gepubliceerd op 25 september 2007
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 februari 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, tot verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005 betreffende het tijdskrediet
12 SEPTEMBER 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 februari 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, tot verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005 betreffende het tijdskrediet (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 februari 2007 gesloten in het Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, tot verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005 betreffende het tijdskrediet.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 september 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota's (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 februari 2007 Verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005 betreffende het tijdskrediet (Overeenkomst geregistreerd op 26 februari 2007 onder het nummer 82040/CO/120.03)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters, hierna "werklieden" genoemd, van de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen ressorteren.
Art. 2.Met ingang van 1 januari 2007 wordt in de sector voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 14 februari 2001, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, ingevoerd.
Art. 3.In uitvoering van artikel 3, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt de duur van uitoefening van het recht op tijdskrediet van één jaar op vijf jaar gebracht over de gehele loopbaan.
In uitvoering van artikel 15, § 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis komen de partijen overeen de drempel van 5 pct., waarvan sprake in artikel 15, § 1 niet te wijzigen.
De arbeiders die de leeftijd van 50 jaar of ouder hebben bereikt worden niet meegerekend voor de bepaling van de 5 pct. en beschikken dus over een onbeperkt recht op het nemen van tijdskrediet.
Deze drempel van 5 pct. vormt geen beletsel voor de 50 plussers om een beroep te doen op artikel 9, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van de Nationale Arbeidsraad.
Art. 4.De partijen komen overeen om met betrekking tot het nieuwe stelsel van de Vlaamse aanmoedigingspremies dat voorzien wordt met ingang van 1 januari 2005, de maatregel van het zorgkrediet, de maatregel voor de ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering evenals de maatregel inzake opleidingskrediet toe te passen.
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2007 en houdt op van kracht te zijn op 30 april 2007.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 september 2007.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN