gepubliceerd op 26 juli 2002
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1974 betreffende de vaststelling van de werkgeversbijdrage in de vervoerskosten van de werknemers in de steenbakkerijen
12 JUNI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1974 betreffende de vaststelling van de werkgeversbijdrage in de vervoerskosten van de werknemers in de steenbakkerijen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de steenbakkerij;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1974 betreffende de vaststelling van de werkgeversbijdrage in de vervoerskosten van de werknemers in de steenbakkerijen.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 juni 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de steenbakkerij Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2001 Vaststelling van de werkgeversbijdrage in de vervoerskosten van de werknemers in de steenbakkerijen (Overeenkomst geregistreerd op 28 september 2001 onder het nummer 58930/CO/114) HOOFDSTUK I. - Draagwijdte van de overeenkomst
Artikel 1.De huidige collectieve arbeidsovereenkomst vervangt voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1974 tot vaststelling van de werkgeversbijdrage in de vervoerskosten van de werknemers, zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 1999.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is ingegeven door punt I, 5 van het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000 betreffende de werkgeversbijdrage in de vervoerskosten gedragen door de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de steenbakkerij.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de N.V. Scheerders-Van Kerchove's Verenigde Fabrieken te Sint-Niklaas en op de werklieden die er zijn tewerkgesteld.
Onder "werklieden" wordt verstaan : werklieden en werksters. HOOFDSTUK III. - Tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten
Art. 4.De werkgever betaalt een tussenkomst in de vervoerskosten van de werklieden om zich langs de normale weg van hun woonplaats naar hun werkplaats en omgekeerd te begeven.
Art. 5.Voor de werklieden, die gebruik maken, voor hun in artikel 4 bedoelde verplaatsingen, van het openbaar vervoer, bedraagt de tussenkomst van de werkgever 75 pct. van de prijs van de treinkaarten 2e klasse van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen.
Art. 6.Voor de werklieden die geen gebruik maken van het openbaar vervoer en met eigen middelen de in artikel 4 bedoelde verplaatsingen doen bedraagt de tussenkomst van de werkgever 60 pct. van de prijs van de treinkaarten 2e klasse van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen op voorwaarde dat de afstand meer dan 5 km bedraagt.
Art. 7.Aan de werklieden die geen verplaatsingsvergoeding ontvangen overeenkomstig de vorige artikelen 5 en 6 wordt een werkgeversbijdrage in de vervoerskosten toegekend, ongeacht het aantal kilometers of de wijze waarop zij zich verplaatsen, van 0,25 EUR per gewerkte dag.
Art. 8.Voor de werklieden die, voor hun in artikel 4 bedoelde verplaatsingen een systeem van « carpooling » organiseren zal de werkgever aan elk van de werklieden, als tussenkomst in de vervoerskosten, 60 pct. van de prijs van de treinkaart betalen op voorwaarde dat de afstand meer dan 5 km bedraagt.
Art. 9.Wanneer de werkgever het vervoer van de werkman of werkster inricht heeft de werkman of werkster geen recht op de in voorgaande artikelen bedoelde tussenkomst.
In geval van gedeeltelijke verplaatsing, die de werkman of werkster dient af te leggen om zich te begeven naar de plaats van waaruit de in voorgaand lid bedoelde werkgever het vervoer inricht, gelden de in artikelen 5, 6, 7 en 8 voorziene bepalingen.
De werkman of werkster die geen gebruik maakt van het vervoer ingericht door de werkgever, kan geen aanspraak maken op de door de huidige overeenkomst voorziene tussenkomst in de vervoerskosten.
Art. 10.De beschikkingen inzake terugbetaling van vervoerskosten die op het vlak van de onderneming bestaan en die gunstiger zijn dan deze in voorgaande artikelen voorzien, blijven bestaan. HOOFDSTUK IV. - Terugbetalingstijdstip
Art. 11.De bijdrage van de werkgevers in de door de werknemers gedragen vervoerskosten zal maandelijks betaald worden volgens de gebruikelijke betalingswijze. HOOFDSTUK V. - Modaliteiten
Art. 12.In het geval de werklieden gebruik maken van het openbaar vervoer dienen zij het vervoerbewijs (of vervoerbewijzen) voor te leggen.
In het geval de werklieden geen gebruik maken van het openbaar vervoer dienen zij, in het geval zij recht hebben op een tussenkomst van de werkgever overeenkomstig de artikelen 6 en 8, een ondertekende verklaring voor te leggen waarin wordt geattesteerd hoeveel kilometers de in artikel 4 bedoelde verplaatsing bedraagt. HOOFDSTUK VI. - Geldigheidsduur
Art. 13.De huidige collectieve arbeidsovereenkomst, wordt voor een onbepaalde duur gesloten. Zij heeft uitwerking met ingang van 1 april 2001.
Zij kan opgezegd worden door één der partijen, met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de steenbakkerij.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 juni 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX