gepubliceerd op 06 juli 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest, betreffende de personeelsleden van de « Vlaamse vervoermaatschappij »
12 MEI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest, betreffende de personeelsleden van de « Vlaamse vervoermaatschappij » (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest, betreffende de personeelsleden van de « Vlaamse vervoermaatschappij ».
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 mei 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2003 Personeelsleden van de « Vlaamse vervoermaatschappij » (Overeenkomst geregistreerd op 11 september 2003 onder het nummer 67439/CO/328.01)
Artikel 1.Koopkrachtverhoging.
Voor de personeelsleden in actieve dienst zullen de uurlonen en de maandwedden met 1 pct. worden verhoogd vanaf 1 juni 2004.
De aanvullende toelagen aan het wettelijk pensioen en aan de mutualiteitsuitkeringen, bepaald op basis van de stelsels, van toepassing vóór 1 januari 1992, met inbegrip van de term "S", worden vanaf 1 januari 2003 berekend op basis van de loon- en weddeschalen, toepasselijk op deze datum, rekening houdend met de toekomstige aanpassingen aan het indexcijfer der consumptieprijzen.
De aldus bekomen bruto-toelage wordt vanaf 1 juni 2004 verhoogd met 1 pct.
Art. 2 Maaltijdcheques en cadeaucheque. 2.1. Maaltijdcheques.
Exclusief de persoonlijke bijdrage van het personeelslid, wordt de waarde van de patronale bijdrage in een maaltijdcheque : - vanaf 1 juni 2003 gebracht op 4,35 EUR; - vanaf 1 maart 2004 gebracht op 4,91 EUR. 2.2. Cadeaucheque.
Eenmalig wordt in de loop van de maand december 2003 aan de personeelsleden, als eindejaarsgeschenk, een cadeaucheque ter waarde van 1,07 EUR per gepresteerde dag in de maand mei 2003, met een maximum van 24,74 EUR, toegekend.
Art. 3.Vergoeding voor werk op zaterdagen.
De huidige vergoeding van 10 pct. voor werk op zaterdagen wordt met ingang van 1 juli 2004 met 5 pct. opgetrokken tot 15 pct.
Art. 4.Loopbaan technische diensten en bedienden.
Aan de personeelsleden bezoldigd in een technisch barema of in een weddetrekkend barema wordt met ingang van 1 juli 2004, jaarlijks in december volgende premie voor het lopende jaar toegekend : - na 5 jaar dienstanciënniteit : 40 EUR; - na 10 jaar dienstanciënniteit : 80 EUR; - na 20 jaar dienstanciënniteit : 120 EUR; - na 25 jaar dienstanciënniteit : 160 EUR. Dit betekent bij elke volgende trap een verhoging van 40 EUR. Deze premie wordt toegekend onder de volgende voorwaarden : - genieten van een gunstige evaluatie; - bereid zijn tot het volgen van de voorziene opleidingen.
Voor het jaar van het bereiken van de drempel wordt het bedrag berekend pro rata van het aantal resterende maanden.
Bij wijziging van het tewerkstellingspercentage in de loop van het jaar, wordt de premie pro rata de prestatiepercentages berekend.
Voor 2004 wordt, rekening houdend met de datum van invoegetreding van de nieuwe maatregel, voormelde premie gehalveerd.
Bij uitdiensttreding zullen, qua toekenning van de premie, dezelfde regels worden gehanteerd als voor de toekenning van de eindejaarstoelage.
Deze premie wordt aangepast aan de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen.
Art. 5.Educatief verlof. 5.1. Met ingang van 1 september 2003 wordt de selectie uit de voorziene cursussen binnen het wettelijk stelsel van het educatief verlof in de privé-sector uitgebreid tot alle wettelijke voorziene cursussen met uitzondering van : - de cursussen toegepaste grafiek binnen het onderwijs in de plastische kunsten met beperkt leerplan; - de opleidingen van het type A, B of C bedoeld bij de regelingen met betrekking tot de scholing van de personen die in de landbouw werkzaam zijn; - de cursussen georganiseerd door de representatieve werknemersorganisaties; - de cursussen georganiseerd door de jeugd- en volwassenenorganisaties en de instellingen voor werknemersvorming opgericht binnen de representatieve werknemersorganisaties of door hen erkend; - de opleidingen die voorkomen op de lijst van uitgesloten opleidingen. 5.2. De voorwaarde dat deze cursussen moeten bijdragen tot het beroep of de beroepsvooruitzichten van het personeelslid bij de maatschappij, wordt niet langer vereist. 5.3. Het aantal uren educatief verlof wordt verhoogd tot 80 uur per schooljaar. 5.4. Het verlof kan worden opgenomen in voorbereiding van het examen en de voorwaarde om te slagen in het examen vervalt. 5.5. De bestaande toekenningsvoorwaarden worden aangevuld met de wettelijke voorziening dat het recht verloren gaat bij het onderbreken van de cursus, bij frauduleus gebruik, bij meer dan 10 pct. ongewettigde afwezigheid of bij herhaaldelijk niet slagen. 5.6. Deze nieuwe voorwaarden worden toegestaan bij wijze van proef voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst en zullen het voorwerp uitmaken van een evaluatie aan het einde van de periode.
Art. 6.Tijdskrediet.
De collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juli 2002 wordt verlengd voor onbepaalde duur.
Voor de toekenning van het tijdskrediet wordt er geen rekening meer gehouden met het functieniveau.
In alle omstandigheden moet voor de toekenning van het tijdskrediet rekening kunnen gehouden worden met de continuïteit van de dienstuitvoering. Hierover zullen afspraken op het niveau van de entiteit worden gemaakt.
Voor de berekening van de 5 pct.-drempel worden de 50-plussers nog slechts drie jaar in rekening gebracht.
Voor de berekening van de aanvullende toelage in het raam van het conventioneel brugpensioen volgend op een periode van tijdskrediet, wordt de voltijdse norm in aanmerking genomen.
Art. 7.Spoorpas.
Vanaf 1 maart 2004 worden de spoorpassen zoals voorzien in punt 5 « Algemeenheden » van de bedrijfscollectieve arbeidsovereenkomst van 23 februari 2001 niet meer toegekend.
Art. 8.Syndicaal fonds.
De bijdrage aan het syndicaal fonds wordt voor 2003 en 2004, per 1 januari, aangepast aan de evolutie van het indexcijfer, in dezelfde mate als de bezoldigingen.
Art. 9.Werkzekerheid en behoud van personeelsstatuut.
De werkgelegenheid van de in dienst zijnde personeelsleden met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur wordt gewaarborgd.
Binnen het kader van de reorganisatie van de Vlaamse Gemeenschap zal « De Lijn » zich maximaal inspannen om het behoud van een eigen personeelsstatuut te bewerkstelligen.
Art. 10.Behoud van de sociale vrede.
De voortzetting van de sociale dialoog moet het mogelijk maken dat de in het protocol opgenomen maatregelen harmonieus in werking kunnen treden.
Met de vaste wil om via constructieve dialoog de sociale vrede te bewaren verbinden de partijen zich om de clausule over de sociale vrede, overeengekomen in de collectieve arbeidsovereenkomst 1999-2000 in alle omstandigheden toe te passen en te doen eerbiedigen door hun leden.
Tijdens de jaren 2003-2004 zal geen enkele eis meer gesteld worden en zal de sociale vrede bewaard blijven.
Art. 11.Kwaliteits- en productiviteitsverbetering.
De verbetering van de kwaliteit en de productiviteit vormt een continu aandachtspunt, onder meer met het oog op het realiseren en behouden van het budgettair evenwicht.
Daartoe dienen telkens weer een aantal kwalitatieve en rationaliseringsmaatregelen te worden voorbereid en uitgewerkt in overleg met de sociale partners. Deze maatregelen zijn ook vereist om de competitiviteit van de « VVM » binnen de Europese context te kunnen behouden en aan de verwachtingen van de klant te kunnen blijven beantwoorden.
Art. 12.Duur van de overeenkomst.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst geldt voor de periode van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2004. Ze wordt stilzwijgend verlengd, behoudens de opzegging door één van de partijen met een opzeggingstermijn van drie maanden, gericht aan de voorzitter van het paritair subcomité bij een ter post aangetekende brief.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 mei 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE