13 JULI 2016. - Koninklijk besluit houdende de beslissing om een einde te stellen aan het mandaat van voorzitter van de federale participatie- en investeringsmaatschappij

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen, artikel 3bis, § 7, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 28 september 2006;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 november 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/11/2013 pub. 07/11/2013 numac 2013003366 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit houdende benoeming of herbenoeming van de voorzitter, ondervoorzitter, afgevaardigd bestuurder en van bepaalde leden van de raad van bestuur van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij bedoeld in artikel 3bis, §§ 4 en 7 van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen sluiten houdende benoeming of herbenoeming van de voorzitter, ondervoorzitter, afgevaardigd bestuurder en van bepaalde leden van de raad van bestuur van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij bedoeld in artikel 3bis, §§ 4 en 7 van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen;

Gelet op het Koninklijk besluit van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2014 pub. 04/06/2014 numac 2014003251 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit houdende herbenoeming van een ondervoorzitter van de raad van bestuur van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij bedoeld in artikel 3bis, § 7, van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen sluiten houdende herbenoeming van een ondervoorzitter van de raad van bestuur van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij bedoeld in artikel 3bis, § 7, van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie-en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 december 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/12/2015 pub. 31/12/2015 numac 2015003490 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit dat een einde maakt aan de mandaten van de voorzitter en van de Nederlandstalige ondervoorzitter van de federale participatie- en investeringsmaatschappij sluiten dat een einde maakt aan het mandaat van de voorzitter van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij;

Gelet op het arrest van de Raad van State nr. 234.543 van 26 april 2016 waarin de schorsing werd bevolen van artikel 1 van voornoemd koninklijk besluit van 26 december 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/12/2015 pub. 31/12/2015 numac 2015003490 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit dat een einde maakt aan de mandaten van de voorzitter en van de Nederlandstalige ondervoorzitter van de federale participatie- en investeringsmaatschappij sluiten;

Gelet op het Koninklijk Besluit van 31 mei 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/05/2016 pub. 08/06/2016 numac 2016003192 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit houdende intrekking van de beslissing om een einde te stellen aan het mandaat van mevrouw Laurence Bovy als voorzitter van de federale participatie- en investeringsmaatschappij type koninklijk besluit prom. 31/05/2016 pub. 08/06/2016 numac 2016003191 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit houdende intrekking van de beslissing houdende benoeming van mevrouw Laurence Glautier als voorzitter van de federale participatie- en investeringsmaatschappij sluiten houdende intrekking van het koninklijk besluit van 26 december 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/12/2015 pub. 31/12/2015 numac 2015003490 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit dat een einde maakt aan de mandaten van de voorzitter en van de Nederlandstalige ondervoorzitter van de federale participatie- en investeringsmaatschappij sluiten dat een einde maakt aan het mandaat van de voorzitter van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij;

Gelet op het rapport van KPMG/EUBELIUS van de maand september 2015 genaamd « Finaal Rapport SFPI : Advies met betrekking tot aandeelhoudersbeleid van de Staat »;

Gelet op de studie gevoerd door de vennootschap Nomura and Leonardo & CO waarvan de resultaten werden meegedeeld op 1 november 2015 aan de Minister van Financiën, genaamd « Financial And Strategic Consultancy Mission concerning Shareholdings under the Belgian State shareholder Policy »;

Gelet op het verhoor van Mevrouw Laurence BOVY op 13 juni 2016 door Dhr. de Minister van Financiën.

Gelet op de nota van de Minister van Financiën aan de Ministerraad die voorafgaandelijk aan de beraadslaging van huidig besluit werd overgemaakt Overwegende dat in uitvoering van artikel 3,bis, § 7, van de voornoemde wet van 2 april 1962, de voorzitter en de twee ondervoorzitters onder de leden van de raad van bestuur door een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit worden benoemd;

Overwegende dat de bevoegdheid van benoeming de bevoegdheid van ontslag impliceert.

Overwegende dat het principe van ontslag ad nutum van de bestuurders van een naamloze vennootschap van openbare orde is.

Overwegende dat een publiek mandaat, behoudens andersluidende bepaling, ten allen tijde kan worden beëindigd indien de mandataris niet langer de voorwaarden vervult voor zijn benoeming en met name indien hij niet langer het vertrouwen geniet van zijn mandant, of nog voor motieven die betrekking hebben op het belang van de dienst;

Overwegende dat de Belgische Staat, als enige aandeelhouder van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij, de gelegenheid heeft gehad om in het regeerakkoord van 9 oktober 2014, haar visie uiteen te zetten als aandeelhouder van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij voor de lopende legislatuur. In uitvoering van deze visie werden studies besteld teneinde aanbevelingen te verkrijgen die de totstandkoming van de gewenste strategie zouden toelaten.

Overwegende dat het de Belgische Staat toekomt om de concrete middelen te bepalen, met ondersteuning van deze twee studies, ter uitvoering van de gewenste strategie. Dat het toevertrouwen van het voorzitterschap van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij aan de bestuurder die het grootste vertrouwen geniet om deze post te bekleden, kadert in de optiek om de doelen te verwezenlijken die worden nagestreefd door de Ministerraad.

Overwegende dat bij de hoorzitting van 13 juni 2016, Mevr. BOVY het belang van haar engagement binnen de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij heeft kunnen toelichten evenals haar visie van de maatschappij in het licht van de doelstellingen die worden nagestreefd door de Regering zoals aangegeven in de aanbevelingen vervat in de conclusies van de verkregen studies;

Overwegende dat op basis van het verslag van de Minister van Financiën die aan de betrokkene zal worden meegedeeld, de Ministerraad van oordeel is dat de visie van Mevr. BOVY niet op optimale wijze beantwoordt aan de doelstellingen van het regeerakkoord, noch aan de doelstellingen die de Belgische Staat op de korte, middellange en lange termijn wenst na te streven;

Overwegende bovendien dat de Regering gewenst zou hebben om een meer proactieve en onderbouwde hulp te hebben bij de identificatie van de verschillende mogelijke opties voor elk van de verschillende portefeuilles die door de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij worden beheerd. Dat de Regering vaststelt dat de betrokkene zich in hoofdzaak beperkte tot het overmaken van de studies.

Overwegende dat de Ministerraad instemt met de motieven die werden uitgedrukt in het verslag van de Minister van Financiën. Dezen kunnen worden beschouwd als zijnde integraal hernomen in dit besluit;

Overwegende dat het, in het belang van de maatschappij, op het ogenblik dat er belangrijke beslissingen moeten worden genomen, wenselijk voorkomt om het voorzitterschap toe te vertrouwen aan een andere persoon met een nieuwe kijk op de situatie en met wie een meer proactive relatie kan worden aangegaan;

Overwegende dat, zonder de loyaliteit aan de Belgische staat in vraag te stellen, noch het werk van Mevr. BOVY als voorzitter van de Raad van bestuur van Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij, de Ministerraad beslist om een einde te stellen aan het mandaat van Mevrouw Laurence BOVY als voorzitter van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij.

Op de voordracht van de Minister van Financiën en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Er wordt een einde gemaakt aan het mandaat van Mevrouw Laurence Bovy, voorzitter van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de dag van publicatie.

Art. 3.De minister die bevoegd is voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 juli 2016.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, Johan VAN OVERTVELDT.