Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 oktober 1998
gepubliceerd op 10 december 1998

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de tewerkstellingsakkoorden

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1998012816
pub.
10/12/1998
prom.
12/10/1998
ELI
eli/besluit/1998/10/12/1998012816/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 OKTOBER 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de tewerkstellingsakkoorden (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de tewerkstellingsakkoorden.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 oktober 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van het kledings- en confectiebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997 Tewerkstellingsakkoorden (Overeenkomst geregistreerd op 17 juni 1997 onder het nummer 44265/COB/215, door de Minister van Tewerkstelling en Arbeid op 27 juni 1997 goedgekeurd als tewerkstellingsakkoord zonder directe uitwerking met toepassing van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 (1)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf en op de bedienden die zij tewerkstellen.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt het algemeen kader van arbeidsbevorderende maatregelen in de kleding- en confectiesector. Zij werd gesloten ter uitvoering van hoofdstuk IV van titel III van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en ter uitvoering van het koninklijk besluit houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in toepassing van de artikelen 7, § 2, 30, § 2 en 33 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.

Art. 3.Het algemeen kader van arbeidsbevorderende maatregelen voor de kleding- en confectienijverheid bestaat uit volgende maatregelen tot herverdeling van de arbeid : - vrijwillige deeltijdse arbeid met opdeling van de arbeidsplaatsen; - halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar, met financiering door de individuele werkgever; - loopbaanonderbreking tot beloop van 1 pct. bovenop het recht op loopbaanonderbreking voorzien door het koninklijk besluit van 6 februari 1997 tot vaststelling van een recht op onderbreking van de beroepsloopbaan in toepassing van artikel 7, § 2, 1° van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en bovenop het recht op loopbaanonderbreking dat geldt in de sector of in de onderneming op 31 december 1996.

Art. 4.Teneinde te kunnen genieten van de voordelen bedoeld in hoofdstuk IV van titel III van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen kunnen de ondernemingen twee maatregelen, vermeld in artikel 3 hiervoor of één ervan, aangevuld met een andere maatregel tot arbeidsherverdeling, invoeren. Deze kunnen gelden als tewerkstellingsakkoord voor de onderneming mits toetreding onder de vorm van een collectieve arbeidsovereenkomst of een toetredingsakte die uitdrukkelijk melding maakt van de gekozen maatregelen.

Art. 5.De tewerkstellingsakkoorden, hetzij onder de vorm van een collectieve arbeidsovereenkomst, hetzij onder vorm van een toetredingsakte, zijn onderworpen aan de volgende toetredingsprocedure : - de onderneming maakt, hetzij de collectieve arbeidsovereenkomst, hetzij de toetredingsakte en het register, opgesteld overeenkomstig artikel 7, § 3 van het koninklijk besluit van 24 februari 1997, houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in toepassing van de artikelen 7, § 2, 30, § 2, en 33 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, per aangetekende brief over aan de "Commissie tewerkstellingsakkoorden bedienden kleding en confectie", waarvan hierna sprake in artikel 6; - deze commissie beschikt over een termijn van maximum 30 kalenderdagen, te rekenen vanaf de dag waarop het volledig dossier werd medegedeeld om een advies uit te brengen; - het tewerkstellingsakkoord evenals het advies van de commissie, wordt per aangetekende brief neergelegd op de griffie van de Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid; - de Minister van Tewerkstelling en Arbeid keurt het tewerkstellingsakkoord goed binnen de vier weken.

Bij ontstentenis van goedkeuring binnen deze termijn van vier weken wordt de toetreding tot de tewerkstellingsakkoorden geacht te zijn goedgekeurd en dit vanaf de dag waarop het volledig dossier werd medegedeeld aan voormelde commissie.

Art. 6.In de schoot van het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf wordt een beperkt comité opgericht onder de benaming "Commissie tewerkstellingsakkoorden bedienden kleding en confectie", samengesteld uit ten minste drie leden-werkgeversafgevaardigden en drie leden-werknemersafgevaardigden.

Dit comité oefent de bevoegdheden uit bedoeld in artikel 6, § 3 van het voormeld koninklijk besluit van 24 februari 1997 Het secretariaat van deze commissie wordt waargenomen door een door het paritair comité aangeduid lid.

De zetel van het secretariaat is gevestigd te 1000 Brussel, Montoyerstraat 24. De secretaris neemt alle nodige maatregelen voor de begeleiding en het opvolgen van de administratieve beschikkingen inzake de toetreding tot de tewerkstellingsakkoorden.

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 oktober 1998.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in toepassing van de artikelen 7, § 2, 30, § 2, en 33 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 11 maart 1997).

^