12 JUNI 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 april 2007 tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaartsbonus aan sommige pensioengerechtigden

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, inzonderheid op de artikelen 29, § 4, ingevoegd bij de wet van 28 maart 1973 en vervangen bij het koninklijk besluit van 23 december 1996, en 31, 2°, gewijzigd bij de wet van 27 juli 1971 en het koninklijk besluit van 19 maart 1990;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, inzonderheid op artikel 34 en artikel 35, hersteld bij de wet van 12 augustus 2000 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen;

Gelet op de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980, inzonderheid op de artikelen 152, gewijzigd bij de wetten van 10 februari 1981 en 15 mei 1984 en bij de koninklijke besluiten van 14 mei 2000, 11 december 2001, 14 februari 2003 en 9 april 2007, en 153, gewijzigd bij de wet van 15 mei 1984 en bij de koninklijke besluiten van 14 mei 2000, 11 december 2001, 14 februari 2003 en 9 april 2007;

Gelet op de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, inzonderheid op artikel 131bis, laatst gewijzigd bij de programmawet van 8 juni 2008;

Gelet op de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, inzonderheid op de artikelen 5, gewijzigd bij de wet van 27 december 2006, 6, 72, gewijzigd bij de wet van 27 december 2006, en 73;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 april 2007 tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaartsbonus aan sommige pensioengerechtigden, inzonderheid op de artikelen 5, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 april 2008, en 6, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 april 2008;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor pensioenen, gegeven op 13 mei 2008;

Gelet op het advies van het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut der zelfstandigen, gegeven op 22 mei 2008;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 mei 2008;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris van Begroting, gegeven op 20mei 2008;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat bij het koninklijk besluit van 9 april 2007 sommige pensioenen, afhankelijk van de datum waarop ze zijn ingegaan, op 1 september 2008 worden verhoogd met 2 %;

Overwegende dat : - de regering ervoor gekozen heeft om de koopkracht van de laagste uitkeringen te ondersteunen door, op 1 juli 2008, de bedragen van de gewaarborgde minimumpensioenen van werknemers en zelfstandigen te verhogen; - er eveneens is voorzien dat, zoals in 2007, de zo verhoogde pensioenen uitgesloten worden van de pensioenverhogingen bedoeld in de artikelen 5 en 6 van het koninklijk besluit van 9 april 2007 tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaartsbonus aan sommige pensioengerechtigden; - die beslissing zich moet vertalen in afzonderlijke teksten die evenwel onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, te weten, - een koninklijk besluit tot verhoging van het gewaarborgd minimumpensioen voor werknemers op 1 juli 2008, - een wet tot verhoging van het gewaarborgd minimumpensioen voor zelfstandigen op 1 juli 2008 - een koninklijk besluit dat die op 1 juli 2008 verhoogde minimumpensioenen uitsluit van de verhoging voor sommige pensioenen op 1 september 2008; - de Rijksdienst voor Pensioenen en het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen dus onmiddellijk alle nodige schikkingen moeten kunnen treffen om deze bepalingen toe te passen en om een volledige en juiste informatie aan de gepensioneerden te garanderen, waardoor deze vanaf juli 2008 hun exacte rechtspositie op de twee vervaldata kunnen bepalen; - de dringende noodzakelijkheid met betrekking tot de teksten betreffende de verhogingen die op 1 juli 2008 dienen te worden uitgevoerd, zoals uiteengezet in de aanhef van het betreffende besluit, onbetwistbaar is; dat bijgevolg aan het besluit betreffende de uitsluiting dezelfde dringende noodzakelijkheid dient te worden toegekend;

Op de voordracht van Onze Minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden en van Onze Minister van K.M.O.'s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 5 van het koninklijk besluit van 9 april 2007 tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaartsbonus aan sommige pensioengerechtigden, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 april 2008, wordt een § 1bis ingevoegd, luidende : « § 1bis. In afwijking van de vorige paragraaf, worden de pensioenen die van de verhoging die in juli 2008 het gevolg is van de toepassing van de artikelen 152 en 153 van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 of van artikel 131bis , § 1septies, van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, genieten, uitgesloten van de in dit artikel bedoelde verhoging. »

Art. 2.Artikel 6, § 2, van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt : « § 2. In afwijking van de vorige paragraaf, worden de pensioenen die van de verhoging die in juli 2008 het gevolg is van de toepassing van de artikelen 152 en 153 van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 of van artikel 131bis, § 1septies, van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, genieten, uitgesloten van de in dit artikel bedoelde verhoging. »

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2008.

Art. 4.Onze Minister van Pensioenen en Onze Minister van Zelfstandigen zijn, ieder wat haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 juni 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden, Mevr. M. ARENA De Minister van K.M.O.'s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid, Mevr. S. LARUELLE