gepubliceerd op 20 juli 2001
Koninklijk besluit houdende vaststelling van de personeelsformatie van de parketten bij het Hof van Cassatie en bij de hoven van beroep, van het federaal parket, van de parketten bij de rechtbanken van eerste aanleg en van het auditoraat-generaal bij het Militair Gerechtshof
4 JULI 2001. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de personeelsformatie van de parketten bij het Hof van Cassatie en bij de hoven van beroep, van het federaal parket, van de parketten bij de rechtbanken van eerste aanleg en van het auditoraat-generaal bij het Militair Gerechtshof
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op de artikelen 182 en 183, gewijzigd bij de wet van 17 februari 1997;
Gelet op het koninklijk besluit van 13 juni 1999 houdende vaststelling van de personeelsformatie van de parketten bij het Hof van Cassatie, de hoven van beroep, de rechtbanken van eerste aanleg en van het auditoraat-generaal bij het Militair Gerechtshof, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 december 2000;
Gelet op het met redenen omkleed advies van het Hoog Overlegcomité, gegeven op 15 mei 2001;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 oktober 2000;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 18 april 2001;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 26 februari 2001;
Op de voordracht van Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De personeelsformatie van de parketten bij het Hof van Cassatie en bij de hoven van beroep, van het federaal parket, van de parketten bij de rechtbanken van eerste aanleg en van het auditoraat-generaal bij het Militair Gerechtshof, wordt vastgesteld als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 2.Het koninklijk besluit van 13 juni 1999 houdende vaststelling van de personeelsformatie van de parketten bij het Hof van Cassatie, de hoven van beroep, de rechtbanken van eerste aanleg en van het auditoraat-generaal bij het Militair Gerechtshof, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 december 2000, wordt opgeheven.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 21 mei 2002.
Art. 4.Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 juli 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN