gepubliceerd op 21 november 2008
Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 57, § 2, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, betreffende de berekeningsregels voor de per verpleegdag betaalde forfaitaire honoraria inzake klinische biologie
12 NOVEMBER 2008. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 57, § 2, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, betreffende de berekeningsregels voor de per verpleegdag betaalde forfaitaire honoraria inzake klinische biologie
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 57, § 2, gewijzigd bij de wet van 20 december 1995, het koninklijk besluit van 25 april 1997 en de wet van 24 december 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 oktober 2002 tot uitvoering van artikel 57 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, betreffende de berekeningsregels voor de per verpleegdag betaalde forfaitaire honoraria inzake klinische biologie;
Gelet op het voorstel van de Nationale Commissie geneesheren-ziekenfondsen van 7 april 2008;
Gelet op het advies uitgebracht door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging op 21 april 2008;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 mei 2008;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris van Begroting, gegeven op 11 juli 2008;
Gelet op het advies 45.087/1 van de Raad van State, gegeven op 2 oktober 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.§ 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° basisgegevens : de door de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen verschuldigde bedragen voor verstrekkingen, verleend tussen 1 januari en 31 december van een dienstjaar en opgenomen in de bij Titel VI, Hoofdstuk VI van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, bedoelde statistische tabellen voor dat dienstjaar en voor het eerste daarop volgende semester;2° refertejaar : het meest recente jaar waarvan de basisgegevens gekend zijn op 1 april van het jaar welk voorafgaat aan het jaar waarin de forfaitaire honoraria van toepassing zijn;3° verstrekkingen inzake klinische biologie : alle verstrekkingen die in de loop van het refertejaar waren opgenomen in artikel 3, § 1, A, II en C, I, in artikel 18, § 2, B, e), en in artikel 24, § 1, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, verleend aan in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden;4° geobserveerde uitgaven inzake klinische biologie : de door de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen verschuldigde bedragen voor verstrekkingen inzake klinische biologie verleend tussen 1 januari en 31 december van het refertejaar en opgenomen in de bij Titel VI, Hoofdstuk VI van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, bedoelde statistische tabellen betreffende het dienstjaar van het refertejaar en betreffende het eerste semester van het daarop volgende dienstjaar, met dien verstande dat de waarde van de verstrekkingen inzake klinische biologie met vier wordt vermenigvuldigd;5° aantal aan een ziekenhuis toegewezen verpleegdagen : het aantal verpleegdagen waarvoor een tegemoetkoming vanwege de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen verschuldigd is, gerealiseerd tussen 1 januari en 31 december van het refertejaar en opgenomen in de vorengenoemde statistische tabellen betreffende het dienstjaar van het refertejaar en betreffende het eerste semester van het daarop volgende dienstjaar, zoals gecorrigeerd bij toepassing van artikel 6.6° categorale ziekenhuizen : ziekenhuizen die noch over een dienst voor diagnose en heelkundige behandeling (C), noch over een dienst voor diagnose en geneeskundige behandeling (D), noch over een dienst voor kindergeneeskunde beschikken (E). § 2. Voor de ziekenhuizen die ten laatste vanaf 1 januari van het jaar waarin de forfaitaire honoraria van toepassing zijn een fusie hebben aangegaan, worden de gegevens van die verschillende ziekenhuizen eerst samengeteld.
Art. 2.Het forfaitair honorarium per verpleegdag is gelijk aan het quotiënt van de deling met als deeltal de begroting van de financiële middelen voor klinische biologie van het betrokken ziekenhuis en als deler het aantal verpleegdagen dat is toegewezen aan het betrokken ziekenhuis.
De begroting van de financiële middelen voor de klinische biologie wordt voor ieder ziekenhuis afzonderlijk berekend. Ze is gelijk aan de som van de in artikel 4 bedoelde aandelen in de partiële begrotingen.
Art. 3.De globale begroting voor de per verpleegdag betaalde forfaitaire honoraria inzake klinische biologie van het lopende jaar wordt vastgesteld door de Algemene Raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging.
Art. 4.Op grond van de in artikel 3 vastgestelde globale begroting worden partiële begrotingen vastgelegd welke verdeeld worden op basis van de volgende parameters : 1° Voor het dienstjaar 2009 wordt 4,245 miljoen euro van de globale begroting toegekend aan de psychiatrische ziekenhuizen.Dit bedrag wordt jaarlijks verhoogd met 5 %; 2° Voor het dienstjaar 2009 wordt 2,850 miljoen euro van de globale begroting toegekend aan de categorale ziekenhuizen.Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast aan de evolutie van het globaal budget klinische biologie; 3° 40 % van de globale begroting, verminderd met de partiële begrotingen vermeld in 1° en 2°, wordt verdeeld op basis van de pathologiegegevens, waarvan een gedeelte wordt afgezonderd op basis van de geobserveerde uitgaven per dienstengroep inzake klinische biologie voor de in artikel 5, § 1, vermelde ziekenhuizen en diensten waarvoor de methode die in bijlage is beschreven, niet van toepassing is;4° 40 % van de globale begroting, verminderd met de partiële begrotingen vermeld in 1° en 2°, wordt verdeeld op basis van de nationale gemiddelde uitgaven per dag en per dienst;5° 10 % van de globale begroting, verminderd met de partiële begrotingen vermeld in 1° en 2°, wordt verdeeld op basis van het aantal bedden voor intensieve zorgen;6° 10 % van de globale begroting, verminderd met de partiële begrotingen vermeld in 1° en 2°, wordt verdeeld op basis van de permanente fysische aanwezigheid van minstens één medisch laboratoriumtechnoloog in het erkend ziekenhuislaboratorium. De partiële begrotingen vermeld onder 1° en 2° worden verdeeld voor de helft op basis van de nationale gemiddelde uitgaven per dag en per dienst zoals bepaald in artikel 5, § 2, en voor de helft proportioneel aan de geobserveerde uitgaven inzake klinische biologie.
Art. 5.§ 1. De partiële begroting inzake klinische biologie welke verdeeld dient te worden volgens de pathologiegegevens wordt per ziekenhuis verdeeld overeenkomstig de methode die in bijlage is beschreven, met uitzondering voor de psychiatrische diensten en sp-diensten in algemene ziekenhuizen, waarvoor de verdeling gebeurt proportioneel aan de geobserveerde uitgaven inzake klinische biologie. § 2. Voor de verdeling van de partiële begroting inzake klinische biologie welke op basis van de nationale gemiddelde uitgaven per dienst wordt verdeeld worden de volgende diensten en dienstengroepen onderscheiden : 1° D1 : de dienst voor diagnose en heelkundige behandeling (C) waaraan de helft van de dienst voor intensieve verzorging (I) wordt toegevoegd en de eenheid voor behandeling van zware brandwonden (Br);2° D2 : de dienst voor diagnose en geneeskundige behandeling (D), waaraan de helft van de dienst voor intensieve verzorging (I) wordt toegevoegd, de dienst voor kindergeneeskunde (E), de dienst voor geriatrie en revalidatie (G) en de dienst voor besmettelijke aandoeningen (L);3° D3 : de kraamdienst in een algemeen ziekenhuis (M), de dienst voor intensieve verzorging van pasgeborenen (NIC) en de functie voor niet intensieve neonatale verzorging (N*);4° D4 : de dienst voor neuropsychiatrie voor kinderen (K) in psychiatrische ziekenhuizen, de dienst voor neuropsychiatrie (A) in psychiatrische ziekenhuizen, de psychiatrische dienst (T) in psychiatrische ziekenhuizen en de dienst gespecialiseerd voor de behandeling en de revalidatie voor in een ziekenhuis opgenomen patiënten met psychogeriatrische aandoeningen (Sp psychogeriatrisch) in de psychiatrische ziekenhuizen;5° D5 : de dienst voor neuropsychiatrie voor kinderen (K) in een algemeen ziekenhuis, de dienst voor neuropsychiatrie (A) in een algemeen ziekenhuis en de psychiatrische dienst (T) in een algemeen ziekenhuis;6° D6 : de dienst gespecialiseerd voor de behandeling en de revalidatie voor in een ziekenhuis opgenomen patiënten met cardio-pulmonaire aandoeningen (Sp cardio-pulmonair), de dienst gespecialiseerd voor de behandeling en de revalidatie voor in een ziekenhuis opgenomen patiënten met locomotorische aandoeningen (Sp locomotorisch), de dienst gespecialiseerd voor de behandeling en de revalidatie voor in een ziekenhuis opgenomen patiënten met neurologische aandoeningen (Sp neurologisch), de dienst gespecialiseerd voor de behandeling en de revalidatie voor in een ziekenhuis opgenomen patiënten met chronische aandoeningen waarvoor palliatieve zorgen nodig zijn (Sp palliatief), de dienst gespecialiseerd voor de behandeling en de revalidatie voor in een ziekenhuis opgenomen patiënten met chronische polypathologieën waarvoor verlengde medische zorgen nodig zijn (Sp polypathologie), de dienst gespecialiseerd voor de behandeling en de revalidatie voor in een ziekenhuis opgenomen patiënten met psychogeriatrische aandoeningen (Sp psychogeriatrisch) en de dienst gespecialiseerd voor de behandeling en de revalidatie voor in een ziekenhuis opgenomen patiënten met chronische aandoeningen (Sp chronisch);7° D7 : de diensten in categorale ziekenhuizen. De begroting van het ziekenhuis wordt bekomen door het aantal toegewezen verpleegdagen per dienst te vermenigvuldigen met de gemiddelde nationale waarde van de geobserveerde uitgaven inzake klinische biologie per dag in de betrokken dienst, met dien verstande dat voor de dienst voor neuropsychiatrie (A) in psychiatrische ziekenhuizen een onderscheid tussen drie groepen van ziekenhuizen wordt ingevoerd in de berekening van het nationale gemiddelde. Dat onderscheid wordt gemaakt op basis van de gemiddelde verblijfsduur per opneming naargelang hij korter is dan 50 dagen, begrepen is tussen 50 en 70 dagen of langer is dan 70 dagen. § 3. De verdeling van de partiële begroting inzake klinische biologie van artikel 4, verdeeld op basis van het aantal bedden voor intensieve zorgen, gebeurt door deze partiële begroting te delen door het totaal aantal bedden voor intensieve zorgen, zoals bedoeld in artikel 46, § 2 van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, en het bekomen bedrag toe te wijzen aan elk ziekenhuis op basis van het aantal bedden voor intensieve zorgen. § 4. De verdeling van de partiële begroting inzake klinische biologie van artikel 4, verdeeld op basis van de permanente fysische aanwezigheid van medisch laboratoriumtechnologen in het erkende ziekenhuislaboratorium, gebeurt door deze partiële begroting te delen door het totaal aantal verpleegdagen in acute diensten in ziekenhuizen die over de permanente fysische aanwezigheid van medisch laboratoriumtechnologen in het erkend ziekenhuislaboratorium beschikken en het bekomen bedrag toe te wijzen aan elk ziekenhuis met voornoemde permanente fysische aanwezigheid op basis van het aantal verpleegdagen in acute diensten. Deze verdeling is niet van toepassing op de psychiatrische ziekenhuizen, op de categorale ziekenhuizen en op de diensten Sp in de algemene ziekenhuizen.
De lijsten met de namen van de medisch laboratoriumtechnologen die de permanentie binnen het laboratorium verzekeren worden bij de hoofdgeneesheer ter beschikking gehouden van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle.
Art. 6.§ 1. Bij de berekening van de begroting van financiële middelen voor ieder ziekenhuis, alsook bij het toewijzen van het aantal verpleegdagen aan elk ziekenhuis, wordt rekening gehouden met de evolutie van het aantal bedden per dienst tussen het refertejaar en 1 januari van het jaar gedurende hetwelk de forfaitaire honoraria van toepassing zijn. § 2. De som van de begrotingen die aan de ziekenhuizen worden toegewezen, mag geenszins hoger liggen dan de globale begroting per verpleegdag zoals die is omschreven in artikel 3.
Art. 7.De psychiatrische en categorale ziekenhuizen kunnen het forfaitair honorarium per verpleegdag slechts aanrekenen wanneer het ziekenhuis een unieke overeenkomst heeft gesloten met de inrichtende macht van een laboratorium, dat dag en nacht een permanentie van de verstrekkingen garandeert.
Art. 8.De Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering is ermee belast het forfaitair honorarium per verpleegdag voor ieder afzonderlijk ziekenhuis vast te stellen.
Hij stelt het betrokken ziekenhuis en de verzekeringsinstellingen ten laatste op 1 mei in kennis van de hiervoren vermelde bedragen. Vanaf de datum waarop het bedrag van de forfaitaire honoraria is meegedeeld, hebben de ziekenhuizen, op straffe van onontvankelijkheid, 30 dagen tijd om eventueel hun opmerkingen bij hogergenoemde Dienst terzake te formuleren.
Elke betwisting betreffende de toegekende forfaits wordt voorgelegd aan het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging.
De Dienst voor geneeskundige verzorging is belast met de uitvoering van de in het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging genomen beslissing.
Art. 9.Het koninklijk besluit van 18 oktober 2002 tot uitvoering van artikel 57 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, betreffende de berekeningsregels voor de per verpleegdag betaalde forfaitaire honoraria inzake klinische biologie gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 mei 2004, wordt opgeheven.
Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2009.
Art. 11.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 november 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX
Bijlage : Regels voor de berekening van de begroting van financiële middelen per ziekenhuis op basis van pathologiegegevens (artikel 5, § 1) Begrippen en afkortingen : - Rijksinstituut : het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering; - FOD Volksgezondheid : de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu; - MKG-MFG data : de minimale klinische en minimale financiële gegevens zoals ingezameld door de Technische cel voor de verwerking van de gegevens met betrekking tot de ziekenhuizen, opgericht bij de FOD Volksgezondheid en het Rijksinstituut door de wet van 29 april 1996 houdende sociale bepalingen; - APR-DRG classificatie : de classificatie van patienten in diagnosegroepen zoals beschreven in het handboek « All Patient Refined Diagnosis Related Groups, Definition manual, version 15.0 »; - severity klasse : opdeling van APR-DRG in 4 klassen volgens de ernst van de aandoening zoals beschreven in voornoemd handboek; - case-mix van een ziekenhuis : het aantal verblijven per APR-DRG, per severity klasse, per jaar. 1. Bepaling van de partiële begroting die wordt verdeeld op basis van de pathologiegegevens De partiële begroting die wordt verdeeld op basis van pathologiegegevens is gelijk aan 40 % van de globale begroting, bedoeld in artikel 3, waarvan een gedeelte wordt afgezonderd op basis van de geobserveerde uitgaven per dienstengroep inzake klinische biologie voor de in artikel 5, § 1, vermelde ziekenhuisdiensten.2. Bepaling van de klinische biologie indexen per APR-DRG De Technische cel berekent jaarlijks vóór 1 april de klinische biologie indexen voor de prestaties inzake klinische biologie die op forfaitaire basis vergoed worden.Deze berekening wordt uitgevoerd op de landelijke MKG-MFG data van het meest recent beschikbare jaar. De klinische biologie indexen zijn gelijk aan de verhouding van de gemiddelde uitgaven per verblijf per APR-DRG en per severity klasse voor de prestaties inzake klinische biologie tot de gemiddelde uitgaven per verblijf voor alle APR-DRG's en severity klassen samen.
De gemiddelde uitgaven per verblijf per APR-DRG en per severity klasse wordt bepaald na weglating van de outliers. De outliers zijn de verblijven met uitgaven voor prestaties inzake klinische biologie die groter zijn dan Q3 + 2x(Q3 -Q1), waarbij Q1, Q2 en Q3 de waarden vertegenwoordigen van het eerste, tweede en derde kwartiel van de verdeling van voornoemde uitgaven.
Indien voor een bepaalde APR-DRG er voor de vier severity klassen minder dan 80 verblijven aanwezig zijn in de nationale databank, dan worden deze verblijven samengenomen en wordt er slechts één klinische biologie index berekend. Indien voor een bepaalde APR-DRG er voor de severity klassen 1 en 2 samen minder dan 40 verblijven aanwezig zijn in de nationale databank, dan worden deze verblijven samengenomen en wordt er voor severity klasse 1 en 2 slechts één klinische biologie index berekend. Idem voor severity klassen 3 en 4. Indien voor een bepaalde APR-DRG in een severity klasse minder dan 10 verblijven aanwezig zijn in de nationale databank, dan wordt het aantal verblijven van deze severity klasse samengenomen met de naburige severity klasse op de volgende wijze : klasse 1 + klasse 2 of klasse 3 + klasse 4. 3. Berekening van de begroting van het ziekenhuis De begroting van het ziekenhuis wordt berekend op basis van de klinische biologie indexen uit punt 2 en de meest recent beschikbare case-mix van het ziekenhuis.In de case-mix van de ziekenhuizen wordt een onderscheid gemaakt naargelang een verblijf als oncologisch wordt gedefiniëerd. Een verblijf wordt als oncologisch gedefiniëerd wanneer de hoofddiagnose van het verblijf één van de volgende ICD-9-CM codes bevat : - 140 t.e.m. 149 : maligant neoplasm of lip, oral cavity and pharynx - 150 t.e.m. 159 : maligant neoplasm of digestive organs and peritoneum - 160 t.e.m. 165 : maligant neoplasm of respiratory and intrathoracic organs - 170 t.e.m. 176 : maligant neoplasm of bone, connective tissue, skin, and breast - 179 t.e.m. 189 : maligant neoplasm of genitourinary organs - 190 t.e.m. 199 : maligant neoplasm of other and unspecified sites - 200 t.e.m. 208 : maligant neoplasm of lymphanic and hematopoietic tissue - 230 t.e.m. 234 : carcinoma in situ - 235 t.e.m. 238 : neoplasms of uncertain behavior - 239 : neoplasms of unspecied nature - 259.2 : carcinoid syndrome - 377.51 : Disorders of optic chiasm associated with pituitary neoplasms and disorders - 377.52 : Disorders of optic chiasm associated with other neoplasms - 377.61 : Disorders of other visual pathways associated with neoplasms - 377.71 : Disorders of visual cortex associated with neoplasms - 446.3 : lethal midline granuloma - 960.7 : poisoning by antineoplastic antibiotics - 963.1 : poisoning by primary systemic agents : antineoplastic and immunosuppressive drugs - V58.0 : radiotherapy - V58.1 : chemotherapy.
Deze case-mix-gegevens worden meegedeeld door de FOD Volksgezondheid uiterlijk op 1 april voor het betreffend dienstjaar.
De berekening van de begroting van het ziekenhuis gebeurt door, per APR-DRG en severity klasse, het product te maken van het aantal verblijven in betreffend ziekenhuis en de klinische biologie index, met dien verstande dat voor de oncologische verblijven de klinische biologie index vermenigvuldigd wordt met 1,85 : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De begroting van het ziekenhuis is gelijk aan het product van de klinische biologie index van elk ziekenhuis en het quotiënt van de voorziene partiële begroting en de som van de klinische biologie indexen van alle ziekenhuizen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 12 november 2008 tot uitvoering van artikel 57, § 2 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, betreffende de berekeningsregels voor de per verpleegdag betaalde forfaitaire honoraria inzake klinische biologie.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX