gepubliceerd op 27 november 2023
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2023, gesloten in het Paritair Subcomité voor de grondafhandeling op luchthavens, betreffende het opleidingsplan en opleidingsrecht van de werknemers
12 NOVEMBER 2023. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2023, gesloten in het Paritair Subcomité voor de grondafhandeling op luchthavens, betreffende het opleidingsplan en opleidingsrecht van de werknemers (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de grondafhandeling op luchthavens;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2023, gesloten in het Paritair Subcomité voor de grondafhandeling op luchthavens, betreffende het opleidingsplan en opleidingsrecht van de werknemers.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 november 2023.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de grondafhandeling op luchthavens Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2023 Opleidingsplan en opleidingsrecht van de werknemers (Overeenkomst geregistreerd op 17 juli 2023 onder het nummer 180952/CO/140.04) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en hun werknemers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de grondafhandeling op luchthavens.
Onder "werknemers" wordt begrepen : de arbeiders en arbeidsters van werkgevers bedoeld in lid 1 aangegeven in de RSZ-categorie 283, met werknemerskengetal 015 of 027.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is evenwel niet van toepassing op : a) de leerlingen aangegeven in de RSZ-categorie 283 met werknemerskengetal 035;b) de leerlingen die vanaf 1 januari van het jaar waarin ze 19 jaar worden, aangegeven worden met werknemerskengetal 015, maar werken onder leercontract zoals aangegeven aan de RSZ met vermelding type leerling in de zone "type leercontract".
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van de hoofdstukken 9 - "opleidingsplannen" en 12 - "investeren in opleiding" van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen. HOOFDSTUK II. - Begrippen
Art. 3.Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt bedoeld onder : - "formele opleiding" : door lesgevers of opleiders ontwikkelde cursussen en stages. Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van organisatie van de opleider of opleidingsinstelling. Ze gaan door op een plaats die duidelijk van de werkplek gescheiden is. Ze richten zich tot een groep leerlingen. Die opleidingen kunnen ontwikkeld en beheerd worden door de onderneming zelf of door een extern organisme; - "informele opleiding" : de opleidingsactiviteiten, andere dan de formele opleidingen die rechtstreeks betrekking hebben op het werk.
Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van zelforganisatie door de individuele leerling of door een groep leerlingen met betrekking tot de tijd, de plaats en de inhoud, een inhoud die gekozen wordt volgens de individuele behoeften van de leerling op de werkplek, en met een rechtstreeks verband met het werk en de werkplek, met inbegrip van deelname aan conferenties of beurzen voor leerdoeleinden. HOOFDSTUK III. - Opleidingsplan
Art. 4.Iedere werkgever stelt jaarlijks, in uitvoering van artikel 36 van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen (Belgisch Staatsblad van 10 november 2022), vóór 31 maart een opleidingsplan op.
Hierbij besteedt de werkgever in het bijzonder aandacht aan : - de werknemers behorend tot de risicogroepen zoals bedoeld in artikel 35 van de wet houdende diverse arbeidsbepalingen van 3 oktober 2022; - de genderdimensie; - de knelpuntberoepen.
Het opleidingsplan bevat minstens een overzicht van de te volgen formele en informele opleidingen. Deze opleidingen vormen een investering in opleiding bedoeld in hoofdstuk 12 van de wet houdende diverse arbeidsbepalingen van 3 oktober 2022.
De opleidingen voorzien in het kader van nascholing in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 november 2017 (registratienummer 144374/CO/140.04) en andere verplichte opleidingen worden in het opleidingsplan meegenomen als formele opleidingen.
De "on the job" trainingen die nu reeds in de ondernemingen worden gegeven worden in het opleidingsplan meegenomen als informele opleidingen.
Om aan zijn verplichting inzake het jaarlijks opleidingsplan te voldoen, dient de werkgever een model op te maken dat voldoet aan de bepalingen uit hoofdstuk 9 - "opleidingsplannen" van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen.
In ondernemingen met een overlegorgaan zal een jaarlijkse voorafgaande bespreking plaatsvinden over een globaal opleidingsplan.
Na afloop van elk kalenderjaar dient de werkgever in het geëigende overlegorgaan te rapporteren over de vormingsinspanningen.
Art. 5.De verplichting tot het opmaken van een opleidingsplan zoals opgenomen in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op werkgevers die minder dan 20 werknemers tewerkstellen. HOOFDSTUK IV. - Individueel opleidingsrecht
Art. 6.§ 1. In ondernemingen met minder dan 10 werknemers, berekend overeenkomstig artikel 50, § 2 van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen geldt geen individueel opleidingsrecht. § 2. In ondernemingen met meer dan 10 werknemers en minder dan 20 werknemers, uitgedrukt in VTE, geldt een individueel opleidingsrecht van één dag opleiding per jaar voor een voltijdse werknemer. § 3. In ondernemingen met 20 of meer werknemers wordt het individueel opleidingsrecht vastgelegd op twee dagen voor een voltijdse werknemer, tenzij op ondernemingsvlak al een hoger opleidingsrecht werd voorzien. § 4. Voor de invulling van het individuele opleidingsrecht komen alle professionele opleidingen die kunnen gerelateerd worden aan het bedrijf of de sector in aanmerking. § 5. Het groeipad voor de ondernemingen met 20 of meer werknemers wordt als volgt vastgelegd : - 2 dagen voor een voltijdse werknemer in 2023 en 2024; - 3 dagen voor een voltijdse werknemer in 2025 en 2026; - 4 dagen voor een voltijdse werknemer vanaf 2027; - 5 dagen voor een voltijdse werknemer vanaf 2030. § 6. Het saldo van de niet opgebruikte opleidingsdagen wordt op het einde van het jaar overgedragen naar het daaropvolgende jaar, zonder dat dit saldo in mindering mag worden gebracht van het opleidingskrediet van de werknemer in dat jaar.
Doel is dat op het einde van elke periode van vijf jaar, die ten vroegste kan beginnen op 1 januari 2024 (of voor het einde van de arbeidsovereenkomst als deze stopt voordat de voormelde periode van vijf jaar afloopt), de voltijdse werknemer minimum het in artikel 6 bepaalde aantal opleidingsdagen per jaar heeft opgenomen. Na vijf jaar wordt het saldo van het beschikbare opleidingskrediet opnieuw op nul gezet. § 7. De originele attesten die door de opleidingsinstellingen aan de werkgever afgeleverd worden naar aanleiding van de door de werknemer gevolgde formele en informele opleidingen, dienen onverwijld aan de werknemer te worden overgemaakt. HOOFDSTUK V. - Vergoeding voor opleidingsdagen
Art. 7.§ 1. De opleiding kan binnen of buiten de normale werkuren worden gevolgd.
De opleidingsuren worden betaald aan het gewone loon voor de arbeidsuren.
De opleidingsuren die buiten de normale werkuren gevolgd worden, worden eveneens betaald aan het reële uurloon arbeidstijd maar geven geen aanleiding tot de betaling van een eventueel overloon. § 2. Indien de opleiding een bijkomende verplaatsing voor de werknemer vereist zal deze desgevallend vergoed worden cfr. de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2022 tot vaststelling van de werkgeverstussenkomst voor het woon-werkverkeer (176741/CO/140.04) en zijn eventueel opvolgende collectieve arbeidsovereenkomsten. HOOFDSTUK VI. - Geldigheidsduur
Art. 8.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2023 en is van onbepaalde duur. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 januari 2018 betreffende de opleiding van de werknemers, geregistreerd onder het nr. 145001. § 2. De collectieve arbeidsovereenkomst kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd. Deze opzegging moet minstens drie maanden op voorhand geschieden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het paritair subcomité die zonder verwijl de betrokken partijen in kennis zal stellen. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum van verzending van bovengenoemde aangetekende brief.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 november 2023.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE