13 JUNI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende of specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken, inzonderheid op artikel 4;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende of specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 september 1994, 10 februari 1995, 10 april 1995, 5 juli 1996, 27 juli 1997 en 9 december 1998;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 9 maart 1999;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 15 maart 1999;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 15 maart 1999;

Gelet op het protocol nr. 322 van 7 april 1999 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het noodzakelijk is de tekst van rubriek 13° te actualiseren ingevolge de inwerkingtreding van het nieuw organiek reglement van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Internationale Samenwerking dat werd vastgesteld naar aanleiding van de fusie met het Algemeen Bestuur van de Ontwikkelingssamenwerking;

Overwegende dat het, voor het waarborgen van de rechten van het in functie zijnde personeel en voor de continuïteit van de verwezenlijking van de prestaties inzake ontwikkelingssamenwerking, aangewezen is de aanpassing te laten ingaan op de datum van de inwerkingtreding van het nieuw organiek reglement;

Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Rubriek 13° van artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende of specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut, wordt vervangen door de volgende bepaling : « 13° aan de personeelsleden bedoeld in artikel 35, G en H, van het koninklijk besluit van 3 juni 1999 houdende het organiek reglement van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Internationale Samenwerking. »

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit van 3 juni 1999 houdende het organiek reglement van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Internationale Samenwerking.

Art. 3.Onze Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 juni 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT