gepubliceerd op 23 maart 2000
Koninklijk besluit betreffende de wijze van uitgifte van de loterij met biljetten, "ASTRO" genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij
12 MAART 2000. - Koninklijk besluit betreffende de wijze van uitgifte van de loterij met biljetten, "ASTRO" genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 22 juli 1991 betreffende de Nationale Loterij, inzonderheid op artikel 2, eerste lid en op artikel 27, tweede lid;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Overwegende dat de wijze waarop de attitudes van het publiek evolueren de Nationale Loterij tot de conclusie leidt dat de aantrekkingskracht van de openbare loterijvormen die zij overeenkomstig artikel 2, eerste lid van de wet van 22 juli 1991 betreffende de Nationale Loterij organiseert, met name die van de loterijen met biljetten, onderhevig is aan een erosie die sneller verloopt dan vroeger en die de levensduur van deze loterijvormen derhalve sterk verkort;
Overwegende dat die erosie een versnelde vernieuwing van de genoemde loterijvormen des te meer onontbeerlijk maakt daar de in het bedrijfsplan beoogde jaarlijkse verhoging met 5% van de ontvangsten van de Nationale Loterij een essentiële voorwaarde vormt opdat de Nationale Loterij al haar verplichtingen kan nakomen;
Overwegende dat de studie van de haalbaarheid, het ontwerp, de organisatie en de rendabiliteit van de in dit besluit bedoelde openbare loterijvorm vele maanden werk heeft gevergd van de diensten van de Nationale Loterij;
Overwegende dat de Nationale Loterij in 2000 niet al haar verplichtingen zal kunnen nakomen als zij niet onverwijld kan overgaan tot de lancering van deze nieuwe vorm van openbare loterij die extra ontvangsten moet opleveren;
Overwegende dat het, om een dergelijke situatie te voorkomen, absoluut noodzakelijk is dringend dit besluit te nemen zodat de Nationale Loterij onmiddellijk alle maatregelen kan treffen die nodig zijn voor een spoedige organisatie van de erin bedoelde loterijvorm;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gewettigd door de bovenstaande overwegingen;
Op de voordracht van Onze Minister van Overheidsbedrijven en Participaties, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Deelnemingsbeginsel
Artikel 1.Dit reglement is van toepassing op de door de Nationale Loterij uitgegeven loterij met biljetten, "Astro" genaamd.
De Astro is een loterij met biljetten waarbij de loten uitsluitend zonder loting worden toegewezen door middel van figuren en cijfers die verborgen zijn onder een af te krassen ondoorzichtige deklaag. HOOFDSTUK II. - Uitgifte van de biljetten
Art. 2.De Nationale Loterij bepaalt het aantal uitgegeven biljetten in veelvouden van één miljoen.
De verkoopprijs van een biljet is bepaald op 50 frank. HOOFDSTUK III. - Aantal en bedrag van de loten
Art. 3.Per hoeveelheid van één miljoen uitgegeven biljetten is het totale bedrag van de loten vastgesteld op 31.000.000 frank.
Het aantal loten is vastgesteld op 240.373. Er is 1 lot van 1.000.000 F, 2 loten van 50.000 F, 15 loten van 25.000 F, 355 loten van 5.000 F, 5.000 loten van 500 F, 35.000 loten van 150 F en 200.000 loten van 100 F. HOOFDSTUK IV. - Deelnemingswijze
Art. 4.§ 1. Op de voorzijde van de biljetten bevinden er zich 5 ronde zones, die geschikt zijn in een boog en die bedekt zijn met een ondoorzichtige bedekkingslaag waarop een ster is afgebeeld. Deze zones moeten door de deelnemers worden afgekrast.
Onder de ondoorzichtige laag die elk van de 5 voormelde zones bedekt, staat een veranderlijke figuur die één van de 12 hieronder afgebeelde tekens van de dierenriem voorstelt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. In het midden van de in § 1 bedoelde cirkelboog bevindt zich een afgebakende zone voorzien van een ondoorzichtige bedekkingslaag met de vermelding « Winst » erop, die de deelnemers moeten afkrassen.
Onder deze ondoorzichtige laag staat er in Arabische cijfers het bedrag in franken van één van de in artikel 3, tweede lid, bedoelde loten. § 3. Het biljet dat 2 ronde zones vertoont met in beide een identiek teken van de dierenriem onder die bedoeld in § 1, is winnend en geeft recht op een lot waarvan het bedrag in Arabische cijfers in de in § 2 bedoelde zone is vermeld. Ieder ander biljet is niet winnend. HOOFDSTUK V. - Controle- en beheersmaatregelen
Art. 5.Onder de ondoorzichtige bedekkingslagen die worden bedoeld in artikel 4, §§ 1 en 2, kunnen controlevermeldingen staan in de vorm die de Nationale Loterij nuttig acht.
Alleen de Nationale Loterij mag ter controle de in artikel 4, §§ 1 en 2 bedoelde ondoorzichtige laag van de onverkochte biljetten afkrassen.
Art. 6.Op de voor- of keerzijde van de biljetten kunnen de volgende vermeldingen staan, uitsluitend voor de controle en het administratief beheer ervan : 1° een reeks zichtbare cijfers;2° een reeks cijfers bedekt met een ondoorzichtige laag;3° een zichtbare streepjescode.
Art. 7.Om te garanderen dat alleen het toeval de toewijzing van de loten bepaalt : 1° wordt elke vorm van stelselmatigheid geweerd bij het drukken van de vermeldingen betreffende de lotentoewijzing;2° mogen de biljetten uiterlijk geen enkel verschil vertonen dat elementen betreffende de lotentoewijzing kan onthullen. De biljetten vertonen op de voor- of keerzijde vermeldingen in cijfers en/of in letters ter identificatie van de uitgifte waartoe ze behoren.
Een uitgifte omvat een veelvoud van één miljoen biljetten. Het aantal uitgiften wordt bepaald door de Nationale Loterij. HOOFDSTUK VI. - Belastingvrijstelling van de loten
Art. 8.De loten zijn vrijgesteld van alle belastingen ten bate van de Staat. HOOFDSTUK VII. - Betalingswijze van de loten
Art. 9.De loten zijn betaalbaar aan toonder tegen afgifte aan de verkopers van de winnende biljetten, vanaf de aankoop van de biljetten tot en met de laatste dag van een termijn van twee maanden te rekenen vanaf de datum waarop de verkoop van de uitgifte waartoe de biljetten behoren, is afgesloten. Het lot van 1.000.000 frank is ook betaalbaar ten zetel van de Nationale Loterij in Brussel.
Art. 10.De Nationale Loterij maakt voor iedere uitgifte de afsluitingsdatum van de verkoop en bijgevolg de daarmee samenhangende afsluitingsdatum van de uitbetalingen, bekend met alle middelen die ze nuttig acht.
Art. 11.De loten die niet binnen de in artikel 9 bepaalde termijn zijn opgeëist, verblijven aan de Nationale Loterij.
Art. 12.Klachten over de lotenuitbetaling moeten op straffe van nietigheid binnen de in artikel 9 bedoelde termijn worden ingediend.
Ze moeten per aangetekende brief aan de Nationale Loterij worden gericht of er tegen ontvangstbewijs worden afgegeven.
Elke klacht moet vergezeld gaan van het betrokken biljet. Op de keerzijde ervan moet de deelnemer zijn naam, voornaam en adres vermelden. HOOFDSTUK VIII. - Algemene bepalingen
Art. 13.Het is minderjarigen verboden deel te nemen.
Art. 14.De Nationale Loterij erkent maar één eigenaar van een winnend biljet, namelijk de houder ervan.
De staving van de identiteit wordt geëist als er twijfel bestaat over de geldigheid van het biljet, als het besmeurd, gescheurd, onvolledig of geplakt is. In dat geval houdt de Nationale Loterij het biljet in tot ze een beslissing heeft genomen en ontvangt de houder van het biljet een bewijs van afgifte.
Art. 15.Geen enkel bezwaar of verzet wordt aanvaard bij diefstal, verlies of vernietiging van een biljet of van een aan toonder opgesteld bewijs van afgifte.
De eigenaar van een biljet met een druktechnische fout kan alleen aanspraak maken op de terugbetaling van zijn biljet.
Elke fraude die wordt gepleegd om een lot te verkrijgen, in het bijzonder elke valsheid in geschrifte of elk gebruik ervan, zal het voorwerp uitmaken van een klacht bij het parket. HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen
Art. 16.Dit besluit treedt in werking op 20 maart 2000.
Art. 17.Onze Minister van Overheidsbedrijven en Participaties wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 maart 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Overheidsbedrijven en Participaties, R. DAEMS