gepubliceerd op 26 juni 1999
Koninklijk besluit houdende vaststelling van de personeelsformatie van de parketten bij het Hof van Cassatie, de hoven van beroep, de rechtbanken van eerste aanleg en van het auditoraat-generaal bij het Militair Gerechtshof
13 JUNI 1999. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de personeelsformatie van de parketten bij het Hof van Cassatie, de hoven van beroep, de rechtbanken van eerste aanleg en van het auditoraat-generaal bij het Militair Gerechtshof
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op de artikelen 182 en 183, gewijzigd bij de wet van 17 februari 1997, en op de artikelen 185, tweede lid en 186, vijfde lid, ingevoegd bij de wet van 4 maart 1997;
Gelet op het met redenen omkleed advies van het Hoog Overlegcomité, gegeven op 4 juni 1999;
Gelet op het advies van de Raad van Overleg van de gerechtelijke politie, gegeven op 18 december 1998;
Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 november 1998 en 9 december 1998;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 30 maart 1999;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 30 maart 1999;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De personeelsformatie van de parketten bij het Hof van Cassatie, de hoven van beroep, de rechtbanken van eerste aanleg en van het auditoraat-generaal bij het Militair Gerechtshof, wordt vastgesteld als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 2.Een betrekking van secretaris, een betrekking van adjunct-secretaris, een betrekking van vertaler, twee betrekkingen van opsteller en een betrekking van beambte bij het parket van het hof van beroep te Brussel, onder diegene die voorzien zijn in de tabel die voorkomt in artikel 1, worden ter beschikking gesteld van het secretariaat van de nationaal magistraten.
Art. 3.Onverminderd artikel 43 van het koninklijk besluit van 19 december 1997 houdende de administratieve rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de personeelsleden van de gerechtelijke politie bij de parketten en artikel 13 van het koninklijk besluit van 17 februari 1998 betreffende het commissariaat-generaal, de raad van bestuur en de raad van overleg van de gerechtelijke politie bij de parketten, wordt de personeelsformatie van de parketten bij de rechtbanken van eerste aanleg, voor wat het personeel dat nodig is voor de goede werking van het commissariaat-generaal en van de brigades van gerechtelijke politie bij de parketten betreft, vastgesteld als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 4.Het koninklijk besluit van 10 juli 1975 houdende vaststelling van de personeelsformatie van de parketten bij het Hof van Cassatie, de hoven van beroep, de rechtbanken van eerste aanleg en van het auditoraat-generaal bij het militair gerechtshof, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 december 1975, 28 december 1976, 8 september 1980, 13 februari 1985, 2 september 1985, 3 augustus 1988, 17 oktober 1991, 15 juli 1994, 2 juni 1998 en 24 juni 1998, wordt opgeheven.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 6.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 juni 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY