Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 oktober 1998
gepubliceerd op 05 december 1998

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de organisatie van de waarborg en de faciliteiten van vereffening van de brugpensioenvergoeding

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1998012794
pub.
05/12/1998
prom.
12/10/1998
ELI
eli/besluit/1998/10/12/1998012794/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 OKTOBER 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de organisatie van de waarborg en de faciliteiten van vereffening van de brugpensioenvergoeding (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juli 1978, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, tot vaststelling van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 13 maart 1979, inzonderheid op artikel 3;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de organisatie van de waarborg en de faciliteiten van vereffening van de brugpensioenvergoeding.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.

Koninklijk besluit van 13 maart 1979, Belgisch Staatsblad van 14 april 1979.

Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997 Organisatie van de waarborg en de faciliteiten van vereffening van de brugpensioenvergoeding (Overeenkomst geregistreerd op 16 september 1997 onder het nummer 45011/CO/119) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren. HOOFDSTUK II. - Principe

Art. 2.Het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren" wordt gelast de vereffening te vergemakkelijken en te waarborgen van de vergoeding voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr 17 van 19 december 1974 van de Nationale Arbeidsraad tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, en dat in alle gevallen van toepassing van de regeling, behalve de gevallen bedoeld in artikel 8, tweede lid van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK III. - Vereffening van de aanvullende vergoeding

Art. 3.De werkgever die (een) werk(man) (lieden) en/of (een) werkster(s) ontslaat die recht heeft (hebben) op een aanvullende vergoeding krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 2 of een ondernemingsovereenkomst gesloten in uitvoering van die overeenkomst en die enkel de brugpensioenleeftijd verlaagt, is gehouden daarvan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren" in te lichten binnen de zeven dagen die volgen.

Art. 4.De werkgever zal aan het sociaal fonds alle inlichtingen verstrekken die nodig zijn voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, bij middel van formulieren die te zijner beschikking zullen worden gesteld.

Art. 5.Het sociaal fonds zal elke maand, in de plaats van de werkgever, aan de begunstigden de aanvullende vergoeding betalen voorzien door de in artikel 2 bedoelde collectieve arbeidsovereenkomst, volgens de modaliteiten die zullen worden vastgesteld door de raad van beheer.

Art. 6.Het sociaal fonds zal op ieder ogenblik aan de begunstigden van de aanvullende vergoeding kunnen vragen het bewijs te leveren van hun recht op werkloosheidsuitkeringen.

Wanneer ingeval van arbeidsongeschiktheid de werkman of de werkster afziet van de aanvullende vergoeding om aanspraak te maken op de vergoeding ziekte- en invaliditeitsverzekering, dient hij (zij) onmiddellijk het sociaal fonds daarvan te verwittigen.

Art. 7.Het sociaal fonds zal elk kalenderkwartaal aan de betrokken werkgevers de bedragen meedelen die in de loop van het voorgaand kwartaal krachtens artikel 5 zijn betaald aan de werklieden en werksters van hun ondernemingen en hun verzoeken deze bedragen binnen de 30 daarop volgende dagen terug te betalen.

De administratieve kosten die voortvloeien uit de verrichte betalingen zijn ten laste van het sociaal fonds; ze zullen nochtans kunnen teruggevorderd worden bij de betrokken werkgevers bij eenvoudige beslissing van de raad van bestuur van het sociaal fonds.

In geval van niet terugbetaling of laattijdige terugbetaling door de werkgever, worden de door deze laatste verschuldigde bedragen verhoogd met verwijlinteresten, zonder dat ingebrekestelling is vereist. De toegepaste verwijlinteresten zijn dezelfde als deze die van toepassing zijn bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid. HOOFDSTUK IV. - Waarborg van betaling van de aanvullende vergoeding

Art. 8.Het sociaal fonds zal instaan voor de waarborg van de aanvullende vergoeding voorzien bij de in artikel 2 bedoelde collectieve arbeidsovereenkomst ingeval een werkgever niet de verplichtingen nakomt die hem zijn opgelegd krachtens de artikelen 4 tot 7 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

De bepaling van het eerste lid is niet van toepassing op de werkgever die in de onmogelijkheid is zijn verplichtingen na te komen wegens sluiting van onderneming, daar de waarborg van betaling van de aanvullende vergoeding dan is verzekerd door het fonds tot vergoeding van de werknemers ontslagen in geval van sluiting van onderneming krachtens artikel 2 van de wet van 30 juni 1967. HOOFDSTUK V. - Diverse bepalingen

Art. 9.In geval van niet verschuldigde betaling van de aanvullende vergoeding ingevolge vergissing of verkeerde inlichting, is de werkman of de werkster gehouden aan het fonds de onverschuldigd betaalde bedragen terug te betalen.

Art. 10.De werkman (werkster) die schuldeiser is van de aanvullende vergoeding zal het sociaal fonds in zijn (haar) plaats stellen voor zijn (haar) rechten en vorderingen voor de inning bij de werkgever-schuldenaar van de vergoeding, van de bedragen betaald en de kosten gedragen in toepassing van de artikelen 5, 7 en 8.

Art. 11.Op verzoek van de ondernemingen die op hun niveau een regeling van brugpensioen hebben ingesteld die voor de werklieden en werksters gunstiger is dan deze vastgesteld bij de in artikel 2 bedoelde collectieve arbeidsovereenkomst, en dit krachtens een ondernemingsovereenkomst kan het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren een afwijking toestaan van sommige bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst in de voorwaarden en volgens de modaliteiten die het vaststelt.

Art. 12.Elke betwisting met betrekking tot de toepassing van deze collectieve overeenkomst kan worden voorgelegd aan de raad van beheer van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren".

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 maart 1999.

Op 1 april van elk jaar wordt zij stilzwijgend verlengd voor een periode van een jaar, behoudens opzegging door één van de partijen uiterlijk drie maanden vóór het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, die de leden ervan inlicht.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 oktober 1998.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

^