gepubliceerd op 03 oktober 2002
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, betreffende de minimale dagelijkse en wekelijkse arbeidsduur van het deeltijds bediendenpersoneel in het gesubsidieerd vrij onderwijs - Vlaamse Gemeenschap
12 JUNI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, betreffende de minimale dagelijkse en wekelijkse arbeidsduur van het deeltijds bediendenpersoneel in het gesubsidieerd vrij onderwijs - Vlaamse Gemeenschap (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, betreffende de minimale dagelijkse en wekelijkse arbeidsduur van het deeltijds bediendenpersoneel in het gesubsidieerd vrij onderwijs - Vlaamse Gemeenschap.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 juni 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2000 Minimale dagelijkse en wekelijkse arbeidsduur van het deeltijds bediendepersoneel in het gesubsidieerd vrij onderwijs - Vlaamse Gemeenschap (Overeenkomst geregistreerd op 20 juli 2000 onder het nr. 55355/CO/225) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de instellingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en op de werknemers, deeltijds werkende bedienden die onderworpen zijn aan de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978). HOOFDSTUK II. - Wekelijkse arbeidsduur
Art. 2.In toepassing van artikel 11bis van de voormelde wet van 3 juli 1978, gewijzigd door artikel 182 van de programmawet van 22 december 1989 (Belgisch Staatsblad van 30 december 1989), mag de wekelijkse arbeidsduur van de werknemers bedoeld in artikel 1 van deze overeenkomst minder dan één derde van de wekelijkse arbeidsduur van het voltijds personeel van dezelfde categorie bedragen. HOOFDSTUK III. - Duur van elke werkperiode
Art. 3.In toepassing van artikel 21 van de arbeidswet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971), vervangen door artikel 189 van voormelde programmawet van 22 december 1989, mag de duur van elke werkperiode minder dan drie uren, maar niet minder dan één uur bedragen, voor volgende categorieën van werknemers : 1. werknemers belast met busbegeleiding;2. werknemers belast met toezicht bij de leerlingen;3. werknemers belast met voor- en naschoolse opvang;4. werknemers belast met bewakingsopdracht van school- en internaatsgebouwen na schooltijd;5. studiemeesters-opvoeders van de internaten voor de periodes tijdens dewelke zij belast zijn met middagtoezicht;6. levende modellen in het kunstonderwijs. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 september 2000 en is gesloten voor onbepaalde tijd.
Elke partij kan deze overeenkomst beëindigen bij een ter post aangetekende zending, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, met een opzegtermijn van ten minste 3 maanden in acht te nemen. Deze opzegtermijn wordt in elk geval verlengd tot de vooravond van het volgend schooljaar.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 juni 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX