gepubliceerd op 28 augustus 2006
Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 17bis van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, voor wat de functie van hoofdverpleegkundige betreft
13 JULI 2006. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 17bis van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, voor wat de functie van hoofdverpleegkundige betreft
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 9quinquies, ingevoegd bij de wet van 29 december 1990, vernummerd bij het koninklijk besluit van 25 april 1997, bekrachtigd bij de wet van 12 december 1997 en vernummerd bij de wet van 25 januari 1999, op artikel 17bis, ingevoegd bij de wet van 29 december 1990 en gewijzigd bij de wet van 14 januari 2002 en op artikel 17sexies, ingevoegd bij de wet van 29 december 1990;
Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Vroedkunde van 30 augustus 2005;
Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Verpleegkunde van 20 december 2005;
Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen van 12 januari 2006;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 2 mei 2006;
Gelet op het advies 40.533/3 van de Raad van State, gegeven op 13 juni 2006 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.De bepalingen van dit besluit zijn eveneens van toepassing op hoofdvroedvrouwen.
Art. 2.§ 1. De hoofdverpleegkundige als bedoeld in artikel 17bis, tweede lid, 3°, van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, is verantwoordelijk voor de organisatie, de continuïteit en de kwaliteit van de verpleegkundige activiteit binnen zijn equipe, die hem door het hoofd van het verpleegkundig departement wordt toevertrouwd. § 2. De hoofdverpleegkundige werkt mee aan de uitbouw van het verpleegkundig beleid in het ziekenhuis en past dit toe binnen zijn equipe. § 3. De hoofdverpleegkundige kan belast worden met het toezicht op en de evaluatie van zijn equipe. § 4. Binnen de structuur van het verpleegkundig departement kan de hoofdverpleegkundige één of meerdere taken of opdrachten hem toebedeeld toevertrouwen aan een verpleegkundige.
Art. 3.De hoofdverpleegkundige is rechtstreeks hiërarchisch afhankelijk van het verpleegkundige-diensthoofd of van het hoofd van het verpleegkundig departement, zoals bepaald in het organogram van het verpleegkundig departement.
Art. 4.Om de integratie van de verpleegkundige activiteit in het geheel van de activiteit van het ziekenhuis te bevorderen binnen het kader van de zorg aan de patiënten, voert de hoofdverpleegkundige zijn opdracht uit in nauw contact met de artsen en de verantwoordelijken van de onderscheiden aspecten van de activiteiten van de afdeling. HOOFDSTUK II. - Bijzondere activiteiten met betrekking tot de strategische visie van het ziekenhuis
Art. 5.§ 1. De hoofdverpleegkundige ziet erop toe dat de verpleegkundige activiteit binnen zijn equipe afgestemd is op de strategische visie van het verpleegkundig departement alsook op de maatschappelijke ontwikkelingen en verwachtingen. § 2. Hij is in het bijzonder verantwoordelijk voor : 1° het ontwikkelen, operationaliseren en opvolgen van het verpleegkundig beleid binnen zijn equipe in overeenstemming met de strategische visie van het ziekenhuis;2° het sturen, begeleiden en evalueren van veranderingsprocessen;3° het uitwerken en aanpassen van procedures en werkmethoden;4° het uitvoeren van wettelijk opgelegde registraties met betrekking tot verpleegkunde;5° het opvolgen, het toepassen van relevante wetgeving en het informeren van de leden van zijn equipe hierover. HOOFDSTUK III. - Bijzondere activiteiten met betrekking tot de zorg
Art. 6.§ 1. De hoofdverpleegkundige staat in voor de organisatie en coördinatie van, het toezicht op en de evaluatie van de verpleegkundige activiteit, binnen zijn equipe. § 2. Hij is verantwoordelijk voor : 1° het bepalen van de doelstellingen van zijn equipe in overleg met zijn leidinggevende en rekening houdend met het globaal verpleegkundig beleid binnen het ziekenhuis;2° het aanbieden van een patiëntgerichte verpleegkundige zorgorganisatie, met bijzondere aandacht voor patiëntenrechten en ethiek;3° het bijsturen van de verpleegkundige zorgorganisatie binnen zijn equipe in functie van de behoeften van de patiënten en de vereiste zorg;4° de kwaliteit en de continuïteit van de zorg die door zijn equipe wordt verzekerd. HOOFDSTUK IV. - Bijzondere activiteiten met betrekking tot het personeelsbeleid
Art. 7.§ 1. De hoofdverpleegkundige werkt samen met zijn leidinggevende teneinde over de vereiste personeelsomkadering te beschikken, zowel op kwalitatief als op kwantitatief vlak. § 2. In het bijzonder wordt hij belast met : 1° het beheer van de personeelsformatie alsook het adequaat inzetten van personeel door werkverdeling, dienstroosterplanning en verlofregeling;2° het leidinggeven aan de leden van zijn equipe met het oog op het scheppen van een gunstig arbeidsklimaat dat aanzet tot effectieve samenwerking;3° de begeleiding van nieuwe leden van zijn equipe;4° het opvolgen, het ondersteunen, het toezicht en de evaluatie van de leden van zijn equipe. HOOFDSTUK V. - Bijzondere activiteiten met betrekking tot het beheer van de middelen
Art. 8.§ 1. De hoofdverpleegkundige staat in voor het optimaal aanwenden van de middelen met het oog op een kwaliteitsvolle verpleegkundige patiëntenzorg. § 2. In het bijzonder is hij verantwoordelijk voor : 1° het beheer en de besteding van het afdelingsbudget;2° het doeltreffend en doelmatig gebruik van de beschikbare goederen en ruimten door zijn equipe. § 3. De hoofdverpleegkundige brengt advies uit over de aanschaf van nieuwe hulpmiddelen en de bouw en renovatie van het ziekenhuis voor zover het een weerslag heeft op de verpleegkundige zorg. HOOFDSTUK VI. - Bijzondere activiteiten met betrekking tot de opleiding en de ontwikkeling
Art. 9.§ 1. De hoofdverpleegkundige ziet erop toe dat de leden van zijn equipe hun capaciteiten voldoende kunnen ontwikkelen via coaching en permanente vorming zodat zij over de nodige kennis en vaardigheden beschikken alsook over de nodige motivatie om het gewenste kwaliteitsniveau op peil te houden. § 2. Om dit mogelijk te maken, neemt hij volgende initiatieven : 1° inventariseren van de nood aan vorming bij de leden van zijn equipe;2° stimuleren van de leden van zijn equipe tot het volgen van een vorming;3° toezien op en coördineren van de vorming van de leden van zijn equipe;4° ondersteunen van de loopbaanontwikkeling van de leden van zijn equipe;5° zelf deelnemen aan permanente vorming.
Art. 10.De hoofdverpleegkundige houdt toezicht op de studenten verpleegkunde en verloskunde op zijn afdeling, in samenwerking met de stagebegeleiders en de verpleegkundige belast met de begeleiding van intreders en herintreders behorend tot de categorie van het verpleegkundig personeel. HOOFDSTUK VII. - Bijzondere activiteiten met betrekking tot de communicatie en het overleg
Art. 11.§ 1. De hoofdverpleegkundige staat in voor de communicatie betreffende zijn equipe en zijn patiënten, de informatiedoorstroming en het overleg zowel intern als extern. § 2. Meer in het bijzonder heeft de hoofdverpleegkundige volgende opdrachten : 1° het onderhouden van contacten met de patiënten, hun familie en andere bezoekers;2° overleg plegen met de leden van zijn equipe;3° overleg plegen met de artsen en paramedici binnen het ziekenhuis;4° overleg plegen met andere gezondheidswerkers;5° overleg plegen met de stagebegeleiders.
Art. 12.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, op 13 juli 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE