13 JUNI 1999. - Koninklijk besluit houdende de vaststelling van de verkiezingsprocedure van de leden van de Adviesraad van de magistratuur en van de vertegenwoordigers van de plaatsvervangende magistraten, de rechters in handelszaken, de rechters en raadsheren in sociale zaken

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 3 en 7 van de wet van 8 maart 1999 tot instelling van een Adviesraad van de magistratuur;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 april 1999;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 20 april 1999;

Gelet op het besluit van de Ministerraad van 22 april 1999 over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 17 mei 1999 bij toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Algemeenheden

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt, behoudens andersluidende bepaling, verstaan onder : 1° de Adviesraad : de Adviesraad van de magistratuur;2° de kiezer(s) : a) de beroepsmagistraten die op het ogenblik van de oproep de eed hebben afgelegd en in actieve dienst zijn in hun hoedanigheid van magistraat;b) de beroepsmagistraten bedoeld in het artikel 383bis van het Gerechtelijk Wetboek;3° de kiescolleges : de kiescolleges bedoeld in artikel 3, § 1, van de wet van 8 maart 1999 tot instelling van een Adviesraad van de magistratuur;4° de kandida(a)t(en) : de beroepsmagistraten die op het ogenblik van hun kandidaatstelling voor de Adviesraad de eed als magistraat hebben afgelegd, in actieve dienst zijn in hun hoedanigheid van magistraat en voldoen aan de voorwaarde vermeld in artikel 3, § 1, vijfde lid, van de wet van 8 maart 1999 tot instelling van een Adviesraad van de magistratuur;5° de oproep : de bekendmaking van de oproep tot de kandidaten voor de Adviesraad in het Belgisch Staatsblad;6° de stemafdeling : de plaats waar de kiezer zijn stem moet uitbrengen. Tenzij anders bepaald zijn de termijnen in dit besluit uitgedrukt in kalenderdagen.

Art. 2.De oproep tot de kandidaten voor de Adviesraad geschiedt ten laatste zes maanden voor het verstrijken van het mandaat van de leden van de Adviesraad en van de vertegenwoordigers van de plaatsvervangende magistraten, de rechters in handelszaken, de rechters en raadsheren in sociale zaken. HOOFDSTUK II. - Kiezers

Art. 3.Per stemafdeling wordt voor elk kiescollege een afzonderlijke alfabetische kiezerslijst opgemaakt.

Het bureau van de Adviesraad maakt per stemafdeling de voorlopige kiezerslijsten op uiterlijk vijftien dagen na de dag waarop de oproep geschiedt. De voorlopige kiezerslijsten vermelden voor elke kiezer de naam, de voornaam en de geboortedatum. Deze lijsten worden binnen de maand na de oproep per stemafdeling ter inzage van de kiezers neergelegd op de burgerlijke griffie van de rechtbank van eerste aanleg. De inzagetermijn verstrijkt veertig dagen na de oproep.

Binnen vijf dagen na het verstrijken van de inzagetermijn kunnen de kiezers bij ter post aangetekende brief een gemotiveerd bezwaar tegen de voorlopige kiezerslijsten bij de voorzitter van de Adviesraad indienen, hetzij omdat op de lijst namen ontbreken van magistraten die als kiezer moeten worden vermeld, hetzij omdat op de lijst namen worden vermeld van personen die daarop niet mogen voorkomen, hetzij omdat de lijst vergissingen bevat betreffende de vermeldingen bedoeld in het tweede lid.

Op straffe van onontvankelijkheid, moet het bezwaar bedoeld in het derde lid vergezeld zijn van de nodige stavingsstukken.

Art. 4.De bezwaren worden op de datum van ontvangst ingeschreven in een bijzondere register. Voor ieder bezwaar wordt een dossier aangelegd. De stukken die daarin worden neergelegd worden genummerd en geparafeerd door de voorzitter van de Adviesraad en met hun volgnummer ingeschreven op de bij ieder dossier gevoegde inventaris.

Het bureau van de Adviesraad doet uiterlijk acht dagen na de ontvangst uitspraak over het bezwaar. De indieners van een bezwaar worden bij gewone brief in kennis gesteld van het gevolg dat eraan is gegeven.

Art. 5.De kiezerslijsten worden definitief afgesloten : 1° hetzij bij het verstrijken van de termijn voor het indienen van een bezwaar indien geen bezwaar werd ingediend;2° hetzij bij het verstrijken van de termijn waarover het bureau van de Adviesraad overeenkomstig artikel 4, tweede lid, beschikt om een uitspraak te doen over het laatste geldig ingediende bezwaar. Uiterlijk vijftien dagen na het definitief afsluiten van de kiezerslijsten worden zij per stemafdeling ter inzage van de kiezers neergelegd op de burgerlijke griffie van de rechtbank van eerste aanleg tot op de dag van de verkiezingen.

Art. 6.§ 1. De korpschef stelt onmiddellijk het bureau van de Adviesraad in kennis van de namen van de kiezers die tussen de datum waarop de voorlopige kiezerslijsten worden opgesteld en de dag van de verkiezingen : 1° gedelegeerd zijn buiten een rechtscollege of een parket;2° uit hun ambt ontslag hebben genomen;3° uit hun ambt zijn ontzet of afgezet;4° in ruste zijn gesteld overeenkomstig artikel 383, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek met uitzondering van de beroepsmagistraten bedoeld in artikel 383bis van dit Wetboek;5° overleden zijn. Deze kiezers worden van de kiezerslijsten geschrapt.

Het bureau van de Adviesraad deelt voor de aanvang van de stemming de namen van de geschrapte kiezers mee aan de betrokken stembureaus. § 2. Wanneer het bureau tussen de datum van de oproep en eenentwintig dagen voor de stemming kennis neemt van het feit dat een kiezer in een ander ambt of functie is benoemd of aangewezen waardoor hij van kiescollege verandert, worden de oproepingsbrieven en de kiezerslijsten bestemd voor de stembureaus dienovereenkomstig aangepast. Bij latere kennisname van wijzigingen in het ambt of de functie blijft de kiezer voor de stemming behoren tot zijn oorspronkelijk kiescollege. HOOFDSTUK III. - Kandidaten

Art. 7.De kandidaturen moeten op straffe van verval binnen een termijn van een maand na de oproep bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van de Adviesraad worden gericht.

Op straffe van onontvankelijkheid vermeldt de kandidaat voor welk kiescollege hij zich kandidaat stelt en voegt hij de volgende stukken bij : 1° uittreksel uit de geboorteakte;2° een afschrift van het recentste benoemings- of aanwijzingsbesluit. De kandidaat vermeldt in zijn kandidatuurstelling of hij zich kandidaat stelt als lid van de Adviesraad dan wel als plaatsvervangend lid van de Adviesraad, bij gebrek waarvan hij geacht wordt zich voor beide kandidaat te stellen.

Art. 8.Na het verstrijken van de termijn voor de indiening van de kandidaturen onderzoekt het bureau van de Adviesraad de ontvanke-lijkheid van de kandidaturen in het licht van artikel 3 van de wet van 8 maart 1999 tot instelling van een Adviesraad van de magistratuur en in het licht van artikel 7 van dit besluit. Vervolgens stelt het bureau van de Adviesraad de voorlopige kandidatenlijsten voor de vier Nederlandstalige en de vier Franstalige kiescolleges op.

De kandidaten worden in alfabetische volgorde gerangschikt in twee kolommen, al naargelang ze kandidaat-lid zijn dan wel kandidaat-plaatsvervanger of beide. De voorlopige kandidatenlijst vermeldt voor elke kandidaat de naam, de voornaam, het geslacht, de geboortedatum en hun ambt.

Uiterlijk vijfenveertig dagen na de oproep meldt het bureau van de Adviesraad de kandidaten bij gewone brief op welke kandidatenlijst zij zijn opgenomen. Bij niet opname van een kandidaat op een kandidatenlijst motiveert het bureau zijn beslissing en brengt deze ter kennis bij ter post aangetekende brief.

Zowel de opgenomen als de niet opgenomen kandidaten beschikken over uiterlijk vijf werkdagen, vanaf de postdatum, om bij ter post aangetekende brief een gemotiveerd bezwaar, desgevallend vergezeld van de nodige stavingsstukken, in te dienen met betrekking tot hun eigen kandidatuur. Er wordt een dossier samengesteld zoals voorzien in artikel 4, eerste lid.

Het bureau van de Adviesraad doet uiterlijk acht dagen na de ontvangst op gemotiveerde wijze uitspraak over het bezwaar. De indieners van een bezwaar worden bij ter post aangetekende brief in kennis gesteld van het gevolg dat eraan werd gegeven.

Art. 9.§ 1. De kandidatenlijsten worden definitief afgesloten : 1° hetzij bij het verstrijken van de termijn voor het indienen van een bezwaar indien geen bezwaar werd ingediend;2° hetzij bij het verstrijken van de termijn waarover het bureau van de Adviesraad overeenkomstig artikel 8, vierde lid, beschikt om een uitspraak te doen over het laatste geldig ingediend bezwaar. Uiterlijk tien dagen na het definitief afsluiten van de kandidatenlijsten maakt de voorzitter van de Adviesraad de kandidatenlijsten over aan de voorzitters van de rechtbanken van eerste aanleg.

Uiterlijk drie dagen na de ontvangst door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg en tot op de dag van de verkiezingen worden de kandidatenlijsten in elke stemafdeling uitgehangen ter burgerlijke griffie van de rechtbank van eerste aanleg. § 2. Wanneer tussen de dag van de oproep en de eenentwintigste dag voor de stemming het bureau kennis neemt dat een kandidaat na zijn kandidatuurstelling : 1° gedelegeerd is buiten een rechtscollege of parket;2° zijn kandidatuur heeft ingetrokken;3° in een ander ambt of functie is benoemd of aangewezen;4° uit zijn ambt ontslag heeft genomen;5° uit zijn ambt is ontzet of afgezet;6° in ruste is gesteld overeenkomstig artikel 383, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek met uitzondering van de beroepsmagistraten bedoeld in artikel 383bis van dit Wetboek;7° overleden is, dan leidt dit tot aanpassing van de kandidatenlijsten die nog niet definitief zijn en tot aanpassing van de stembiljetten. De kennisneming van de wijziging in het ambt of de functie van een kandidaat of de intrekking van een kandidatuur door het bureau van de Adviesraad na het verstrijken van deze termijn, heeft geen aanpassingen meer tot gevolg. De kandidaat blijft op de stembiljetten vermeld en neemt rechtsgeldig deel aan de verkiezingen, onverminderd artikel 25, derde lid.

Art. 10.De kandidaten mogen tot op de dag van de verkiezingen hun kandidatuur met alle middelen en op eigen kosten in alle gerechtelijke arrondissementen van hun kiescollege toelichten.

De kandidaten mogen tevens een schrijven richten aan de voorzitters van de rechtbanken van eerste aanleg van elke stemafdeling behorend tot hun kiescollege waarin zij op een wit blad papier van A4-formaat hun kandidatuur toelichten. De voorzitter zal dit schrijven uithangen, vanaf de uithanging bedoeld in artikel 9, § 1, derde lid, op een speciaal bord dat daartoe aan de burgerlijke griffie van de rechtbank van eerste aanleg wordt geplaatst.

De eerste voorzitter van het hof van beroep organiseert in overleg met de procureur-generaal bij dit hof in zijn rechtsgebied ten minste een informatievergadering tijdens dewelke de kandidaten hun kandidatuur mondeling mogen toelichten.

De initiatieven genomen met toepassing van huidig artikel mogen de gang van de zittingen en de dienstregelingen in geen geval verhinderen of onderbreken.

Art. 11.De voorzitter van de Adviesraad laat de kandidatenlijst van elk kiescollege drukken op een afzonderlijk stembiljet in zwarte inkt, overeenkomstig het model bedoeld in bijlage 1 of 2.

De kleur van de stembiljetten van de kiescolleges is : - roze voor de hoven; - blauw voor de rechtbanken; - groen voor de vrederechters; - geel voor het openbaar ministerie.

Naast het geslacht, de naam, de voornaam, de geboortedatum en het ambt van elke kandidaat staat een stemvak. De stemvakken zijn zwart met in het midden een stip van dezelfde kleur als het papier en met een diameter van 4 mm. Het is verboden enig ander stembiljet te gebruiken.

De afmetingen van de stembiljetten worden bepaald bij een beslissing van het bureau van de Adviesraad.

Art. 12.Uiterlijk de vijfde werkdag voor de stemming bezorgt de voorzitter van de Adviesraad de voor de verkiezingen nodige afgestempelde stembiljetten tezamen met de definitieve kiezerslijsten van de stemafdeling, verzegelingsmateriaal en rode stempotloden aan de voorzitters van de stembureaus bedoeld in de artikelen 16 en 35. De afgestempelde stembiljetten worden in verzegelde omslagen gestoken waarop de stemafdeling, het kiescollege en het aantal ingesloten stembiljetten worden vermeld. De omslag mag niet worden ontzegeld en geopend dan in aanwezigheid van het regelmatig samengesteld stembureau. De stembiljetten worden nageteld en het aantal wordt in het proces-verbaal opgetekend. HOOFDSTUK IV. - Oproeping van de kiezers

Art. 13.De verkiezingen worden gehouden de eerste vrijdag van de derde maand volgend op de oproep.

Tot de stemming worden toegelaten de personen die ingeschreven zijn op de definitieve kiezerslijsten.

Art. 14.De kiezers worden bij gewone brief, geadresseerd aan hun woonplaats, opgeroepen door de voorzitter van de Adviesraad uiterlijk vijftien dagen voor de verkiezingen. De kiezer die zijn oproepingsbrief niet heeft ontvangen kan hem op het secretariaat van de Adviesraad afhalen tot 12 uur op de dag van de stemming.

De oproepingsbrieven vermelden de dag waarop, de stemafdeling waar en het lokaal waarin de kiezer moet stemmen evenals de uren van opening en sluiting van het stembureau. De oproepingsbrief, opgesteld overeenkomstig het model bedoeld in bijlage 3, op wit papier, vermeldt de naam en de voornaam en de woonplaats van de kiezer. HOOFDSTUK V. - Stembureau

Art. 15.Er is een stemafdeling in elke rechtbank van eerste aanleg.

Het gerechtelijk arrondissement waar de kiezer benoemd is op het ogenblik van de definitieve afsluiting van de kiezerslijsten, bepaalt de bevoegde stemafdeling. Indien de kiezer het statuut van toegevoegd magistraat heeft dan is de stemafdeling van het gerechtelijk arrondissement waar de zetel van het hof van beroep gevestigd is, bevoegd.

De kiesverrichtingen gaan door in een zittingzaal van de rechtbank van eerste aanleg daartoe aangeduid door de voorzitter van deze rechtbank die dit uiterlijk vijfenveertig dagen na de oproep meedeelt aan de voorzitter van de Adviesraad. De voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg zorgt ervoor dat de weg naar het kieslokaal duidelijk wordt aangegeven, de zaal zo is ingericht dat het geheim van de stemming wordt bewaard en de stembussen geplaatst zijn. Hij kan daartoe een beroep doen op de gemeente die hem kosteloos het nodige materiaal levert, het installeert en weghaalt.

Art. 16.De kiesverrichtingen geschieden onder toezicht van het stembureau. Dit stembureau bestaat uit een rechter in de rechtbank van eerste aanleg, die voorzitter van het stembureau is, en twee leden van het openbaar ministerie bij die rechtbank, die geen van allen kandidaat zijn bij deze verkiezingen en die daartoe, binnen de twee maanden na de oproep, door hun korpschef zijn aangewezen. Deze korpschefs delen de identiteit van de aangewezen magistraten onmiddellijk mee aan de voorzitter van de Adviesraad.

In de rechtbank van eerste aanleg te Brussel worden twee stembureaus samengesteld : een bestaande uit de in het eerste lid vermelde magistraten die de eed in het Frans hebben afgelegd en een bestaande uit de in het eerste lid vermelde magistraten die de eed in het Nederlands hebben afgelegd.

Indien een of meerdere leden van het stembureau niet bij de opening van de kiesverrichtingen aanwezig zijn, vullen hun korpschefs of hun vervangers die bij de opening verplicht aanwezig zijn, ambtshalve het stembureau aan uit de aanwezige kiezers die geen kandidaat zijn.

Hiervan wordt melding gemaakt in het proces-verbaal waarvan het model is vastgesteld in bijlage 4 of 5. HOOFDSTUK VI. - Stemming

Art. 17.§ 1. De kiezers worden tot de stemming toegelaten van 12 tot 16 uur. De kiezers die zich voor 16 uur in het lokaal bevinden, worden nog tot de stemming toegelaten. § 2. Stemming bij volmacht is uitgesloten, behalve wanneer niet aan de kiesverrichtingen kan worden deelgenomen omwille van professionele bezigheden die door de voorzitter van de Adviesraad, na voorlegging van de nodige bewijsstukken zijn aanvaard.

De aanvraag om volmacht wordt uiterlijk de vijftiende dag voor de stemming bij de voorzitter van de Adviesraad ingediend. Als gemachtigde kan alleen een ander kiezer van hetzelfde kiescollege worden aangewezen.

De volmacht wordt gesteld op een formulier waarvan het model en de inhoud door de voorzitter van de Adviesraad worden bepaald. § 3. De kiezers die zich aanmelden zijn voorzien van hun oproepingsbrief, hun identiteitskaart en desgevallend een volmacht.

Zij worden door een lid van het stembureau aangetekend op de kiezerslijst, na zich te hebben vergewist dat de opgaven van de lijst overeenstemmen met de vermeldingen van de oproepingsbrief en van de identiteitskaart.

De kiezer die niet voorzien is van zijn oproepingsbrief kan tot de stemming toegelaten worden, indien zijn identiteit door het stembureau wordt erkend en hij op de kieslijst voorkomt.

Art. 18.De kiezer ontvangt van een lid van het stembureau een stembiljet van het kiescollege waarvan hij deel uitmaakt. De kiezer brengt een stem uit met een rood stempotloot in het vak achter de naam van een kandidaat-lid en in het vak achter de naam van een kandidaat-plaatsvervanger. Daarna toont hij aan een lid van het stembureau zijn dichtgevouwen stembiljet en steekt het in de daartoe bestemde stembus. Vervolgens ontvangt de kiezer zijn oproepingsbrief, gemerkt met een stempel geleverd door de voorzitter van de Adviesraad.

De kiezer die door onoplettendheid het hem overhandigde stembiljet beschadigt of zich vergist, kan aan de voorzitter van het stembureau een ander vragen tegen teruggave van het eerste dat onmiddellijk onbruikbaar gemaakt wordt. De voorzitter schrijft op de stembiljetten die zijn teruggenomen de vermelding "Teruggenomen stembiljet" en parafeert ze.

Art. 19.Na de sluiting van de stemming stelt het stembureau per kiescollege vast hoeveel stembiljetten er in elke stembus gestoken zijn, hoeveel er niet gebruikt zijn en hoeveel er teruggenomen zijn en maakt hiervan melding in het proces-verbaal. De niet gebruikte stembiljetten en de teruggenomen stembiljetten worden per kiescollege in een afzonderlijke verzegelde omslag gestoken.

De stembiljetten worden vervolgens door de leden van het stembureau uit de stembussen gehaald en per kiescollege in een omslag gestoken die verzegeld wordt.

De omslagen vermeld in de vorige leden, waarop telkens de stemafdeling, het kiescollege en de inhoud zijn vermeld, worden door één van de leden van het stembureau tegen door de voorzitter van de Adviesraad ondertekend ontvangstbewijs afgeleverd op het secretariaat van de Adviesraad uiterlijk om 20 uur van dezelfde dag. HOOFDSTUK VII. - De stemopneming

Art. 20.Nadat de omslagen van alle stemafdelingen zijn ingeleverd, wordt op de zetel van de Adviesraad overgegaan tot de telling van de stemmen.

Er zijn twee stemopnemingsbureaus, een voor de Nederlandstalige kiescolleges en een voor de Franstalige kiescolleges. Ze bestaan uit minstens vier magistraten behorende tot de overeenkomstige taalrol die door de voorzitter van de Adviesraad zijn aangewezen onder de leden van de Adviesraad die geen kandidaat zijn. Wanneer er onvoldoende leden van de Adviesraad zijn om de stemopnemingsbureaus samen te stellen, vult de voorzitter van de Adviesraad de stemopnemingsbureaus aan met ambtenaren van het Ministerie van Justitie die daartoe door de Secretaris-generaal zijn aangewezen. Het voorzitterschap van elk stemopnemingsbureau wordt uitgeoefend door het oudste lid.

Bij loting worden twee leden van elk college van de Adviesraad, die geen kandidaat zijn, aangeduid om als getuigen op te treden bij het stemopnemingsbureau van hun taalrol.

De voorzitter van het stemopnemingsbureau opent in aanwezigheid van de leden van het stemopnemingsbureau en van de getuigen de omslagen houdende de stembiljetten. Per omslag wordt overgegaan tot het tellen van het aantal stembiljetten die hij bevat. In het proces-verbaal wordt melding gemaakt van het aantal gevonden biljetten per omslag.

Daarna worden de gebruikte stembiljetten van alle stemafdelingen per kiescollege vermengd, opengevouwen en wordt per kiescollege tot de telling van de stemmen overgegaan.

Art. 21.Ongeldig zijn : 1. Alle andere stembiljetten dan die welke volgens dit koninklijk besluit mogen gebruikt worden;2. De stembiljetten waarop niet is gestemd zoals bepaald in artikel 18;3. De stembiljetten waarvan de vorm of de afmetingen veranderd zijn, die binnenin een papier of enig voorwerp bevatten of waarop een teken, een doorhaling, een merk of woorden die niet bij dit koninklijk besluit geoorloofd zijn, is aangebracht. Over de geldigheid van twijfelachtige stembiljetten wordt door het stemopnemingsbureau beslist bij gewone meerderheid. In geval van staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

De ongeldig verklaarde stembiljetten worden door twee leden van het stemopnemingsbureau en een getuige geparafeerd.

Art. 22.Het stemopnemingsbureau neemt per kiescollege het totaal aantal geldige stembiljetten, het totale aantal blanco en ongeldige stembiljetten en het aantal behaalde stemmen voor iedere kandidaat op in het proces-verbaal waarvan het model is vastgesteld in bijlage 6.

Alle stembiljetten die ingedeeld zijn overeenkomstig het eerste lid, worden in afzonderlijke omslagen gestoken, die gesloten en verzegeld worden.

Art. 23.Per kiescollege wordt staande de vergadering een proces-verbaal van de verrichtingen opgemaakt dat door de leden van het stemopnemingsbureau en de getuigen ondertekend wordt.

De uitslag van de stemopneming wordt erin vermeld per kandidaat in alfabetische volgorde.

Art. 24.De voorzitters van de stemopnemingsbureaus overhandigen de processen-verbaal van de verrichtingen en de verzegelde omslagen aan de voorzitter van de Adviesraad. HOOFDSTUK VIII. - De verkozenen

Art. 25.In de week volgend op de beëindiging van de stemopneming komt de algemene vergadering van de Adviesraad, met uitsluiting van de leden die kandidaat zijn, samen om aan de hand van de processen-verbaal van de verrichtingen van de stemopnemingsbureaus de kandidaten per kiescollege te rangschikken in volgorde van het aantal behaalde stemmen.

Bij toepassing van artikel 3, §§ 2 en 3, van de wet van 8 maart 1999 tot instelling van een Adviesraad van de magistratuur, worden de verkozen leden en plaatsvervangers aangeduid.

Wanneer er verkozenen of plaatsvervangers zijn waarvan het bureau van de Adviesraad na de eenentwintigste dag voor de stemming kennis heeft genomen dat zij : 1° zijn gedelegeerd buiten een rechtscollege of een parket;2° hun kandidatuur hebben ingetrokken;3° in een ander ambt of functie zijn benoemd of aangewezen waardoor hij tot een ander kiescollege behoort;4° uit hun ambt ontslag hebben genomen;5° uit hun ambt zijn ontzet of afgezet;6° in ruste zijn gesteld overeenkomstig artikel 383, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek met uitzondering van de beroepsmagistraten bedoeld in artikel 383bis van dit Wetboek;7° overleden zijn; wordt artikel 3, § 4, van de wet van 8 maart 1999 tot instelling van een Adviesraad van de magistratuur toegepast.

Art. 26.Het proces-verbaal van de verkiezing wordt in twee originelen staande de vergadering opgemaakt en ondertekend door de aanwezige leden van de algemene vergadering.

Aan iedere kandidaat wordt bij gewone brief een uittreksel uit dit proces-verbaal gezonden.

Een exemplaar van dit proces-verbaal wordt bezorgd aan de Minister van Justitie. De Minister van Justitie maakt de lijst met alle aantredende leden van de Adviesraad en hun plaatsvervangers bekend in het Belgisch Staatsblad.

De uittredende leden en hun plaatsvervangers houden zitting tot het verstrijken van de mandaatstermijn en in ieder geval tot de bekendmaking van de lijst bedoeld in het derde lid. HOOFDSTUK IX. - Verkiezing van de vertegenwoordigers van de plaatsvervangende magistraten, de rechters in handelszaken en de rechters en raadsheren in sociale zaken

Art. 27.Behoudens andersluidende bepaling verloopt de verkiezingsprocedure van de vertegenwoordigers en plaatsvervangers van de plaatsvervangende magistraten, de rechters in handelszaken en de rechters en raadsheren in sociale zaken overeenkomstig het bepaalde in de vorige hoofdstukken.

Art. 28.Per taalrol is er een kiescollege voor plaatsvervangende magistraten.

Zijn kiezer voor dit kiescollege : 1° de plaatsvervangende rechters in een rechtbank;2° de plaatsvervangende vrederechters;3° de plaatsvervangende raadsheren bedoeld in artikel 207bis, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek;4° de plaatsvervangende raadsheren in sociale zaken die op het ogenblik van de oproep de eed als plaatsvervangend magistraat hebben afgelegd en die de leeftijdsgrens bedoeld in artikel 383, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek nog niet hebben bereikt of wiens mandaat nog niet is verstreken;5° de plaatsvervangende magistraten bedoeld in de artikelen 156bis, 207bis, § 2, en 383, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek. Kunnen zich kandidaat stellen de plaatsvervangende magistraten die op het ogenblik van hun kandidaatstelling voldoen aan de voorwaarden vermeld in het tweede lid.

Art. 29.Per taalrol is er een kiescollege voor rechters in handelszaken.

Zijn kiezer voor dit kiescollege rechters in handelszaken die op het ogenblik van de oproep de eed als rechter in handelszaken hebben afgelegd en die de leeftijdsgrens bedoeld artikel 383, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek nog niet bereikt hebben of wiens mandaat nog niet is verstreken.

Kunnen zich kandidaat stellen de rechters in handelszaken die op het ogenblik van hun kandidaatstelling voldoen aan de voorwaarden vermeld in het tweede lid.

Art. 30.Per taalrol is er een kiescollege voor magistraten in sociale zaken.

Zijn kiezer voor dit kiescollege rechters en de raadsheren in sociale zaken die op het ogenblik van de oproep de eed als rechter of raadsheer in sociale zaken hebben afgelegd en die de leeftijdsgrens bedoeld artikel 383, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek nog niet bereikt hebben of wiens mandaat nog niet is verstreken.

Kunnen zich kandidaat stellen de magistraten in sociale zaken die op het ogenblik van hun kandidaatstelling voldoen aan de voorwaarden vermeld in het tweede lid.

Art. 31.De artikelen 6, 9 en 25 zijn eveneens van toepassing wanneer een mandaat is verstreken.

Art. 32.Na het verstrijken van de termijn voor de indiening van de kandidaturen onderzoekt het bureau van de Adviesraad de ontvankelijkheid ervan overeenkomstig het bepaalde in artikel 3, § 5, van de wet van 8 maart 1999 tot instelling van een Adviesraad van de magistratuur en de artikelen 28, 29 en 30 van dit besluit.

Art. 33.De kleur van de stembiljetten van de kiescolleges is : - oranje voor de plaatsvervangende magistraten; - beige voor de rechters in handelszaken; - lila voor de rechters en raadsheren in sociale zaken.

Art. 34.De kiesverrichtingen gaan door in een zittingzaal van de rechtbank van eerste aanleg die de voorzitter aanduidt en die verschilt van de zaal vastgesteld bij toepassing van artikel 15, tweede lid. Uiterlijk vijfenveertig dagen na de oproep deelt hij aan de voorzitter van de Adviesraad mee in welke zaal die kiesverrichtingen zullen doorgaan.

Art. 35.De kiesverrichtingen geschieden onder toezicht van het stembureau. Dit stembureau bestaat uit een plaatsvervangend rechter in de rechtbank van eerste aanleg, die voorzitter van het stembureau is, een rechter in handelszaken en een rechter in sociale zaken, die geen van allen kandidaat zijn bij deze verkiezingen en die daartoe, binnen de twee maand na de oproep, respectievelijk door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, de voorzitter van de rechtbank van koophandel en de voorzitter van de arbeidsrechtbank worden aangewezen.

Deze delen onmiddellijk de identiteit van de aangewezen magistraten mee aan de voorzitter van de Adviesraad.

In de rechtbank van eerste aanleg te Brussel worden twee stembureau's samengesteld : een bestaande uit de in het eerste lid vermelde magistraten die de eed in het Nederlands hebben afgelegd en een bestaande uit de in het eerste lid vermelde magistraten die de eed in het Frans hebben afgelegd.

Indien een of meerdere leden van het stembureau niet bij de opening van de kiesverrichtingen aanwezig zijn, vullen hun respectieve korpschefs of hun vervangers die verplicht bij de opening aanwezig zijn ambtshalve het stembureau aan uit de aanwezige kiezers, die geen kandidaat zijn. Hiervan wordt melding gemaakt in het proces-verbaal waarvan het model is vastgesteld in bijlage 5

Art. 36.Zijn ongeldig de stembiljetten waarop niet is gestemd zoals bepaald in artikel 21.

Art. 37.Zijn verkozen de kandidaat-vertegenwoordiger en de kandidaat-plaatsvervangers met het meeste aantal stemmen. HOOFDSTUK X. - Diverse bepalingen

Art. 38.De uitgaven verbonden aan de organisatie van de verkiezing van de leden van de Adviesraad en de vertegenwoordigers van de plaatsvervangende magistraten, de rechters in handelszaken en de rechters en raadsheren in sociale zaken komen ten laste van de begroting van het Ministerie van Justitie.

De Koning kan een Duitse vertaling toevoegen aan de Franse versies van de modellen gevoegd in bijlage.

Overgangs- en slotbepalingen

Art. 39.Voor de eerste verkiezing : 1° verricht de secretaris-generaal van het Ministerie van Justitie of zijn vervanger de taken die in dit besluit aan de voorzitter van de Adviesraad worden toevertrouwd;2° vormen de drie door de secretaris-generaal of zijn vervanger aangewezen ambtenaren van het Ministerie van Justitie, tezamen met deze laatste een taalkundig paritair bureau dat de taken verricht die in dit besluit aan het bureau van de Adviesraad worden toevertrouwd;3° vormen de leden van het bureau van dezelfde taalrol, aangevuld met ambtenaren van het Ministerie van Justitie van dezelfde taalrol die daartoe door de secretaris-generaal of zijn vervanger werden aange-duid, de twee stemopnemingsbureaus die de taken verrichten die er in dit besluit aan worden toevertrouwd;het voorzitterschap van elk stemopnemingsbureau wordt uitgeoefend door de ambtenaar met hoogste niveau en rang en bij gelijkheid in niveau en rang de oudste in leeftijd; 4° verricht het bureau de taken die door dit besluit aan de algemene vergadering worden toevertrouwd;5° verricht het Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie van het Ministerie van Justitie, Dienst Personeelszaken Rechterlijke Orde I de taken die in dit besluit aan het secretariaat van de Adviesraad worden toevertrouwd;6° levert een van de leden van de stembureau de in artikel 19 bedoelde stukken uiterlijk om 20 uur af op het Ministerie van Justitie, Secretariaat-generaal, Waterloolaan 115, 1000 Brussel.

Art. 40.Voor de eerste verkiezing kan de korpschef van elk hof van beroep in overleg met de korpschef van het openbaar ministerie bij dit hof een magistraat die geen kandidaat is aanduiden om als getuige op te treden bij het stemopnemingsbureau. Te Brussel wordt in voorkomend geval een magistraat van elke taalrol aangeduid.

Art. 41.De telling van de stemmen uitgebracht tijdens de eerste verkiezing wordt aangevat om 9.00 uur de dag volgend op die van de verkiezingen.

Art. 42.De in de artikelen 3 en 8 vermelde bezwaren dienen in het kader van de eerste verkiezingen geadresseerd te worden aan : De Secretaris-generaal van het Ministerie van Justitie, Adviesraad-verkiezingen, Waterloolaan 115, 1000 Brussel.

Art. 43.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 44.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 juni 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS

Bijlage 1 Model van stembiljet voor de verkiezing van de Adviesraad van de magistratuur en de vertegenwoordigers van de plaatsvervangende magistraten, de rechters in handelszaken en de rechters en raadsheren in sociale zaken STEMBILJET Nederlandstalig kiescollege hoven (1) Verkiezing van de leden en de plaatsvervangers van de Adviesraad van de magistratuur op ...... (2) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (1) idem dito voor elk ander kiescollege nl.dat voor de rechtbanken, voor de vrederechters en voor het openbaar ministerie. (2) datum van de verkiezing.(3) naam en (eerste of gebruikelijke) voornaam.(4) geboortedatum (5) ambt waarin men is benoemd of aangewezen evenals de plaats waar men is benoemd of aangewezen Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 13 juni 1999. ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS

Bijlage 2 Model van stembiljet voor de verkiezing van de Adviesraad van de magistratuur en de vertegenwoordigers van de plaatsvervangende magistraten, de rechters in handelszaken en de rechters en raadsheren in sociale zaken.

STEMBILJET Nederlandstalig kiescollege plaatsvervangende magistraten (1) Verkiezing van de vertegenwoordigers en hun plaatsvervangers van de plaatsvervangende magistraten op ....... (2) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (1) idem dito voor elk ander kiescollge nl.voor de rechters in handelszaken en voor de magistraten in sociale zaken (2) datum van de verkiezing.(3) naam en (eerste of gebruikelijke) voornaam.(4) geboortedatum (5 ) ambt waarin men is benoemd of aangewezen evenals de plaats waar men is benoemd of aangewezen Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 13 juni 1999. ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS

Bijlage 3 Model van oproepingsbrief voor de verkiezing van de Adviesraad van de magistratuur en de vertegenwoordigers van de plaatsvervangende magistraten, de rechters in handelszaken en de rechters en raadsheren in sociale zaken - Identiteit van de kiezer : - Mevrouw/ De Heer (1)............................... - Woonplaats....................................................

VERKIEZING VOOR DE ADVIESRAAD VAN DE MAGISTRATUUR EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE PLAATSVERVANGENDE MAGISTRATEN, DE RECHTERS IN HANDELSZAKEN EN DE RECHTERS EN RAADSHEREN IN SOCIALE ZAKEN VAN ....................... (2) Stemafdeling : Rechtbank van eerste aanleg te ..............................

M. Gelieve u vrijdag...............................(2), tussen 12.00 uur en 16.00 uur, voorzien van deze oproepingsbrief en van uw identiteitskaart, te begeven naar het lokaal...................................... van de rechtbank van eerste aanleg te............................. waar uw stemafdeling samenkomt ter verkiezing van de leden en de plaatsvervangers van de Adviesraad van de magistratuur en de vertegenwoordigers van de plaatsvervangende magistraten, de rechters in handelszaken en de rechters en raadsheren in sociale zaken en hun plaatsvervangers.

De voorzitter van de Adviesraad van de magistratuur (1) schrappen wat niet past en vervolledigen met naam en voornaam.(2) datum Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 13 juni 1999. ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS

Bijlage 4 Model van proces-verbaal voor het stembureau- leden Adviesraad van de magistratuur PROCES-VERBAAL VAN HET STEMBUREAU VAN DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ........................................

Het stembureau van de rechtbank van eerste aanleg te.................................. is samengesteld uit : -Mevrouw/ De heer................................................................. (1) -Mevrouw/ De heer...................................................................(1) -Mevrouw/ De heer.................................................................. (1).

Mevrouw/ De heer.....................................................................................................(1) die werd(en) aangewezen als lid van het stembureau wa(s)(ren) niet aanwezig bij de opening van de stemverrichtingen (2).

Na de samenstelling van het stembureau werd de verzegelde omslag houdende de stembiljetten geopend. Er werden : -......................................................(3) stembiljetten van het kiescollege voor de hoven, -......................................................(3) stembiljetten van het kiescollege voor de rechtbanken, -......................................................(3) stembiljetten van het kiescollege voor de vrederechters en -......................................................(3) stembiljetten van het kiescollege voor het openbaar ministerie aangetroffen.

De stemverrichtingen werden om 12.00 uur gestart en om 16.00 uur beëindigd.

Voor het kiescollege voor de hoven werden er................................................................ (3) stembiljetten in de stembus gestopt, er werden..............................................................(3) stembiljetten niet gebruikt en er werden.............................................................. (3) stembiljetten teruggenomen. Voor het kiescollege voor de rechtbanken werden er.................................... (3) stembiljetten in de stembus gestopt, er werden..............................................................(3) stembiljetten niet gebruikt en er werden.............................................................. (3) stembiljetten teruggenomen. Voor het kiescollege voor de vrederechters werden er....................................(3) stembiljetten in de stembus gestopt, er werden..............................................................(3) stembiljetten niet gebruikt en er werden.............................................................. (3) stembiljetten teruggenomen. Voor het kiescollege voor het openbaar ministerie werden er................................. (3) stembiljetten in de stembus gestopt, er werden..............................................................(3) stembiljetten niet gebruikt en er werden.............................................................. (3) stembiljetten teruggenomen. .................................................(3) kiezers die op de kiezerslijsten voorkomen hebben niet deelgenomen aan de verkiezing (2)( zie staat in bijlage).

Gedaan te, ............................................. op vrijdag ...................................................

Handtekeningen .......................................................................................... (1) schrappen wat niet past.(2) alleen in te vullen indien de situatie zich voordoet.(3) aantallen in letters. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 13 juni 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS

Bijlage 5 Model van proces-verbaal voor het stembureau-vertegenwoordigers PROCES-VERBAAL VAN HET STEMBUREAU VAN DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE........................................

Het stembureau van de rechtbank van eerste aanleg te.................................. is samengesteld uit : -Mevrouw/ De heer................................................................. (1) -Mevrouw/ De heer...................................................................(1) -Mevrouw/ De heer.................................................................. (1).

Mevrouw/ De heer.....................................................................................................(1) die werd(en) aangewezen als lid van het stembureau wa(s)(ren) niet aanwezig bij de opening van de stemverrichtingen (2).

Na de samenstelling van het stembureau werd de verzegelde omslag houdende de stembiljetten geopend. Er werden : -......................................................(3) stembiljetten van het kiescollege voor de plaatsvervangende magistraten, -......................................................(3) stembiljetten van het kiescollege voor de rechters in handelszaken en -......................................................(3) stembiljetten van het kiescollege voor de magistraten in sociale zaken, aangetroffen.

De stemverrichtingen werden om 12.00 uur gestart en om 16.00 uur beëindigd.

Voor het kiescollege voor de plaatsvervangende magistraten werden er................................ (3) stembiljetten in de stembus gestopt, er werden..............................................................(3) stembiljetten niet gebruikt en er werden.............................................................. (3) stembiljetten teruggenomen. Voor het kiescollege voor de rechters in handelszaken werden er.................................... (3) stembiljetten in de stembus gestopt, er werden....................................................(3) stembiljetten niet gebruikt en er werden.............................................................. (3) stembiljetten teruggenomen. Voor het kiescollege voor de magistraten in sociale zaken werden er..................................(3) stembiljetten in de stembus gestopt, er werden..............................................................(3) stembiljetten niet gebruikt en er werden.............................................................. (3) stembiljetten teruggenomen. .................................................(3) kiezers die op de kiezerslijst voorkomen hebben niet deelgenomen aan de verkiezing (2) (zie staat in bijlage).

Gedaan te,............................................. op vrijdag....................................................

Handtekeningen .......................................................................................... (1) schrappen wat niet past.(2) alleen in te vullen indien de situatie zich voordoet.(3) aantallen in letters. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 13 juni 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS

Bijlage 6 Model van proces-verbaal voor het stemopnemingsbureau PROCES-VERBAAL VAN HET STEMOPNEMINGSBUREAU VAN HET NEDERLANDSTALIG KIESCOLLEGE VOOR DE HOVEN (1) Het stemopnemingsbureau is samengesteld uit (2) : -Mevrouw/ De heer............................................... -Mevrouw/ De heer................................................ -Mevrouw/ De heer.............................................. -Mevrouw/ de heer.................................................

Als getuigen dienen zich aan (2) : -Mevrouw/ De heer............................................... -Mevrouw/ De heer............................................... -Mevrouw/ De heer.............................................. -Mevrouw/ De heer................................................

De omslagen houdende de stembiljetten werden in aanwezigheid van de getuigen geopend en geteld wat per stemafdeling volgend resultaat gaf (3) : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Het totaal aantal geldige stembiljetten bedraagt...................................... (4) terwijl dit van de blanco en ongeldige stembiljetten................................................ (4) en dat van de teruggenomen stembiljetten........................................... (4) bedraagt.

Het totaal aantal naamstemmen per kandidaat-titularis bedraagt (5) : Het totaal aantal naamstemmen per kandidaat-plaatsvervanger bedraagt (5) : Gedaan te,................................. op....................................................

Handtekeningen van de leden van het stemopnemingsbureau Handtekeningen van de getuigen (1) een zelfde proces-verbaal wordt gedrukt voor elk van andere kiescolleges nl voor de rechtbanken, voor de vrederechters, voor het openbaar ministerie, voor de plaatsvervangende magistraten, voor de rechters in handelszaken en voor de magistraten in sociale zaken (2) schrappen wat niet past.(3) naam van de stemafdeling + aantal stembiljetten in letters.(4) aantallen in letters.(5) alfabetische rangschikking van de kandidaten (naam, voornaam en hoedanigheid) op wie een naamstem werd uitgebracht met vermelding van het aantal naamstemmen in letters. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 13 juni 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS