gepubliceerd op 25 juni 1997
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 maart 1996 houdende oprichting en vereenvoudiging, in de griffies en parketten bij de hoven en rechtbanken, van de loopbaan van de graden waarvoor een bijzondere beroepsbekwaamheid is vereist en tot vaststelling van de bezoldigingsregeling ervan en tot vaststelling van de bezoldigingsregeling van het personeel van de griffies en parketten bij de hoven en rechtbanken en van de attachés in de dienst voor documentatie en overeenstemming der teksten bij het Hof van Cassatie
13 APRIL 1997. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 maart 1996 houdende oprichting en vereenvoudiging, in de griffies en parketten bij de hoven en rechtbanken, van de loopbaan van de graden waarvoor een bijzondere beroepsbekwaamheid is vereist en tot vaststelling van de bezoldigingsregeling ervan en tot vaststelling van de bezoldigingsregeling van het personeel van de griffies en parketten bij de hoven en rechtbanken en van de attachés in de dienst voor documentatie en overeenstemming der teksten bij het Hof van Cassatie
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 15 juni 1899 inhoudende Titel II van het Wetboek van strafrechtspleging voor het leger;
Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 185, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 maart 1996 houdende oprichting en vereenvoudiging, in de griffies en parketten bij de hoven en rechtbanken, van de loopbaan van de graden waarvoor een bijzondere beroepsbekwaamheid is vereist en tot vaststelling van de bezoldigingsregeling ervan en tot vaststelling van de bezoldigingsregeling van het personeel van de griffies en parketten bij de hoven en rechtbanken en van de attachés in de dienst voor documentatie en overeenstemming der teksten bij het Hof van Cassatie;
Gelet op het protocol houdende de besluiten van de onderhandelingen van Sectorcomité III - Justitie, op datum van 5 maart 1997;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 15 januari 1997;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 15 januari 1997;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 6 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de bepalingen van dit besluit dringend dienen gepubliceerd te worden teneinde te verhelpen aan de toepassingsmoeilijkheden van de bepalingen van het voornoemd koninklijk besluit van 19 maart 1996, ontstaan door hun retroactief karakter op 1 januari 1994;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en van Onze Minister van Begroting, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 29 van het koninklijk besluit van 19 maart 1996 houdende oprichting en vereenvoudiging, in de griffies en parketten bij de hoven en rechtbanken, van de loopbaan van de graden waarvoor een bijzondere beroepsbekwaamheid is vereist en tot vaststelling van de bezoldigingsregeling ervan en tot vaststelling van de bezoldigingsregeling van het personeel van de griffies en parketten bij de hoven en rechtbanken en van de attachés in de dienst voor documentatie en overeenstemming der teksten bij het Hof van Cassatie wordt aangevuld met het volgende lid : " De bepaling van het eerste lid is tevens van toepassing op het personeelslid benoemd tot de graad van vertaler tussen de datum van inwerkingtreding van artikel 14 van dit besluit en de datum van bekendmaking van de wet tot schrapping van de algemene graad van bode en van de bevorderingsgraden van eerstaanwezend bode, hoofdbode en eerstaanwezend hoofdbode in de griffies en de parketten bij de hoven en rechtbanken en tot wijziging van de voorwaarden om als vertaler bij het parket te worden benoemd. "
Art. 2.Artikel 38 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid : " Alle bestuurshandelingen gesteld ten aanzien van de personeelsleden bedoeld in artikel 25 van dit besluit die werden verricht tussen 1 januari 1994 en de datum van bekendmaking van dit besluit, worden geacht te zijn voltrokken met toepassing van dit besluit. "
Art. 3.Artikel 40 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : " Art. 40. De artikelen 14, 24, 2, 26 en 29 van dit besluit hebben uitwerking op datum van inwerkingtreding van de wet tot schrapping van de algemene graad van bode en van de bevorderingsgraden van eerstaanwezend bode, hoofdbode en eerstaanwezend hoofdbode in de griffies en de parketten bij de hoven en rechtbanken en tot wijziging van de voorwaarden om als vertaler bij het parket te worden benoemd.
Alle bestuurshandelingen gesteld ten aanzien van de personeelsleden bedoeld in artikel 26 van dit besluit die werden verricht tussen de datum van inwerkingtreding van het genoemde artikel en de datum van bekendmaking van de wet tot schrapping van de algemene graad van bode en van de bevorderingsgraden van eerstaanwezend bode, hoofdbode en eerstaanwezend hoofdbode in de griffies en de parketten bij de hoven en rechtbanken en tot wijziging van de voorwaarden om als vertaler bij het parket te worden benoemd, worden geacht te zijn voltrokken met toepassing van dit besluit. "
Art. 4.Artikel 41 van hetzelfde besluit wordt ingetrokken.
Art. 5.Artikel 42 van hetzelfde besluit wordt artikel 41.
Art. 6.Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 april 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY