Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 oktober 2011
gepubliceerd op 17 oktober 2011

Koninklijk besluit tot vaststelling van de regelen betreffende de organisatie en de werking van het Fonds voor de medische ongevallen

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2011024295
pub.
17/10/2011
prom.
12/10/2011
ELI
eli/besluit/2011/10/12/2011024295/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 OKTOBER 2011. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de regelen betreffende de organisatie en de werking van het Fonds voor de medische ongevallen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, de artikelen 37 en 108;

Gelet op de wet van 31 maart 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/03/2010 pub. 02/04/2010 numac 2010024096 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg sluiten betreffende de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg, artikel 6, tweede lid;

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, artikel 11, § 1, eerste lid;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 juni 2011;

Gelet op de goedkeuring van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 6 juli 2011;

Gelet op de akkoordbevinding van de staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 14 juli 2011;

Gelet op het protocol van 2 september 2011 van het sectorcomité XX;

Gelet op advies 50.294/3 van de raad van State, gegeven op 20 september 2011 overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Sociale zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « de wet » : de wet van 31 maart 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/03/2010 pub. 02/04/2010 numac 2010024096 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg sluiten betreffende de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg;2° « de Minister » : de Ministers bevoegd voor Volksgezondheid en Sociale zaken;3° « het Fonds » : het Fonds voor de medische ongevallen, bedoeld in artikel 6 van de wet;4° « de raad van bestuur » : de raad van bestuur van het fonds, bedoeld in artikel 7, § 1, van de wet;5° « de voorzitter » : de voorzitter van de raad van bestuur of diegene die hem vervangt. HOOFDSTUK II. - Bevoegdheid en werkwijze van de raad van bestuur Afdeling I. - Bevoegdheid van de raad van bestuur

Art. 2.De raad van bestuur is de benoemende overheid in de zin van artikel 2 van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut.

Art. 3.Onder voorbehoud van de bepalingen van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut en dit besluit, beschikt de raad van bestuur over alle bevoegdheden welke voor het beheer van het Fonds nodig zijn.

Art. 4.De raad van bestuur kan aan de Minister voorstellen doen tot wijziging van de wetten en besluiten met de toepassing waarvan het Fonds belast is. Indien een voorstel niet eenparig wordt aanvaard, zal het verslag aan de Minister de verschillende uitgebrachte adviezen uiteenzetten.

De raad van bestuur kan ook aan de Minister adviezen doen toekomen over alle wetsvoorstellen of amendementen betreffende de wetgeving met de toepassing waarvan het Fonds belast is en die bij het parlement aanhangig zijn.

Art. 5.Behoudens in spoedeisende gevallen, onderwerpt de Minister aan het advies van de raad van bestuur elk voorontwerp van wet of ontwerp van reglementair besluit, of verordening tot wijziging van de toe te passen wetten of verordeningen, waarmee het Fonds belast is, of betreffende de structuur van het Fonds.

De raad van bestuur geeft zijn advies binnen één maand. Op verzoek van de Minister, kan deze termijn tot tien vrije dagen worden verminderd.

Indien de Minister de dringende noodzakelijkheid inroept, brengt hij de voorzitter van de raad van bestuur hiervan op de hoogte.

Art. 6.De raad van bestuur is gehouden aan de Minister het financieringsplan te geven van elke wijziging die hij voorstelt in de bestaande wetgeving en die bijkomende financiële lasten ten gevolge heeft. Afdeling II. - Werkwijze van de raad van bestuur

Art. 7.In geval de voorzitter is verhinderd, worden zijn bevoegdheden uitgeoefend door de ondervoorzitter of, bij zijn afwezigheid, door het oudste lid van de raad van bestuur.

Art. 8.De raad van bestuur vergadert na oproeping door zijn voorzitter.

De raad komt tenminste tweemaal per jaar samen.

De raad vergadert op verzoek van zijn voorzitter, de Minister, de directeur-generaal of drie van zijn leden.

Art. 9.De voorzitter stelt de agenda vast in de oproeping.

Wanneer de raad van bestuur wordt bijeengeroepen, overeenkomstig artikel 8, derde lid, bevat de agenda in ieder geval de door de verzoekende partij geponeerde punten.

Art. 10.De raad van bestuur beraadslaagt geldig wanneer naast de voorzitter, ten minste de helft van de leden aanwezig is.

Indien tijdens een vergadering van de raad van bestuur het quorum, zoals bedoeld in voorafgaand lid, niet is bereikt, worden de leden zo spoedig mogelijk opnieuw opgeroepen met dezelfde agenda. Indien tijdens deze nieuwe vergadering het quorum, zoals bedoeld in voorafgaand lid, niet is bereikt, beraadslaagt de raad van bestuur geldig.

De vergaderingen zijn niet openbaar.

Art. 11.De raad van bestuur stelt zijn huishoudelijk reglement op, waarin hij ondermeer : 1° de regelen opstelt in verband met de bijeenroeping van de raad van bestuur overeenkomstig de voorwaarden zoals bedoeld in artikel 8;2° de wijze van stemmen in de raad van bestuur bepaalt, met dien verstande dat de voorstellen slechts kunnen worden goedgekeurd wanneer zij de meerderheid van de stemmen van de aanwezige leden van de raad van bestuur behalen;3° bepaalt onder welke voorwaarden de raad van bestuur een beroep op technici of bijzonder bevoegde personen kan doen voor het onderzoek van speciale vraagstukken.

Art. 12.De raad van bestuur wijst onder de leden van het personeel van het Fonds de persoon aan die het secretariaat van de raad waarneemt. HOOFDSTUK III. - Het dagelijks bestuur

Art. 13.Het dagelijks bestuur van het Fonds is verzekerd door een directeur- generaal, bijgestaan door een adjunct-directeur-generaal.

Art. 14.De bevoegdheden van de directeur-generaal omvatten ondermeer : 1° de handelingen, beslissingen, adviezen en alle andere stappen te nemen in de individuele dossiers in het kader van de procedure vastgelegd door hoofdstukken II en IV van de wet.2° het invoeren, opvolgen en het nemen van alle andere nuttige beslissingen aangaande de rechtsvorderingen met betrekking tot bovenstaande procedures, zonder voorafgaande toestemming of latere bekrachtiging van de raad van bestuur. Deze bevoegdheden worden uitgeoefend zonder afbreuk te toen aan de bevoegdheden van de raad van bestuur en onder zijn controle.

Art. 15.De directeur-generaal voert de beslissingen van de raad van bestuur uit; hij verstrekt de raad alle inlichtingen en legt hem alle voorstellen voor die voor de werking van de instelling nuttig zijn.

Hij woont de vergaderingen van de raad van bestuur bij.

Hij leidt het personeel en zorgt voor de gang van zaken, onder het gezag en de controle van de raad van bestuur.

De raad van bestuur kan hem andere vastgestelde bevoegdheden overdragen.

Voor een vlottere gang van zaken kan de raad van bestuur binnen de grenzen en voorwaarden die hij vaststelt, de directeur-generaal machtigen een deel van de hem verleende bevoegdheden en het ondertekenen van sommige stukken en brieven over te dragen.

Onverminderd artikel 14, eerste lid, 2°, vertegenwoordigt de directeur-generaal het Fonds in de gerechtelijke en buitengerechtelijke handelingen, en treedt rechtsgeldig op in naam van de raad van bestuur, en voor diens rekening, zonder dat hij zulks door een beslissing van de raad van bestuur moet staven.

Art. 16.In geval de directeur-generaal is verhinderd, worden zijn bevoegdheden uitgeoefend door de adjunct-directeur-generaal of, bij zijn afwezigheid, door een personeelslid van het Fonds, dat door de raad van bestuur wordt aangewezen.

De adjunct-directeur-generaal of diegene die hem vervangt, woont eveneens de vergaderingen van de raad van bestuur bij. HOOFDSTUK IV. - Diverse overgangs- en slotbepalingen

Art. 17.Het personeel dat krachtens artikel 11, § 1, van de wet door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering ter beschikking van het Fonds wordt gesteld kan dat maar voor een maximumperiode van twee jaar zijn.

Art. 18.Het Fonds heeft zijn zetel op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 19.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 20.De Minister bevoegd voor Sociale Zaken en de Minister bevoegd voor Volksgezondheid zijn, elk voor wat hen betreft, met de tenuitvoerlegging van dit besluit belast.

Gegeven te Brussel, 12 oktober 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, Mevr. L. ONKELINX

^