele publiek toegankelijk is.

De universele telefoongids moet voldoende leesbaar en neutraal zijn ten aanzien van de verschillende telecommunicatieoperatoren.

Er moeten bijvoorbeeld wanverhoudingen worden vermeden tussen de diverse inlichtingen die in de bijlage bij dit besluit vastgelegd zijn en het doel ervan; bovendien moeten ook sommige criteria inzake formaat en reclame worden nageleefd; het staat daarom aan de Minister om de nodige vereisten te verduidelijken opdat de telefoongids zijn universele karakter behoudt.

Artikel 7 verduidelijkt de nadere regels volgens welke de operatoren eventueel kosten mogen aanrekenen voor het beheer van de lijst van de privé-abonnees.

Daar het gaat om een beperking van het principe van het recht op privacy moeten die aangerekende kosten werkelijk worden bewezen; zij worden vooraf ter goedkeuring voorgelegd aan de Minister.

Artikel 8 betreft de veronderstelling dat een uitgever zijn verbintenis om een zone te dekken niet zou nakomen en dat deze zone door geen enkele andere uitgever zou worden gedekt. In dat geval zal het BIPT de gids laten uitgeven ten laste van de in verzuim zijnde uitgever.

De eventuele kosten kunnen worden gedragen door het fonds voor de universele dienstverlening, dat die kosten op de in verzuim zijnde uitgever zal moeten verhalen.

Opdat ervan wordt uitgegaan dat een uitgever een bepaalde zone dekt, moet hij een universele telefoongids uitgeven op papier. Een elektronisch uitgegeven universele telefoongids, bijvoorbeeld in de vorm van een cd-rom of via Internet kan niet worden beschouwd als een gids die een bepaalde zone dekt.

Om te kunnen nagaan of alle zones binnen de voorgeschreven termijnen gedekt zullen zijn, moet de uitgever aan het BIPT zijn jaarlijks programma meedelen.

Artikel 9 schrijft voor dat ten minste om de 15 maanden een nieuwe uitgave van de universele telefoongids moet verschijnen.

Artikel 10 bepaalt dat indien een uitgever van telefoongidsen niet langer een universele telefoongids wenst uit te geven hij, op straffe van verzuim krachtens artikel 7 van dit besluit, dit uiterlijk 6 maanden na de laatste verspreiding van die universele telefoongids moet aangeven bij het BIPT. Die informatie is nodig om ervoor te zorgen dat het hele grondgebied te allen tijde door een universele telefoongids wordt gedekt en, mocht blijken dat een telefoonzone in de toekomst niet meer gedekt zou worden, om het BIPT ertoe in staat te stellen de procedure aan te vatten die moet leiden tot de aanwijzing van een uitgever die de uitgave van de universele telefoongids in de betrokken zone op zich moet nemen.

Momenteel zijn alle zones van het land door de uitgevers van gidsen gedekt. Indien zij niet langer een bepaalde zone willen dekken, moeten zij dit uiterlijk zes maanden na de laatste uitgave van die telefoongids aangeven. In dat geval beschikt de krachtens artikel 84, § 2 van de wet aangewezen uitgever over negen maanden om de universele telefoongids uit te geven die de betrokken zone dekt.

Hoofdstuk III handelt over diverse overgangs- en slotbepalingen.

De artikelen 11 en 12 behoeven geen bijzondere commentaar.

Artikel 13 strekt ertoe het BIPT de mogelijkheid te bieden om te beschikken over identieke inlichtingen met betrekking tot de verschillende marktspelers; daartoe zullen de voorafgaandelijk bevoegd verklaarde uitgevers dezelfde inlichtingen moeten meedelen als die welke de nieuwkomers moeten verstrekken.

De artikelen 14 en 15 behoeven geen bijzondere commentaar.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Telecommunicatie, E. DI RUPO

13 JUNI 1999. - Koninklijk besluit houdende de voorwaarden tot vervaardiging, uitgave en verspreiding van de telefoongidsen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op richtlijn 90/388/EEG van de Commissie van 28 juni 1990 betreffende de mededinging op de markten voor telecommunicatiediensten, inzonderheid op artikel 4ter, ingevoegd bij richtlijn 96/19/EEG van 13 maart 1996;

Gelet op richtlijn 97/66/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de telecommunicatiesector, inzonderheid op artikel 11;

Gelet op richtlijn 98/10/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 1998 inzake de toepassing van Open Network Provision (ONP) op spraaktelefonie en inzake de universele telecommunicatiedienst in een door concurrentie gekenmerkt klimaat, inzonderheid op artikel 6;

Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op de artikelen 84, § 1, 7°, 109ter C en 113 vervangen door de wet van 19 december 1997 en gewijzigd door het koninklijk besluit van 4 maart 1999 tot aanpassing van sommige bepalingen van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven aan de richtlijnen van de Europese Unie en tot wijziging van die wet met betrekking tot de universele dienstverlening;

Gelet op het advies van Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, dat vereist is krachtens artikel 113, eerste lid, van de voormelde wet van 21 maart 1991;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 mei 1997 en op 25 mei 1998;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 4 september 1997 en op 12 juni 1998;

Gelet op het besluit van de Ministerraad van 12 juni 1998 over de adviesaanvraag binnen een termijn van een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 19 oktober 1998 overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Telecommunicaties, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Telefoongidsen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Minister : de Minister of Staatssecretaris die de telecommunicatie onder zijn bevoegdheid heeft; 2° Wet : de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven 3° Instituut : het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, afgekort « B.I.P.T. », bedoeld in artikel 71 van de wet; 4° Universele telefoongids : type van telefoongids die beantwoordt aan de criteria die in artikel 6 van dit besluit zijn vastgelegd;5° Eindgebruikergegevens : inlichtingen die de personen die diensten voor vaste spraaktelefonie aan eindgebruikers aanbieden bij de houder van de abonnementsovereenkomst hebben verzameld en die nodig zijn voor de vervaardiging, verkoop of verspreiding van een telefoongids.

Art. 2.§ 1. De aangifte waarvan sprake in artikel 113 van de wet, wordt gedaan via een aangetekend schrijven. Zij omvat : 1° de identiteit en het adres van de aangever;indien de aangever een rechtspersoon is, de rechtsvorm, de benaming en de precieze vermelding van de maatschappelijke zetel, alsook een afschrift van de statuten; 2° een verbintenis om binnen twee maanden volgend op de indiening van de aangifte bij het Instituut, een overeenkomst te sluiten met de ombudsdienst.Die overeenkomst bepaalt de nadere regels voor de behandeling van de klachten en omvat onder andere de arbitrageovereenkomst waarvan sprake in artikel 43bis, § 3, 4° van de wet; 3° de oorsprong van de gegevens die als basis dienen voor de uitgave van de telefoongids;4° de definitie van de beoogde territoriale dekking;5° in voorkomend geval, de categorie of categorieën van vrije beroepen of van commerciële, industriële of ambachtelijke activiteiten die daarin worden opgenomen;6° de beoogde financieringswijze;7° de door de telefoongids gedekte telecommunicatiedienst(en);8° de voorwaarden voor het beschikbaar stellen van de telefoongids aan het publiek, met inbegrip van het eventuele verzoek om afwijking, bedoeld in artikel 3 van dit besluit;9° de eventuele voorwaarden inzake recycling van de vervangen telefoongidsen;10° eventueel, de verbintenis om een universele telefoongids te publiceren onder de voorwaarden van hoofdstuk II van dit besluit;11° de soort(en) van dragers waarop de telefoongids aan het publiek beschikbaar wordt gesteld. § 2. Onverminderd artikel 10, moet elke wijziging van één van de elementen die volgens § 1 zijn aangegeven, ten minste twee weken voor zij van kracht wordt aan het Instituut worden meegedeeld.

Art. 3.De eindgebruikergegevens worden beperkt tot hetgeen nodig is om de eindgebruiker te identificeren, tenzij de abonnee zonder de minste dubbelzinnigheid zijn toestemming heeft verleend om aanvullende gegevens te publiceren, met inbegrip van de beroepsbezigheid van de eindgebruiker alsook de personen die met hem samenwonen en die onder hun eigen naam wensen te worden vermeld. Die basisgegevens worden gratis vermeld voorzover de eindgebruikers in de categorie vallen, bedoeld in artikel 2, § 1, 5° van dit besluit en voorzover zij gevestigd zijn in de telefoonzones van de vaste diensten die door de gids worden gedekt.

Behalve afwijking die op voorstel van het Instituut door de Minister wordt toegestaan, ontvangt elke eindgebruiker van een dienst voor vaste spraaktelefonie gratis, zonder daarom te verzoeken, op het adres van zijn woonplaats, een bijgewerkt exemplaar van alle telefoongidsen die gratis aan het publiek worden verstrekt en die behoren tot de telefoonzone van de vaste dienst waar de aansluiting zich bevindt.

In geval van verscheidene toegangslijnen op eenzelfde adres, mag de eindgebruiker aan de uitgever vragen om kosteloos minder telefoongidsen te ontvangen dan dat hij toegangslijnen heeft.

Art. 4.Elke persoon die een telefoongids vervaardigt, verkoopt of verspreidt, verstrekt, ongeacht de drager ervan, kosteloos drie bijgewerkte exemplaren van die gids aan het Instituut.

Art. 5.De eindgebruikergegevens die verkregen zijn door de personen die een telefoongids vervaardigen, verkopen of verspreiden, mogen door die personen voor geen andere doeleinden worden gebruikt dan voor de vervaardiging, de verkoop of de verspreiding van een telefoongids.

Die eindgebruikergegevens mogen niet worden doorverkocht of aan een derde worden meegedeeld. HOOFDSTUK II. - De universele telefoongids

Art. 6.§ 1. Behalve de eindgebruikergegevens die alfabetisch en per gemeente zijn opgenomen, moet de universele telefoongids de inlichtingen vermelden die opgesomd zijn in de bijlage bij dit besluit, alsmede de inlichtingen met betrekking tot de diensten met bijzondere toegang.

Al wie een universele telefoongids uitgeeft, moet aan het Instituut de gedekte zone of zones verduidelijken.

Behalve bij afwijking die op voorstel van het Instituut door de Minister is toegestaan, moet een universele telefoongids ten minste een telefoonzone van een vaste dienst bestrijken die bestaat op de datum waarop dit besluit wordt bekendgemaakt, en waarbij een minimum van vijfenzeventigduizend eindgebruikergegevens wordt opgenomen.

Voor de toepassing van dit artikel worden de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als één enkele gemeente beschouwd. § 2. De criteria voor de uitgave van de universele telefoongids worden door de Minister vastgesteld.

Art. 7.Elke abonnee heeft het recht om op verzoek niet te worden vermeld in een afgedrukte of elektronische telefoongids.

Niettemin zijn de personen die diensten voor vaste spraaktelefonie aan eindgebruikers aanbieden en die van een abonnee betaling willen eisen om die eindgebruikergegevens niet in een telefoongids te laten verschijnen, verplicht een aanvraag in te dienen waarin het bewijs wordt geleverd dat de gevraagde som niet afschrikt voor de uitoefening van het recht van de abonnees om niet in de gids te worden vermeld.

Rekening houdende met de eisen inzake kwaliteit van de telefoongids ten aanzien van de universele dienstverlening moet die som worden berekend om de kosten te dekken die daadwerkelijk zijn gemaakt voor de aanpassing en bijwerking van de lijst van de abonnees die niet in de telefoongids mogen worden vermeld.

De Minister keurt de aanvraag goed op voorstel van het Instituut.

Art. 8.De uitgever van een universele telefoongids is verplicht om de universele telefoongids uit te geven, te vervaardigen en te verspreiden in de gedekte zone(s). In geval van verzuim vanwege de uitgever en indien geen enkele andere universele telefoongids de betrokken zones dekt, laat het Instituut de universele telefoongids uitgeven, vervaardigen en verspreiden op kosten van de in verzuim zijnde uitgever.

De uitgever deelt het Instituut uiterlijk op 15 januari zijn jaarlijks programma mee met betrekking tot de data van afsluiting en verspreiding van zijn universele telefoongidsen.

Art. 9.Elke universele telefoongids wordt ten minste één keer om de vijftien maanden bijgewerkt door middel van een nieuwe uitgave.

Elke uitgever van een universele telefoongids verstrekt bovendien tegen een redelijke prijs één of meer exemplaren van de universele telefoongids aan iedereen die daarom verzoekt.

Art. 10.Elke persoon die niet langer de universele telefoongids wenst uit te geven in het gehele, in zijn aangifte vastgelegde grondgebied of in een deel ervan, moet dit uiterlijk zes maanden na de laatste verspreiding van de universele gids die hij voor de betrokken zone uitgeeft, per aangetekend schrijven meedelen. In geval van laattijdige aangifte blijft die persoon verplicht om de universele telefoongids uit te geven. HOOFDSTUK III. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 11.Indien de krachtens dit besluit opgelegde verplichtingen niet worden nagekomen zal het Instituut de bepalingen van artikel 109quater van de wet toepassen.

Art. 12.Niettegenstaande artikel 13 van dit besluit, wordt het koninklijk besluit van 15 juli 1994 tot uitvoering van artikel 113, 2° van de wet, met betrekking tot de gidsen van de abonnees van de gereserveerde telecommunicatiediensten die door BELGACOM worden geëxploiteerd, opgeheven.

Art. 13.De personen die krachtens het koninklijk besluit van 15 juli 1994 tot uitvoering van artikel 113, 2° van de wet bevoegd zijn verklaard, moeten een aangifte indienen die voldoet aan de bepalingen van dit besluit en dit binnen twee maanden na de inwerkingtreding van het in artikel 6, § 2, bedoelde ministerieel besluit. Deze aangifte moet ook de datum vermelden vanaf wanneer de nieuwe data van verschijning van de telefoongidsen zullen worden aangepast.

Art. 14.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 15.Onze Minister die Telecommunicatie onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 juni 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Telecommunicatie, E. DI RUPO

Bijlage Lijst van de inlichtingen die gratis in elke universele telefoongids moeten worden vermeld - De noodnummers, overeenkomstig bijlage 1, artikel 8, van de wet, - Lijst van alle woonplaatsen en daarmee overeenstemmende gemeenten van het Rijk met hun bijhorend postnummer en zonenummer. - Nummers van de telefoondiensten van algemeen nut van de leveranciers van diensten voor vaste en/of mobiele spraaktelefonie waarvan de eindgebruikers in de telefoongids opgenomen zijn. - De algemene inlichtingen die door de Minister worden vastgesteld en de inlichtingen over de universele dienst. - De lijst van de commerciële diensten van de operator die met de universele dienst belast is, alsook de adressen en telefoonnummers van de leveranciers van spraaktelefoondiensten van de vaste en/of mobiele netten waarvan de eindgebruikers in de telefoongids opgenomen zijn. - Landnummers, de belangrijkste internationale netnummers en tijdsverschil. - Voor elke leverancier van spraaktelefoondiensten van de vaste en/of mobiele netten waarvan de eindgebruikers in de telefoongids opgenomen zijn : - de beschrijving van de dienst; - de toegepaste tarieven; - de technische voorwaarden met betrekking tot de verstrekking van de basisdienst inzake spraaktelefonie; - eventueel de kwaliteit van de aangeboden diensten zoals die door het Instituut is gemeten; - de datum waarop die verschillende inlichtingen zijn verzameld; - de voorwaarden inzake toegang tot en volledig adres van de ombudsdienst voor de telecommunicatie en de ombudsdienst van De Post enerzijds en anderzijds van de Ethische Commissie; - inlichtingen aangaande de betaaltelefoons die door de universele dienstverlener in dienst zijn gesteld; - inlichtingen met betrekking tot de regelgevingsopdrachten van het Instituut die de gebruikers kunnen aanbelangen; - de datum waarop de leveranciers van diensten waarvan de eindgebruikers in de telefoongids opgenomen zijn, hun abonneegegevens aan de uitgever hebben verstrekt en de datum waarop de verschillende dienstenleveranciers de inlichtingen die in de telefoongids voorkomen hebben verstrekt.

Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 13 juni 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Telecommunicatie, E. DI RUPO

^