Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 oktober 1998
gepubliceerd op 29 december 1998

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, betreffende de instelling van het halftijds brugpensioen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1998012832
pub.
29/12/1998
prom.
12/10/1998
ELI
eli/besluit/1998/10/12/1998012832/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 OKTOBER 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, betreffende de instelling van het halftijds brugpensioen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 13 juli 1993, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers, ingeval van halvering van de arbeidsplaatsen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55bis, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 maart 1995;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier. Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, betreffende de instelling van het halftijds brugpensioen.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 oktober 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 17 november 1993, Belgisch Staatsblad van 4 december 1993.

Koninklijk besluit van 16 maart 1995, Belgisch Staatsblad van 26 april 1995.

Bijlage Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 1997 Instelling van het halftijds brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 19 september 1997, onder het nummer 45250/CO/142.03) Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van de Nationale Arbeidsraad tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers, ingeval van halvering van de arbeidsprestaties, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55bis.

Gelet op het koninklijk besluit van 30 juli 1994, betreffende het halftijds brugpensioen.

Gelet op artikel 26 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.

Gelet op het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in toepassing van de artikelen 7, § 2, 30, § 2 en 33 van de wet van 26 juli 1996 tot vrijwaring van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, betreffende de loon- en de arbeidsvoorwaarden tijdens de periode 1997-1998, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 december 1997. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers die in een voltijdse arbeidsregeling zijn tewerkgesteld en hun werkgevers die onder het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier ressorteren.

Onder voltijdse arbeidsregeling moet worden verstaan, de arbeidsregeling bedoeld in hoofdstuk III, arbeids- en rusttijden, van de arbeidswet van 16 maart 1971.

Onder "werknemers" wordt verstaan, het vrouwelijk en het mannelijk personeel. HOOFDSTUK II. - Principe

Art. 2.De aanvullende vergoeding ingesteld in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties, wordt toegekend aan de in artikel 1 bedoelde werknemers op voorwaarde dat zij op het ogenblik van de vermindering van hun arbeidsprestaties aan de leeftijdsvoorwaarde voldoen die bepaald is op : - 57 jaar voor de werknemers die hun arbeidsprestaties verminderen in de periode van 1 januari 1997 tot 31 december 1998.

Deze leeftijdsvoorwaarde is vastgesteld ingevolge de in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier gesloten collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997 houdende toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen.

Art. 3.Tijdens de twaalf maanden die onmiddellijk voorafgaan aan de vermindering van de arbeidsprestaties, moeten de betrokken werknemers bij dezelfde onderneming hebben gewerkt in een voltijdse arbeidsregeling, zoals bepaald in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 4.Zij moeten bovendien de werkloosheidsuitkering genieten waarin de reglementering inzake werkloosheidsverzekering voor deze categorie van werknemers voorziet.

Art. 5.Het aantal arbeidsuren van de deeltijdse arbeidsregeling, na vermindering, moet per arbeidscyclus gemiddeld gelijk zijn aan de helft van het aantal arbeidsuren van een normale voltijdse arbeidsregeling in de onderneming. HOOFDSTUK III. - Bedrag van de aanvullende vergoeding

Art. 6.De aanvullende vergoeding wordt berekend zoals bepaald in de artikelen 5 tot en met 10 van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993.

Art. 7.Het bedrag van de aanvullende vergoeding valt ten laste van de werkgever van de betrokken werknemer en wordt maandelijks betaald tot hij de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt en wordt vervolgens overgenomen door het "Sociaal Fonds voor de onderneming voor recuperatie van papier". HOOFDSTUK IV. - Overgang naar het voltijds brugpensioen

Art. 8.De betrokken werknemer heeft recht op de aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers indien zij worden ontslagen, onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, in het kader van voormelde sectoriële collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997, indien hij op de datum van het ontslag de leeftijd van het voltijds brugpensioen heeft bereikt.

Indien hij op dat ogenblik de leeftijd van het voltijds brugpensioen niet heeft bereikt, kan de opzegging pas ingaan op de eerste dag van de maand volgend op die tijdens dewelke hij die leeftijd heeft bereikt.

Art. 9.In geval de werknemer de bepalingen van artikel 8 kan genieten, wordt de aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers indien zij worden ontslagen, berekend alsof de werknemer zijn arbeidsprestaties niet heeft verminderd.

Daartoe wordt het brutoloon dat de werknemer voor zijn halftijdse prestaties ontvangt vermenigvuldigd met twee en met behoud van de eventueel verworven premies, loontoeslagen en ploegcoëfficiënten van zijn vroegere voltijdse betrekking. HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997 en houdt van kracht te zijn op 31 december 1998.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 oktober 1998.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

^