12 JUNI 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regelen bedoeld in artikel 32 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, met betrekking tot de aard en het aantal bedden waarvan de desaffectatie in aanmerking mag komen om de ingebruikneming van ziekenhuisbedden mogelijk te maken

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 32;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 29 april 2002;

Gelet op de akkoord bevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 17 mei 2002;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de omstandigheid dat in bepaalde arrondissementen een acuut tekort aan Sp-bedden bestaat waardoor maar een gebrekkig antwoord kan worden geboden op de terzake bestaande behoefte van de bevolking;

Dat tengevolge van dit tekort, de bezettingsgraad van de C- en D-diensten in de ziekenhuizen in deze arrondissementen vaak meer dan 100 % bedraagt, wat de kwaliteit van de zorgverlening kan beïnvloeden;

Dat er dan ook met hoogdringendheid aan de ziekenhuizen binnen deze arrondissementen de mogelijkheid moet worden geboden bijkomende Sp-bedden op te richten teneinde de bevolking van deze arrondissementen een kwaliteitsvolle dienstverlening te waarborgen;

Dat de ziekenhuizen dan ook, via onderhavig besluit, onder bepaalde voorwaarden, de mogelijkheid krijgen om Sp-bedden op te richten via de desaffectatie van andersoortige bedden in andere ziekenhuizen;

Dat het dringend geboden is de beheerders van de ziekenhuizen van deze mogelijkheid tot reconversie op de hoogte te brengen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 6 juni 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2/, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder : 1° 'C-bedden' : bedden in diensten voor diagnose en heelkundige behandeling;2° 'D-bedden' : bedden in diensten voor diagnose en geneeskundige behandeling;3° 'Sp-bedden' : bedden in gespecialiseerde diensten voor behandeling en revalidatie;4° 'Sp-neurologische-bedden' : bedden in diensten voor behandeling en revalidatie voor patiënten met neurologische aandoening;5° 'Sp-locomotorische-bedden : bedden in diensten voor behandeling en revalidatie voor patiënten met locomotorische aandoening;6° 'Sp-chronische-bedden : bedden in diensten voor behandeling en revalidatie voor patiënten met chronische aandoening;7° 'G-bedden : bedden in diensten voor geriatrie;8° 'I-bedden : bedden in functie voor intensieve zorg.

Art. 2.De desaffectatie van 1 C-bed, D-bed of I-bed kan aanleiding geven tot de oprichting van 0, 73 Sp-bed indien volgende voorwaarden cumulatief zijn vervuld : 1° het C-, D- of I-bed wordt gedesaffecteerd in een ziekenhuis dat gelegen is in een arrondissement waar er een programmatorisch overschot bestaat aan C-, D- en I- bedden;2° het Sp-bed wordt opgericht in een ziekenhuis dat gelegen is een arrondissement waar er een programmatorisch tekort bestaat aan C-, D-, I-, G- en Sp-bedden;3° het programmatorisch tekort aan Sp-bedden in het in 2° bedoelde arrondissement bedraagt minstens 0,5 bedden per 1 000 inwoners met dien verstande dat dit tekort in absoluut aantal tenminste 100 bedden bedraagt;4° het Sp-bed dat wordt opgericht is een Sp-locomotorisch-bed, een Sp-neurologisch-bed of een Sp-chronisch-bed.

Art. 3.Voor de toepassing van dit besluit dient het engagement tot reconversie te worden aangegaan vóór 1 juli 2002 in het kader van een herstructureringsplan dat wordt bekendgemaakt aan de bevoegde overheid van de betrokken gemeenschap. Een afschrift van bedoelde beslissing dient te worden overgemaakt aan de Federale Minister die de vaststelling van het budget van de financiële middelen van de ziekenhuizen onder zijn bevoegdheid heeft.

De reconversie dient gerealiseerd te zijn uiterlijk op 1 juli 2005.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag dat het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 5.Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft belast met uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 juni 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE