gepubliceerd op 07 juni 2024
Koninklijk besluit tot vaststelling van de procedure voor de opstelling, goedkeuring en publicatie van het netontwikkelingsplan voor het waterstofvervoersnetwerk en het ontwikkelingsplan voor het transmissienet elektriciteit
12 MEI 2024. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de procedure voor de opstelling, goedkeuring en publicatie van het netontwikkelingsplan voor het waterstofvervoersnetwerk en het ontwikkelingsplan voor het transmissienet elektriciteit
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de Grondwet, artikel 108;
Gelet op de wet van 11 juli 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/07/2023 pub. 25/07/2023 numac 2023043752 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende het vervoer van waterstof door middel van leidingen sluiten betreffende het vervoer van waterstof door middel van leidingen, artikel 14, § 1, vijfde lid;
Gelet op de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, artikel 13, § 1, zesde lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 december 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/12/2007 pub. 01/02/2008 numac 2007011404 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de procedure voor uitwerking, goedkeuring en bekendmaking van het plan inzake ontwikkeling van het transmissienet voor elektriciteit sluiten betreffende de procedure voor uitwerking, goedkeuring en bekendmaking van het plan inzake ontwikkeling van het transmissienet voor elektriciteit;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 1 maart 2024;
Gelet op advies 75.859/16 van de Raad van State, gegeven op 5 april 2024 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Energie,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° Waterstofwet: de wet van 11 juli 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/07/2023 pub. 25/07/2023 numac 2023043752 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende het vervoer van waterstof door middel van leidingen sluiten betreffende het vervoer van waterstof door middel van leidingen;2° Gaswet: de wet van 12 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/1965 pub. 08/03/2007 numac 2007000126 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers sluiten betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen;3° wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten: de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu;4° Elektriciteitswet: de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt;5° scenario: inschatting over energieverbruik, energieproductie, energiemix, energie-efficiëntie en de hieruit volgende broeikasgasemissie gebaseerd op bepaalde veronderstellingen inzake de evolutie van economische, demografische, politieke of andere parameters;6° Verordening (EU) 2018/1999: Verordening (EU) 2018/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 inzake de governance van de energie-unie en van de klimaatactie, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr.663/2009 en (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 94/22/EG, 98/70/EG, 2009/31/EG, 2009/73/EG, 2010/31/EU, 2012/27/EU en 2013/30/EU van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2009/119/EG en (EU) 2015/652 van de Raad, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 525/2013 van het Europees Parlement en de Raad; 7° aardgasbeheerders: de beheerders bedoeld in artikel 1, 42° van de Gaswet;8° prospectieve studies: de studie bedoeld in art.3 van de Elektriciteitswet en de studie bedoeld in artikel 15/13, § 1 van de Gaswet; 9° CREG: de commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas, opgericht door artikel 23, van de Elektriciteitswet.
Art. 2.De termijnen bedoeld in dit besluit worden bepaald overeenkomstig artikel 1.7 van het Burgerlijk Wetboek.
HOOFDSTUK 2. - Het netontwikkelingsplan voor het waterstofvervoersnet Afdeling 1. - Definities
Art. 3.§ 1. De definities vervat in artikel 2 van de Waterstofwet zijn van toepassing op dit hoofdstuk. § 2. In aanvulling op paragraaf 1 wordt voor de toepassing van dit besluit verstaan onder: 1° netontwikkelingsplan: een plan voor de ontwikkeling van het waterstofvervoersnet zoals bedoeld in artikel 14 van de Waterstofwet. Afdeling 2. - Indiening van een ontwerp van netontwikkelingsplan of
een ontwerp van tweejaarlijkse aanpassing daarvan
Art. 4.De waterstofvervoersnetbeheerder legt uiterlijk op 1 juli 2027 een ontwerp van netontwikkelingsplan met betrekking tot de periode van 1 januari 2028 tot en met 31 december 2037 voor ter goedkeuring aan de minister en bezorgt daarvan een kopie aan de Algemene Directie Energie en het Federaal Planbureau.
Onverminderd de artikelen 13 tot en met 18 en uiterlijk drie maanden voor de afloop van de tweejaarlijkse termijn, zoals bedoeld in artikel 14, § 1, vierde lid, van de Waterstofwet legt de waterstofvervoersnetbeheerder een ontwerp van aanpassing van het netontwikkelingsplan ter goedkeuring voor aan de minister en bezorgt hij daarvan een kopie aan de Algemene Directie Energie en het Federaal Planbureau.
Elk netontwikkelingsplan dekt een periode van tien jaar. Elke tweejaarlijkse aanpassing of wijziging, overeenkomstig de artikelen 13 tot en met 18, doet deze tienjarige duur opnieuw aanvatten. Afdeling 3. - Goedkeuring van een netontwikkelingsplan of een
tweejaarlijkse aanpassing daarvan
Art. 5.De Algemene Directie Energie en het Federaal Planbureau verlenen aan de minister binnen een termijn van zestig dagen na het ontvangen van een ontwerp van netontwikkelingsplan of een ontwerp van tweejaarlijkse aanpassing daarvan overeenkomstig artikel 4 elk een advies over de inhoud en de totstandkoming van een ter goedkeuring voorgelegd ontwerp van netontwikkelingsplan of ontwerp van tweejaarlijkse aanpassing daarvan.
De Algemene Directie Energie voegt bij haar advies een verklaring, overeenkomstig artikel 16 van de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten.
Art. 6.De waterstofvervoersnetbeheerder beantwoordt elk gemotiveerd verzoek van de minister om aanvullende analyses uit te voeren of om aanvullende informatie te verstrekken met betrekking tot een ter goedkeuring voorgelegd ontwerp van netontwikkelingsplan of een ontwerp van tweejaarlijkse aanpassing daarvan binnen de termijn vermeld in het verzoek. Deze termijn wordt bepaald na raadpleging van de waterstofvervoersnetbeheerder.
Elk verzoek bedoeld in het eerste lid en elk antwoord daarop van de waterstofvervoersnetbeheerder wordt gecommuniceerd via elektronisch bericht met ontvangstmelding.
Indien het verzoek bedoeld in het eerste lid geen termijn voorschrijft waarbinnen aanvullende analyses dienen te worden uitgevoerd of waarbinnen aanvullende informatie dient te worden verstrekt, dient te worden voldaan aan het verzoek ten laatste dertig werkdagen na de ontvangst ervan.
Art. 7.§ 1. De minister beslist binnen de 3 maanden na de indiening overeenkomstig artikel 4 van het ontwerp van netontwikkelingsplan of ontwerp van tweejaarlijks aanpassing daarvan, over de goedkeuring, al dan niet gedeeltelijk, van een ontwerp van netontwikkelingsplan of een ontwerp van tweejaarlijkse aanpassing daarvan en dit voor zover hij de adviezen en de verklaring bedoeld in artikel 5 of de desgevallend aanvullende analyse of informatie bedoeld in artikel 6 heeft ontvangen. § 2. De minister kan daarbij, na raadpleging van de waterstofvervoersnetbeheerder voorwaarden opleggen met betrekking tot: 1° diens beslissing inzake goedkeuring bedoeld in paragraaf 1;2° scenario's waar de waterstofvervoersnetbeheerder rekening mee houdt bij het opstellen van een eerstvolgend ontwerp van tweejaarlijkse aanpassing van netontwikkelingsplan of wijziging overeenkomstig de artikelen 13 tot en met 18. Deze voorwaarden zijn gebaseerd op de adviezen of de verklaring bedoeld in artikel 5, het advies van de CREG bedoeld in artikel 11, op aanvullende analyse of aanvullende informatie verkregen overeenkomstig artikel 6, of op de raadpleging bedoeld in artikel 10, § 1, derde lid.
Bij het opleggen van voorwaarden bedoeld in het eerste lid preciseert de minister, rekening houdend met de procedurele en inhoudelijke voorwaarden overeenkomstig afdeling 4, hoe de waterstofvervoersnetbeheerder aan de voorwaarden dient te voldoen, binnen welke termijn dit dient te gebeuren en wat de eventuele gevolgen zijn bij niet-naleving voor de beslissing bedoeld in paragraaf 1 met betrekking tot het voorliggend of volgende ontwerp van netontwikkelingsplan of een ontwerp van tweejaarlijkse aanpassing daarvan. § 3. Bij gebrek aan goedkeuring binnen de in paragraaf 1 vermelde termijn blijft het laatst goedgekeurde netontwikkelingsplan of de laatste goedgekeurde tweejaarlijkse aanpassing daarvan van toepassing voor zover de minister niet beslist om bepaalde aspecten ervan niet langer van toepassing te verklaren na raadpleging van de waterstofvervoersnetbeheerder. Afdeling 4. - Het opstellen van een ontwerp van netontwikkelingsplan
of een ontwerp van tweejaarlijkse aanpassing daarvan Onderafdeling 1. - Procedurele vereisten
Art. 8.Met het oog op het opstellen van een ontwerp van een netontwikkelingsplan of een ontwerp tot tweejaarlijkse aanpassing daarvan, en met name in functie van het opstellen van scenario's en het uitvoeren van kosten-batenanalyses, neemt de waterstofvervoersnetbeheerder de meest recente relevante informatie in verschillende documenten in aanmerking die op internationaal, Europees of federaal niveau zijn opgesteld met betrekking tot de energievoorziening, analysemethodologieën, systemen voor het vervoer van energie en andere onderwerpen waaronder met name de volgende documenten: 1° methodologieën voor het uitvoeren van kosten-batenanalyses opgesteld door het Europees netwerk van aardgasvervoersnetbeheerders;2° het Uniebreed netontwikkelingsplan bedoeld in artikel 30, eerste lid, b), van Verordening (EU) nr.2019/943 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de interne markt voor elektriciteit; 3° het tienjarig netontwikkelingsplan dat de gehele Gemeenschap dekt bedoeld in artikel 8, derde lid, b), Verordening (EG) nr.715/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1775/2005; 4° het ontwikkelingsplan bedoeld in artikel 13, van de Elektriciteitswet;5° het investeringsplan bedoeld in artikel 15/1, § 5, van de Gaswet;6° de analyse met betrekking tot de noden van het Belgische elektriciteitssysteem inzake de toereikendheid en de flexibiliteit van het land voor de komende tien jaar zoals bedoeld in artikel 7bis, § 4bis, van de Elektriciteitswet;7° de Europese beoordeling van de toereikendheid van de elektriciteitsvoorziening bedoeld in artikel 23, van Verordening (EU) nr.2019/943 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de interne markt voor elektriciteit; 8° het overeenkomstig Verordening (EU) nr.2018/1999 ingediende geïntegreerde nationale energie- en klimaatplan; 9° rapporten, gegevens, indicatoren en voorspellingen gepubliceerd door het Federaal Planbureau, onder andere over de ontwikkeling van de waterstofvraag en de energiemix;10° projecten met betrekking tot waterstof of een andere energiedrager die door de Europese Commissie beoordeeld zijn als belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang zoals bedoeld in artikel 107, derde lid, b), van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie;11° de instructie van de minister bedoeld in artikel 7undecies, § 6, eerste lid, van de Elektriciteitswet.
Art. 9.In overleg met de Algemene Directie Energie en het Federaal Planbureau verwerkt de waterstofvervoersnetbeheerder de resultaten van de in aanmerkingneming van de documenten bedoeld in artikel 8 tot scenario's met het oog op de aanduiding van de behoeften aan vervoerscapaciteit.
De waterstofvervoersnetbeheerder houdt bij het uitwerken van de scenario's voor zijn ontwerp van netontwikkelingsplan of een ontwerp van tweejaarlijkse aanpassing daarvan, rekening met de meest recente prospectieve studies, beschikbaar op dat moment.
Art. 10.§ 1. De waterstofvervoersnetbeheerder raadpleegt, over een periode van dertig dagen, de huidige en eventuele toekomstige gebruikers van het waterstofvervoersnet en waterstof in het algemeen op basis van de in artikel 9 bedoelde scenario's. De waterstofvervoersnetbeheerder nodigt specifiek de aardgasbeheerders, de beheerders van een interconnector, bedoeld in artikel 1, 60° bis, van de Gaswet, de netbeheerder, bedoeld in Hoofdstuk 3, de CREG, de beheerders van waterstofdistributienetten en de relevante bevoegde gewestelijke overheden uit om aan de raadpleging deel te nemen, met name teneinde het realistisch karakter van de scenario's te verifiëren overeenkomstig artikel 14, § 2, tweede lid, van de Waterstofwet. § 2. Na overleg met de Algemene Directie Energie en het Federaal Planbureau bezorgt de waterstofvervoersnetbeheerder via e-mail met ontvangstbevestiging de scenario's en de motivering daarvan, met inbegrip van de opmerkingen bekomen overeenkomstig § 1, aan de minister en stuurt een kopie aan de Algemene Directie Energie en het Federaal Planbureau.
Binnen een termijn van dertig dagen vanaf de ontvangst van de scenario's bezorgen de Algemene Directie Energie en het Federaal Planbureau elk hun advies via e-mail met ontvangstbevestiging aan de minister en sturen een kopie aan de waterstofvervoersnetbeheerder. In de gevallen waar geen opmerkingen werden bezorgd binnen deze termijn mag aan deze vereiste voorbijgegaan worden.
Na consultatie met de waterstofvervoersnetbeheerder en op basis van de adviezen bedoeld in het tweede lid of de raadpleging bedoeld in paragraaf 1, kan de minister, binnen een termijn van twintig dagen, de waterstofvervoersnetbeheerder via e-mail met ontvangstbevestiging verplichten om bijkomende analyses uit te voeren of om rekening te houden met bepaalde bijkomende scenario's. § 3. De waterstofvervoersnetbeheerder stelt vervolgens een gedetailleerde raming van de behoeften aan vervoerscapaciteit, een kosten-batenanalyse en een investeringsprogramma op in samenwerking met de Algemene Directie Energie en het Federaal Planbureau. § 4. Met het oog op overleg en samenwerking tussen de waterstofvervoersnetbeheerder, de Algemene Directie Energie en het Federaal Planbureau organiseert de waterstofvervoersnetbeheerder minstens elke twee maanden een gezamenlijk overleg met hen.
De minister kan de waterstofvervoersnetbeheerder verplichten deze frequentie te verhogen en verplichten tot de organisatie van een gezamenlijk overleg over een bepaald onderwerp. § 5. De Algemene Directie Energie en het Federaal Planbureau kunnen zich laten bijstaan door experten en deze uitnodigen voor het gezamenlijk overleg bedoeld in het eerste lid van paragraaf 4 § 6. De CREG kan op eigen verzoek of op het verzoek van de waterstofvervoersnetbeheerder, de Algemene Directie Energie of het Federaal Planbureau deelnemen aan het overleg bedoeld in in het eerste lid van paragraaf 4.
Art. 11.§ 1. Het ontwerp van netontwikkelingsplan of een ontwerp van tweejaarlijkse aanpassing daarvan wordt vervolgens door de waterstofvervoersnetbeheerder voor advies voorgelegd aan de CREG via e-mail met ontvangstbevestiging.
Het advies van de CREG wordt aan de waterstofvervoersnetbeheerder, de minister, de Algemene Directie Energie en het Federaal Planbureau overgemaakt via e-mail met ontvangstbevestiging binnen een termijn van veertig dagen vanaf de ontvangst van de adviesaanvraag. In de gevallen waar het advies van de CREG niet werd verleend binnen deze termijn mag aan deze vereiste voorbijgegaan worden. § 2. Vervolgens gaat de waterstofvervoersnetbeheerder over tot evaluatie van de gevolgen voor het milieu overeenkomstig de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten, desgevallend met inbegrip van een raadpleging van het publiek overeenkomstig artikel 14, van de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten.
Onderafdeling 2. - Inhoudelijke vereisten
Art. 12.In aanvulling van de elementen bedoeld in artikel 14, § 2, van de Waterstofwet bevat het netontwikkelingsplan of het ontwerp van tweejaarlijkse aanpassing daarvan minstens volgende elementen: 1° een toelichting over de keuze voor de gebruikte scenario's en de daarbij horende onderliggende veronderstellingen, voorzien van een analyse van de in de toekomst verwachte in- en uitgaande grensoverschrijdende waterstofstromen per land;2° een gedetailleerde kaart van de bestaande waterstofvervoersinstallaties van de waterstofvervoersnetbeheerder inclusief een overzicht van het gebruiksniveau daarvan en voorzien van een analyse van bestaande in- en uitgaande grensoverschrijdende waterstofstromen per land;3° een beschrijving van het verwacht toekomstig gebruiksniveau van de bestaande waterstofvervoersinstallaties van de waterstofvervoersnetbeheerder met aanduiding van de gebieden die in het licht van de beschikbare waterstofvervoerscapaciteit en -vraag een hoog potentieel vertonen;4° een gedetailleerde beschrijving en bijhorende kaart van alle potentiële investeringen in de komende tien jaar;5° een duidelijke identificatie van de waterstofvervoersinstallaties van de waterstofvervoersnetbeheerder die het technisch en economisch potentieel hebben om herbestemd te worden en van de waterstofvervoersinstallaties van de waterstofvervoersnetbeheerder waarvoor herbestemming gepland is, inclusief de bijkomende investeringen die hiermee gepaard gaan en de bijhorende data van voltooiing;6° een duidelijke identificatie van de aardgasvervoersinstallaties of andere vervoersinstallaties die geen betrekking hebben op waterstof die het potentieel hebben om herbestemd te worden voor het vervoer van waterstof, inclusief de bijkomende investeringen die hiermee gepaard gaan en de bijhorende data van voltooiing;7° een toelichting over de onderbenutting of overbevraging van de bij 5° en 6° bedoelde vervoersinstallaties, de onderzochte alternatieven of oplossingen, het standpunt van de desgevallend betrokken aardgasvervoersbeheerders of beheerder van andere vervoersinstallaties die geen betrekking hebben op waterstof en de impact op andere relevante betrokken partijen;8° toelichting over hoe het ontwerp van netontwikkelingsplan of het ontwerp van tweejaarlijkse aanpassing daarvan rekening houdt met: a) de informatiebronnen opgesomd in artikel 8;b) de prospectieve studies overeenkomstig artikel 9, tweede lid;c) de bestaande infrastructuur en investeringen zoals voorzien door de netbeheerder, bedoeld in hoofdstuk 3, door de aardgasbeheerders en door de beheerders van een interconnector, bedoeld in artikel 1, 60° bis, van de Gaswet;d) de adviezen van de Algemene Directie Energie en het Federaal Planbureau, de raadpleging bedoeld in artikel 10, § 1, en het advies van de CREG bedoeld in artikel 11;e) het milieueffectenrapport, de adviezen en de opmerkingen uitgebracht overeenkomstig de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten;9° een verslag in bijlage die de volgende punten samenvat: a) de opmerkingen en observaties ontvangen in het kader van de publieke raadpleging, zoals bedoeld in artikel 14 van de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten, die betrekking hebben op andere elementen dan de milieueffecten van het ontwerp van netontwikkelingsplan of van het ontwerp tot tweejaarlijkse aanpassing ervan;b) desgevallend, de wijze waarop de waterstofvervoersnetbeheerder rekening heeft gehouden in het ontwerp van netontwikkelingsplan of het ontwerp tot tweejaarlijkse aanpassing daarvan met de opmerkingen en observaties bedoeld in a) met betrekking tot het vorig ontwerp van ontwikkelingsplan of ontwerp tot twee jaarlijkse aanpassing hiervan. Afdeling 5. - Wijziging van een netontwikkelingsplan of van een
tweejaarlijkse aanpassing daarvan Onderafdeling 1. - Verzoek tot wijziging door de waterstofvervoersnetbeheerder
Art. 13.Wanneer de waterstofvervoersnetbeheerder een met reden omkleed verzoek indient bij de minister overeenkomstig artikel 14, paragraaf 3, van de Waterstofwet, verzoekt de minister de CREG hierover advies te geven binnen een termijn van dertig werkdagen.
In de gevallen waar het advies van de CREG niet werd verleend binnen de termijn bedoeld in het eerste lid mag aan deze vereiste voorbijgegaan worden.
Art. 14.§ 1. De minister beslist over het verzoek van de waterstofvervoersnetbeheerder bedoeld in artikel 13 binnen een termijn van dertig dagen na ontvangst van het advies van de CREG of na afloop van de termijn zoals bedoeld in artikel 13, tweede lid.
De minister kan na ontvangst van het verzoek van de waterstofvervoersnetbeheerder bedoeld in artikel 13 verzoeken dat aanvullende analyses worden uitgevoerd of aanvullende informatie wordt verstrekt.
De termijn bedoeld in het eerste lid wordt geschorst tot de ontvangst van het antwoord van de waterstofvervoersnetbeheerder. § 2. De minister kan de goedkeuring van het verzoek van de waterstofvervoersnetbeheerder bedoeld in artikel 13 afhankelijk stellen van de naleving van bijkomende voorwaarden.
De minister preciseert, rekening houdend met de procedurele en inhoudelijke voorwaarden overeenkomstig afdeling 4, hoe de waterstofvervoersnetbeheerder aan de voorwaarden dient te voldoen, binnen welke termijn dit dient te gebeuren en wat de eventuele gevolgen zijn bij niet-naleving voor het verzoek van de waterstofvervoersnetbeheerder bedoeld in artikel 13, voor het laatste goedgekeurde netontwikkelingsplan of tweejaarlijkse aanpassing daarvan of voor het volgende ontwerp van netontwikkelingsplan of een ontwerp van tweejaarlijkse aanpassing daarvan.
Art. 15.Elk met redenen omkleed verzoek, adviesaanvraag, advies en beslissing bedoeld in de artikelen 13 en 14 worden gecommuniceerd via elektronisch bericht met ontvangstmelding.
Onderafdeling 2. - Verplichting door de minister tot wijziging van het netontwikkelingsplan voor het waterstofvervoersnetwerk
Art. 16.De waterstofvervoersnetbeheerder beantwoordt de raadpleging bedoeld in artikel 14, § 4, van de Waterstofwet binnen de twintig werkdagen na ontvangst ervan.
Elke raadpleging en elk antwoord daarop wordt gecommuniceerd via elektronisch bericht met ontvangstmelding.
Op basis van de raadpleging bezorgt de CREG haar advies aan de minister.
Art. 17.§ 1. De minister beslist op basis van het advies bedoeld in artikel 16, derde lid, of de waterstofvervoersnetbeheerder het netontwikkelingsplan wijzigt en binnen welke termijn dit gebeurt. § 2. De minister kan zijn beslissing onderhevig stellen aan de naleving van bijkomende voorwaarden.
De minister preciseert, rekening houdend met de procedurele en inhoudelijke voorwaarden overeenkomstig afdeling 4 en na raadpleging van de waterstofvervoersnetbeheerder, hoe hij aan de voorwaarden dient te voldoen, binnen welke termijn dit dient te gebeuren en wat de eventuele gevolgen zijn bij niet-naleving voor de beslissing bedoeld in paragraaf 1, voor het laatste goedgekeurde netontwikkelingsplan of tweejaarlijkse aanpassing daarvan, of voor het volgende ontwerp van netontwikkelingsplan of een ontwerp van tweejaarlijkse aanpassing daarvan.
Art. 18.De raadpleging, het advies en de beslissing bedoeld in de artikelen 16 en 17 worden gecommuniceerd via elektronisch bericht met ontvangstmelding. Afdeling 6. - Inwerkingtreding en publicatie van het
netontwikkelingsplan of een tweejaarlijkse aanpassing daarvan
Art. 19.De dag van inwerkingtreding van een netontwikkelingsplan, een tweejaarlijkse aanpassing daarvan of de wijziging daarvan, alsook van bijkomende voorwaarden opgelegd overeenkomstig de artikelen 7, § 2, 14, § 2, en 17, § 2, en de beslissing bedoeld in artikel 7, § 3, is de dag van de beslissing daartoe door de minister tenzij uitdrukkelijk anders bepaald wordt in die beslissing.
Art. 20.De beslissing overeenkomstig de artikelen 7, 14, of 17 wordt in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
Het netontwikkelingsplan, de tweejaarlijkse aanpassing daarvan of een wijziging daarvan wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
Het netontwikkelingsplan, de tweejaarlijkse aanpassing daarvan of een wijziging daarvan, worden op de portaalsite van de federale overheid, de website van de Algemene Directie Energie en de website van de waterstofvervoersnetbeheerder ter beschikking gesteld aan het publiek.
Volgende voorwaarden gelden voor de ter beschikkingstelling aan het publiek bedoeld in het derde lid : 1° de informatie wordt ter beschikking gesteld op een wijze waarbij deze informatie op een eenvoudige wijze kan worden teruggevonden;2° de informatie wordt ter beschikking gesteld op een wijze waarbij de teruggevonden informatie voldoende nauwkeurig, duidelijk en leesbaar is;3° de datum van bekendmaking wordt duidelijk vermeld;4° de informatie blijft beschikbaar, hieronder mede begrepen de verschillende historische versies ervan. Binnen de tien werkdagen na bekendmaking in het Belgisch Staatsblad wordt een kopie van het netontwikkelingsplan alsook van de verklaring bedoeld in artikel 5, tweede lid, gericht aan de CREG en het Federaal Planbureau.
HOOFDSTUK 3. - Het ontwikkelingsplan voor het transmissienet voor elektriciteit Afdeling 1. - Definities
Art. 21.De definities vervat in artikel 2 van de Elektriciteitswet zijn van toepassing op dit hoofdstuk. Afdeling 2. - Indiening van een ontwerp van ontwikkelingsplan of een
ontwerp van vierjaarlijkse aanpassing daarvan
Art. 22.De netbeheerder legt op uiterlijk 1 maart 2027 een ontwerp van ontwikkelingsplan met betrekking tot de periode van 1 januari 2028 tot en met 31 december 2037 voor ter goedkeuring aan de minister en bezorgt daarvan een kopie aan de Algemene Directie Energie en het Federaal Planbureau.
Onverminderd de artikelen 32 tot en met 37 en uiterlijk drie maanden voor de afloop van de vierjaarlijkse termijn, zoals bedoeld in artikel 13, § 1, vijfde lid, van de Elektriciteitswet, legt de netbeheerder een ontwerp van aanpassing van het ontwikkelingsplan voor ter goedkeuring aan de minister en bezorgt hij daarvan een kopie aan de Algemene Directie Energie en het Federaal Planbureau.
Elk ontwikkelingsplan dekt een periode van tien jaar. Elke vierjaarlijkse aanpassing of wijziging, overeenkomstig de artikelen 32 tot en met 37, doet deze tienjarige duur opnieuw aanvatten. Afdeling 3. - Goedkeuring van een ontwikkelingsplan of een
vierjaarlijkse aanpassing daarvan
Art. 23.De Algemene Directie Energie en het Federaal Planbureau verlenen aan de minister binnen een termijn van zestig dagen na het ontvangen van het ontwerp van ontwikkelingsplan of een ontwerp van vierjaarlijkse aanpassing daarvan overeenkomstig artikel 22 elk een advies over de inhoud en de totstandkoming van een ter goedkeuring voorgelegd ontwerp van ontwikkelingsplan of ontwerp van vierjaarlijkse aanpassing daarvan.
De Algemene Directie Energie voegt bij haar advies een verklaring, overeenkomstig artikel 16 van de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten.
Art. 24.De netbeheerder beantwoordt elk gemotiveerd verzoek van de minister om aanvullende analyses uit te voeren of om aanvullende informatie te verstrekken met betrekking tot een ter goedkeuring voorgelegd ontwerp van ontwikkelingsplan of een ontwerp van vierjaarlijkse aanpassing daarvan binnen de termijn vermeld in het verzoek. Deze termijn wordt bepaald na raadpleging van de netbeheerder.
Elk verzoek bedoeld in het eerste lid en elk antwoord daarop van de netbeheerder wordt gecommuniceerd via elektronisch bericht met ontvangstmelding.
Indien het verzoek bedoeld in het eerste lid geen termijn voorschrijft waarbinnen aanvullende analyses dienen te worden uitgevoerd of waarbinnen aanvullende informatie dient te worden verstrekt, dient te worden voldaan aan het verzoek ten laatste dertig werkdagen na de ontvangst ervan.
Art. 25.§ 1. De minister beslist binnen de 3 maanden na de indiening overeenkomstig artikel 22 van het ontwerp van ontwikkelingsplan of ontwerp van vierjaarlijks aanpassing daarvan, over de goedkeuring, al dan niet gedeeltelijk, van een ontwerp van ontwikkelingsplan of een ontwerp van vierjaarlijkse aanpassing daarvan en dit voor zover hij de adviezen en de verklaring bedoeld in artikel 23 of de desgevallend aanvullende analyse of informatie bedoeld in artikel 24 heeft ontvangen. § 2. De minister kan daarbij, na raadpleging van de netbeheerder, voorwaarden opleggen met betrekking tot: 1° diens beslissing inzake goedkeuring bedoeld in paragraaf 1;2° scenario's waarmee de netbeheerder rekening houdt bij het opstellen van een eerstvolgend ontwerp van vierjaarlijkse aanpassing van ontwikkelingsplan of wijziging overeenkomstig de artikelen 32 tot en met 37. Deze voorwaarden zijn gebaseerd op de adviezen of de verklaring bedoeld in artikel 23, het advies van de CREG bedoeld in artikel 30, op aanvullende analyse of aanvullende informatie verkregen overeenkomstig artikel 24, of op de raadpleging bedoeld in artikel 29, § 1.
Bij het opleggen van voorwaarden bedoeld in het eerste lid preciseert de minister, rekening houdend met de procedurele en inhoudelijke voorwaarden overeenkomstig afdeling 4, hoe de netbeheerder aan de voorwaarden dient te voldoen, binnen welke termijn dit dient te gebeuren en wat de eventuele gevolgen zijn bij niet-naleving voor de beslissing bedoeld in paragraaf 1 met betrekking tot het voorliggend of volgende ontwerp van ontwikkelingsplan of een ontwerp van vierjaarlijkse aanpassing daarvan. § 3. Bij gebrek aan goedkeuring binnen de in paragraaf 1 vermelde termijn blijft het laatst goedgekeurde ontwikkelingsplan of de laatst goedgekeurde vierjaarlijkse aanpassing daarvan van toepassing voor zover de minister niet beslist om, na raadpleging van de netbeheerder, bepaalde aspecten ervan niet langer van toepassing te verklaren. Afdeling 4. - Het opstellen van een ontwerp van ontwikkelingsplan of
een ontwerp van vierjaarlijkse aanpassing daarvan Onderafdeling 1. - Procedurele vereisten
Art. 26.De opmerkingen die voortkomen uit het overleg bedoeld in artikel 13, § 1, vierde lid, van de Elektriciteitswet worden door de minister overgemaakt aan de netbeheerder via elektronisch bericht met ontvangstmelding.
Art. 27.Met het oog op het opstellen van een ontwerp van een ontwikkelingsplan of een ontwerp tot vierjaarlijkse aanpassing daarvan, en met name in functie van het opstellen van scenario's en het uitvoeren van kosten-batenanalyses, neemt de netbeheerder de meest recente, relevante informatie in verschillende documenten in aanmerking die op internationaal, Europees of federaal niveau zijn opgesteld met betrekking tot de energievoorziening, analysemethodologieën, systemen voor het vervoer van energie en andere onderwerpen waaronder met name de volgende documenten: 1° methodologieën voor het uitvoeren van kosten-batenanalyses opgesteld door het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit;2° het Uniebreed netontwikkelingsplan bedoeld in artikel 30, eerste lid, b), van Verordening (EU) nr.2019/943; 3° het tienjarig netontwikkelingsplan dat de gehele Gemeenschap dekt bedoeld in artikel 8, derde lid, b), Verordening (EG) nr.715/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1775/2005; 4° het netontwikkelingsplan bedoeld in artikel 14, van de Waterstofwetwet;5° het investeringsplan bedoeld in artikel 15/1, § 5, van de Gaswet;6° de analyse met betrekking tot de noden van het Belgische elektriciteitssysteem inzake de toereikendheid en de flexibiliteit van het land voor de komende tien jaar zoals bedoeld in artikel 7bis, § 4bis, van de Elektriciteitswet;7° de Europese beoordeling van de toereikendheid van de elektriciteitsvoorziening bedoeld in artikel 23, van Verordening (EU) nr.2019/943; 8° het overeenkomstig Verordening (EU) nr.2018/1999 ingediende geïntegreerde nationale energie- en klimaatplan; 9° rapporten, gegevens, indicatoren en voorspellingen gepubliceerd door het Federaal Planbureau, onder andere over de ontwikkeling van de energievraag en de energiemix;10° het meest recente opvolgingsrapport bedoeld in artikel 37;11° de instructie van de minister bedoeld in artikel 7undecies, § 6, eerste lid, van de Elektriciteitswet;12° de opmerkingen bedoeld in artikel 26.
Art. 28.In overleg met de Algemene Directie Energie en het Federaal Planbureau verwerkt de netbeheerder de resultaten van de in aanmerkingneming van de documenten bedoeld in artikel 27 tot scenario's met het oog op de aanduiding van de behoeften aan transmissiecapaciteit.
De netbeheerder houdt bij het uitwerken van de scenario's voor zijn ontwerp van ontwikkelingsplan of een ontwerp van vierjaarlijkse aanpassing daarvan, rekening met de meest recente prospectieve studies, beschikbaar op dat moment.
Art. 29.§ 1. De netbeheerder raadpleegt, over een periode van dertig dagen, de huidige en eventuele toekomstige gebruikers van het transmissienet en elektriciteit in het algemeen op basis van de in artikel 28 bedoelde scenario's. De netbeheerder nodigt specifiek de aardgasbeheerders, de beheerders van een interconnector bedoeld in artikel 1, 60° bis, van de Gaswet, de waterstofvervoersnetbeheerder bedoeld in Hoofdstuk 2, de CREG, de distributienetbeheerders en de relevante bevoegde gewestelijke overheden uit om aan de raadpleging deel te nemen, met name teneinde het realistisch karakter van de scenario's te verifiëren. § 2. Na overleg met de Algemene Directie Energie en het Federaal Planbureau bezorgt de netbeheerder via e-mail met ontvangstbevestiging de scenario's en de motivering daarvan, met inbegrip van de opmerkingen bekomen overeenkomstig § 1, aan de minister en stuurt een kopie aan de Algemene Directie Energie en het Federaal Planbureau.
Binnen een termijn van dertig dagen vanaf de ontvangst van de scenario's bezorgen de Algemene Directie Energie en het Federaal Planbureau elk hun advies via e-mail met ontvangstbevestiging aan de minister en sturen een kopie aan de netbeheerder . In de gevallen waar geen opmerkingen werden bezorgd binnen deze termijn mag aan deze vereiste voorbijgegaan worden.
Na consultatie met de netbeheerder en op basis van de adviezen bedoeld in het tweede lid of de raadpleging bedoeld in paragraaf 1, kan de minister, binnen een termijn van twintig dagen, de netbeheerder via e-mail met ontvangstbevestiging verplichten om bijkomende analyses uit te voeren of om rekening te houden met bepaalde bijkomende scenario's. § 3. De netbeheerder stelt vervolgens een gedetailleerde raming van de behoeften aan transmissiecapaciteit en een gemotiveerd investeringsprogramma op in samenwerking met de Algemene Directie Energie en het Federaal Planbureau. § 4. Met het oog op overleg en samenwerking tussen de netbeheerder, de Algemene Directie Energie en het Federaal Planbureau organiseert de netbeheerder minstens elke twee maanden een gezamenlijk overleg met hen.
De minister kan de netbeheerder verplichten deze frequentie te verhogen en verplichten tot de organisatie van een gezamenlijk overleg over een bepaald onderwerp. § 5. De Algemene Directie Energie en het Federaal Planbureau kunnen zich laten bijstaan door experten en deze uitnodigen voor het gezamenlijk overleg bedoeld in het eerste lid van paragraaf 4 § 6. De CREG kan op eigen verzoek of op het verzoek van de netbeheerder, de Algemene Directie Energie of het Federaal Planbureau deelnemen aan het overleg bedoeld in in het eerste lid van paragraaf 4.
Art. 30.§ 1. Het ontwerp van ontwikkelingsplan of een ontwerp van vierjaarlijkse aanpassing daarvan wordt vervolgens door de netbeheerder voor advies voorgelegd aan de CREG via e-mail met ontvangstbevestiging.
Het advies van de CREG wordt aan de netbeheerder, de minister, de Algemene Directie Energie en het Federaal Planbureau overgemaakt via e-mail met ontvangstbevestiging binnen een termijn van veertig dagen vanaf de ontvangst van de adviesaanvraag. In de gevallen waar het advies van de CREG niet werd verleend binnen deze termijn mag aan deze vereiste voorbijgegaan worden. § 2. Vervolgens gaat de netbeheerder over tot evaluatie van de gevolgen voor het milieu overeenkomstig de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten, desgevallend met inbegrip van een raadpleging van het publiek overeenkomstig artikel 14 van de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten.
Onderafdeling 2. - Inhoudelijke vereisten
Art. 31.In aanvulling van de elementen bedoeld in artikel 13, § 1, vijfde lid, van de Elektriciteitswet bevat het ontwikkelingsplan of het ontwerp van vierjaarlijkse aanpassing daarvan minstens volgende elementen: 1° een volledige en gedetailleerde beschrijving van de gebruikte veronderstellingen en scenario's met inbegrip van een toelichting over de keuze voor de gebruikte scenario's en de daarbij horende onderliggende veronderstellingen;2° een beschrijving van de bestaande infrastructuur;3° een schatting van de toekomstige vereisten voor de capaciteit van het transmissienet.Deze schatting is gebaseerd op historische aansluitaanvragen, de raadpleging bedoeld in artikel 29, § 1, en de scenario's; 4° een gedetailleerde beschrijving van alle geplande investeringen in de komende tien jaar, met de vermelding van de toevoegingen, schrappingen en renovaties van de transmissie-infrastructuur die gepland zijn op korte, middellange en lange termijn, alsook de data van voltooiing met bijhorende kaart van alle potentiële investeringen in de komende tien jaar;5° het gebruiksniveau van het huidig netwerk;6° de door de netbeheerder ontwikkelde opties om te beantwoorden aan de capaciteitsvereisten van de markt, vergezeld van een motivering van deze opties en bij de daartoe relevante onderdelen een kostenbatenanalyse in overeenstemming met de methodologie ontwikkeld door het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit;7° een toelichting over hoe het ontwerp van ontwikkelingsplan of het ontwerp van vierjaarlijkse aanpassing daarvan rekening houdt met: a) de informatiebronnen opgesomd in artikel 27;b) de prospectieve studies overeenkomstig artikel 28, tweede lid;c) de bestaande infrastructuur en investeringen zoals voorzien door de waterstofvervoersnetbeheerder, bedoeld in hoofdstuk 2, door de aardgasbeheerders en door de beheerders van een interconnector, bedoeld in artikel 1, 60° bis, van de Gaswet;d) de adviezen van de Algemene Directie Energie en het Federaal Planbureau bedoeld in artikel 29, § 2, tweede lid, de raadpleging bedoeld in artikel 29, § 1, en het advies van de CREG bedoeld in artikel 30;e) het milieueffectenrapport, de adviezen en de opmerkingen uitgebracht overeenkomstig de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten;8° een verslag in bijlage die de volgende punten samenvat : a) de opmerkingen en observaties ontvangen in het kader van de publieke raadpleging, zoals bedoeld in artikel 14 van de wet van 13 februari 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/02/2006 pub. 10/03/2006 numac 2006022171 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu sluiten, die betrekking hebben op andere elementen dan de milieueffecten van het ontwerp van ontwikkelingsplan of van het ontwerp tot vierjaarlijkse aanpassing ervan;b) desgevallend, de wijze waarop de netbeheerder rekening heeft gehouden in het ontwerp van netontwikkelingsplan of het ontwerp tot vierjaarlijkse aanpassing daarvan met de opmerkingen en observaties bedoeld in a) met betrekking tot het vorig ontwerp van ontwikkelingsplan of ontwerp tot vierjaarlijkse aanpassing hiervan dat aan de minister is voorgelegd voor goedkeuring. Afdeling 5. - Verplichting opgelegd door de minister tot wijziging van
een netontwikkelingsplan of van een vierjaarlijkse aanpassing daarvan
Art. 32.De netbeheerder beantwoordt de raadpleging bedoeld in artikel 13, § 3, eerste lid, van de Elektriciteitswet binnen de twintig werkdagen na ontvangst ervan.
Elke raadpleging en elk antwoord daarop wordt gecommuniceerd via elektronisch bericht met ontvangstmelding.
Op basis van de raadpleging bezorgt de CREG haar advies aan de minister.
Art. 33.§ 1. De minister beslist op basis van het advies bedoeld in artikel 32, derde lid, of de netbeheerder het ontwikkelingsplan wijzigt en binnen welke termijn dit gebeurt. § 2. De minister kan zijn beslissing onderhevig stellen aan de naleving van bijkomende voorwaarden.
De minister preciseert, rekening houdend met de procedurele en inhoudelijke voorwaarden overeenkomstig afdeling 4 en na raadpleging van de netbeheerder, hoe hij aan de voorwaarden dient te voldoen, binnen welke termijn dit dient te gebeuren en wat de eventuele gevolgen zijn bij niet-naleving voor de beslissing bedoeld in paragraaf 1, voor het laatste goedgekeurde ontwikkelingsplan of vierjaarlijkse aanpassing daarvan, of voor het volgende ontwerp van ontwikkelingsplan of een ontwerp van vierjaarlijkse aanpassing daarvan.
Art. 34.De raadpleging, het advies en de beslissing bedoeld in de artikelen 32 en 33 worden gecommuniceerd via elektronisch bericht met ontvangstmelding. Afdeling 6. - Inwerkingtreding en publicatie van het ontwikkelingsplan
of een vierjaarlijkse aanpassing daarvan
Art. 35.De dag van inwerkingtreding van een ontwikkelingsplan, een vierjaarlijkse aanpassing daarvan of de wijziging daarvan, alsook van bijkomende voorwaarden opgelegd overeenkomstig de artikelen 25, § 2, en 33, § 2, en de beslissing bedoeld in artikel 25, § 3, is de dag van de beslissing daartoe door de minister tenzij uitdrukkelijk anders bepaald wordt in die beslissing.
Art. 36.De beslissing overeenkomstig de artikelen 25 of 33 wordt in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
Het ontwikkelingsplan, de vierjaarlijkse aanpassing daarvan of een wijziging daarvan wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
Het ontwikkelingsplan, de vierjaarlijkse aanpassing daarvan of een wijziging daarvan, worden op de portaalsite van de federale overheid, de website van de Algemene Directie Energie en de website van de netbeheerder ter beschikking gesteld aan het publiek.
Volgende voorwaarden gelden voor de ter beschikkingstelling aan het publiek bedoeld in het derde lid: 1° de informatie wordt ter beschikking gesteld op een wijze waarbij deze informatie op een eenvoudige wijze kan worden teruggevonden;2° de informatie wordt ter beschikking gesteld op een wijze waarbij de teruggevonden informatie voldoende nauwkeurig, duidelijk en leesbaar is;3° de datum van bekendmaking wordt duidelijk vermeld;4° de informatie blijft beschikbaar, hieronder mede begrepen de verschillende historische versies ervan. Binnen de tien werkdagen na bekendmaking in het Belgisch Staatsblad wordt een kopie van het ontwikkelingsplan alsook van de verklaring bedoeld in artikel 23, tweede lid, gericht aan de CREG en het Federaal Planbureau. Afdeling 7. - Opvolgingsrapport
Art. 37.Uiterlijk elke twee jaar na een beslissing, zoals bedoeld in artikel 25, stelt de netbeheerder een opvolgingsrapport op over het betreffende ontwikkelingsplan of de vierjaarlijkse aanpassing ervan.
Dit opvolgingsrapport bevat minstens een toelichting over: 1° alle evoluties die verband houden met de uitvoering van het betreffende ontwikkelingsplan of de vierjaarlijkse aanpassing ervan, inclusief de indicatieve budgettaire impact van die evoluties;2° de identificatie van nieuwe noden aan investeringen en desgevallend onderbenutting in het transmissienet;3° de gevolgen van het meest recente Uniebreed netontwikkelingsplan, zoals bedoeld in artikel 30, lid 1, b), van de Verordening (EU) nr. 2019/943, voor zover daarmee nog geen rekening werd mee gehouden bij het opstellen van het betreffende ontwikkelingsplan of de vierjaarlijkse aanpassing ervan.
De netbeheerder communiceert het opvolgingsrapport via elektronisch bericht met ontvangstmelding aan de minister, de Algemene Directie Energie, het Federaal Planbureau en de CREG.
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 38.Het koninklijk besluit van 20 december 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/12/2007 pub. 01/02/2008 numac 2007011404 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de procedure voor uitwerking, goedkeuring en bekendmaking van het plan inzake ontwikkeling van het transmissienet voor elektriciteit sluiten betreffende de procedure voor uitwerking, goedkeuring en bekendmaking van het plan inzake ontwikkeling van het transmissienet voor elektriciteit wordt opgeheven.
Art. 39.Onverminderd de artikelen 32 tot en met 37 blijft het ontwikkelingsplan, dat voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit werd goedgekeurd overeenkomstig artikel 11 van het koninklijk besluit van 20 december 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/12/2007 pub. 01/02/2008 numac 2007011404 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de procedure voor uitwerking, goedkeuring en bekendmaking van het plan inzake ontwikkeling van het transmissienet voor elektriciteit sluiten betreffende de procedure voor uitwerking, goedkeuring en bekendmaking van het plan inzake ontwikkeling van het transmissienet voor elektriciteit, geldig en van kracht tot en met de beslissing van de minister overeenkomstig artikel 25 over het ontwerp van ontwikkelingsplan zoals bedoeld in artikel 22, eerste lid.
Art. 40.De minister bevoegd voor Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 mei 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Energie, T. VAN DER STRAETEN