gepubliceerd op 29 juni 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 78 van 30 maart 2001 gesloten in de Nationale Arbeidsraad betreffende de invoering van de euro in de collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten overeenkomstig de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 78bis van 20 april 2001
12 JUNI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 78 van 30 maart 2001 gesloten in de Nationale Arbeidsraad betreffende de invoering van de euro in de collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten overeenkomstig de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 78bis van 20 april 2001 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op de artikelen 18 en 28;
Gelet op het verzoek van de Nationale Arbeidsraad;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage opgenomen collectieve arbeidsovereenkomst nr. 78 gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 30 maart 2001, betreffende de invoering van de euro in de collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten overeenkomstig de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 78bis van 20 april 2001.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 juni 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Nationale Arbeidsraad Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 78 van 30 maart 2001 betreffende de invoering van de euro in de collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten overeenkomstig de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 78bis van 20 april 2001 Geregistreerd op 19 april en 10 mei 2001 onder de nrs. 57039/CO/300 en 57123/CO/300 Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;
Overwegende dat zo vlug mogelijk bepalingen moeten worden vastgesteld ter wille van de rechtszekerheid in de arbeidsbetrekkingen wanneer de euro definitief als chartale munt zal zijn ingevoerd, d.i. vanaf 1 januari 2002;
Hebben de navolgende interprofessionele organisaties van werkgevers en van werknemers : - het Verbond van Belgische Ondernemingen; - de nationale middenstandsorganisaties erkend overeenkomstig de wetten betreffende de organisatie van de Middenstand, gecoördineerd op 28 mei 1979; - de Boerenbond; - "la Fédération wallonne de l'Agriculture"; - het Algemeen Christelijk Vakverbond van België; - het Algemeen Belgisch Vakverbond; - de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België, op 30 maart 2001 in de Nationale Arbeidsraad de volgende collectieve arbeidsovereenkomst gesloten. HOOFDSTUK I. - Draagwijdte van de overeenkomst
Artikel 1.Deze overeenkomst beoogt een zo groot mogelijke rechtszekerheid door de vaststelling van de regels die vanaf 1 januari 2002 van toepassing zijn met betrekking tot de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomsten die voorzien in : - een afronding van de erin opgenomen bedragen wanneer ze worden geïndexeerd of met een coëfficiënt worden vermenigvuldigd; - een regel die het behoud van een opeenvolging van tarief- of baremaschijven waarborgt. HOOFDSTUK II. - Afronding van bedragen
Art. 2.§ 1. In de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomsten die voorzien in de verplichting om na indexering of toepassing van een vermenigvuldigingscoëfficiënt een bedrag in Belgische frank af te ronden zonder dat met het cijfer volgend op de af te ronden decimaal rekening wordt gehouden wanneer het lager is dan vijf en waarbij de af te ronden decimaal met een eenheid wordt verhoogd wanneer dat cijfer gelijk is aan of hoger is dan vijf, gebeurt de afronding in euro vanaf 1 januari 2002 overeenkomstig dezelfde regel. § 2. In de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomsten die voorzien in de verplichting om na indexering of toepassing van een vermenigvuldigingscoëfficiënt een bedrag in Belgische frank af te ronden volgens een regel die afwijkt van de in § 1 bepaalde regel, gebeurt de afronding vanaf 1 januari 2002 in euro als volgt : 1° afronding op 50 centiem of op de frank : afronding op de cent;2° afronding op 5 of op 10 frank : afronding op 10 cent;3° afronding op 25 frank : afronding op 50 cent;4° afronding op 50 of op 100 frank : afronding op de euro;5° afronding op 500 of op 1 000 frank : afronding op 10 euro;6° afronding op 5 000 of op 10 000 frank : afronding op 100 euro. § 3. De paragrafen 1 en 2 zijn van toepassing wanneer de bij de genoemde collectieve arbeidsovereenkomsten betrokken partijen het niet eens worden over een specifieke afrondingsregel vanaf 1 januari 2002.
Commentaar.
Deze bepaling heeft tot doel voor de genoemde collectieve arbeidsovereenkomsten te voorzien in de afrondingsregels die van toepassing zijn op de definitief in euro omgerekende bedragen na indexering of toepassing van een vermenigvuldigingscoëfficiënt.
Opgemerkt dient te worden, dat de definitieve omrekening in euro zal gebeuren met twee decimalen meer dan het aantal decimalen dat van toepassing is in Belgische frank, overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 69 van 17 juli 1998 tot vaststelling van de regels inzake omrekening en afronding in euro van de bedragen van barema's, premies, vergoedingen en voordelen en nr. 70 van 15 december 1998 tot vaststelling van de regels inzake omrekening en afronding in euro van de andere bedragen dan die welke zijn bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 69 van 17 juli 1998 tot vaststelling van de regels inzake omrekening en afronding in euro van de bedragen van barema's, premies, vergoedingen en voordelen.
Deze definitieve omrekening wordt geacht te gebeuren uiterlijk op 31 december 2001, zodat een en ander effectief ingaat op 1 januari 2002, d.i. vanaf de dag waarop de euro als chartale munt wordt ingevoerd.
De volgende afrondingsregels zullen dan in acht moeten worden genomen : - volgens de bepalingen van § 1, zal de afronding van het bedrag na de definitieve omrekening in euro, wanneer de rekenkundige bewerking in Belgische frank wordt uitgevoerd, in principe op dezelfde manier blijven gebeuren in euro.
Deze regel houdt in dat na de definitieve omrekening in euro en telkens wanneer een indexering of een vermenigvuldigingscoëfficiënt wordt toegepast, het bedrag naar boven of naar beneden zal worden afgerond op de dichtstbijzijnde cent of naar boven op de cent zal worden afgerond wanneer het resultaat precies de helft bedraagt. - in afwijking van de vorige regel en overeenkomstig de bepalingen van § 2 zal de afronding, wanneer ze wordt verricht volgens een bepaling die in een andere dan een rekenkundige afronding voorziet, in euro worden uitgevoerd met verwijzing naar de bepalingen die op de wetten en verordeningen van toepassing zijn ingevolge de wetten van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in de artikelen 77 en 78 van de Grondwet. Het gaat om een verwijzing en niet om een overname van de bepalingen. De wetsbepalingen werden immers aangepast aan de specificiteit van de CAO-instrumenten waarop ze van toepassing zijn.
Deze regel houdt in dat na de definitieve omrekening in euro en telkens wanneer een indexering of een vermenigvuldigingscoëfficiënt wordt toegepast, voortaan de afronding als bepaald in § 2 zal worden verricht.
Het is de bedoeling een zo groot mogelijke neutraliteit in de afrondingsverrichtingen te waarborgen en daartoe te vermijden dat een beroep moet worden gedaan op de zogenaamde techniek van de transparantieafrondingen, d.w.z. aanpassingen die een gemakkelijk leesbaar en bruikbaar bedrag in euro opleveren maar die enig wantrouwen kunnen doen ontstaan wat de juistheid van de verrichtingen betreft.
Deze techniek is evenwel niet uitgesloten; wanneer ze wordt gebruikt, moet er wel een akkoord over bestaan tussen de partijen die bij de bedoelde collectieve arbeidsovereenkomst betrokken zijn. Hetzelfde geldt voor iedere andere afrondingstechniek. HOOFDSTUK III. - Logische opeenvolging van tarief- of baremaschijven
Art. 3.In de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomsten die voorzien in opeenvolgende tarief- of baremaschijven, wordt de bovengrens van een schijf in euro, na omrekening op 1 januari 2002 met twee decimalen meer dan het aantal decimalen dat van toepassing is in Belgische frank, overgenomen als benedengrens van de volgende schijf vermeerderd met 0,01 euro.
Commentaar.
Deze bepaling beoogt ter wille van een eenvormige en zo harmonieus mogelijke oplossing een logische opeenvolging van tarief- of baremaschijven nadat de bedragen die de grenswaarden ervan aangeven definitief in euro zullen zijn omgerekend.
Opgemerkt dient te worden, dat de definitieve omrekening in euro zal gebeuren met twee decimalen meer dan het aantal decimalen dat van toepassing is in Belgische frank, overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 69 van 17 juli 1998 tot vaststelling van de regels inzake omrekening en afronding in euro van de bedragen van barema's, premies, vergoedingen en voordelen en nr. 70 van 15 december 1998 tot vaststelling van de regels inzake omrekening en afronding in euro van de andere bedragen dan die welke zijn bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 69 van 17 juli 1998 tot vaststelling van de regels inzake omrekening en afronding in euro van de bedragen van barema's, premies, vergoedingen en voordelen.
Deze definitieve omrekening wordt geacht te gebeuren uiterlijk op 31 december 2001, zodat een en ander effectief ingaat op 1 januari 2002, d.i. vanaf de dag waarop de euro als chartale munt wordt ingevoerd.
Daarna zal de in euro luidende bovengrens na de rekenkundige omrekening worden overgenomen als benedengrens van de volgende schijf vermeerderd met 0,01 euro. HOOFDSTUK IV. - Inwerkingtreding Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 200 2. Zij is gesloten voor onbepaalde tijd.
Zij kan op verzoek van de meest gerede ondertekenende partij worden herzien of opgezegd met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden.
De organisatie die het initiatief tot herziening of opzegging neemt, moet de redenen ervan aangeven en amendementsvoorstellen indienen. De andere organisaties verbinden zich ertoe deze binnen een maand na ontvangst ervan in de Nationale Arbeidsraad te bespreken.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 juni 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Aanbeveling nr. 13 Aanbeveling nr. 13 van 30 maart 2001 betreffende de invoering van de euro Nationale Arbeidsraad heeft nog voor de start van de overgangsfase van de invoering van de euro, samen met de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven op 17 december 1997 advies nr. 1.210 uitgebracht, ter voorbereiding van die fase.
Dit advies werd vervolgens aangevuld met twee collectieve arbeidsovereenkomsten en een vademecum, namelijk : - de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 69 van 17 juli 1998 tot vaststelling van de regels inzake omrekening en afronding in euro van de bedragen van barema's, premies, vergoedingen en voordelen; - de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 70 van 15 december 1998 tot vaststelling van de regels inzake omrekening en afronding in euro van de andere bedragen dan die welke zijn bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 69 van 17 juli 1998 tot vaststelling van de regels inzake omrekening en afronding in euro van de bedragen van barema's, premies, vergoedingen en voordelen.
Hiermee heeft de Raad alle elementen omlijnd voor een soepele en doorzichtige overgang naar de euro voor alle betrokken actoren.
Nu dient te worden nagegaan hoe met dezelfde soepelheid en doorzichtigheid de definitieve invoering van de euro als chartale munt op 1 januari 2002 moet worden aangepakt.
Met dit doel hebben de in de Raad vertegenwoordigde werknemers- en werkgeversorganisaties op 30 maart 2001 de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 78 gesloten betreffende de invoering van de euro in de collectieve arbeidsovereenkomsten die op zijn niveau alsook in de paritaire comités en de ondernemingen worden gesloten en die voorzien in : - een afronding van de erin opgenomen bedragen wanneer ze worden geïndexeerd of met een coëfficiënt worden vermenigvuldigd; - een regel die het behoud van een opeenvolging van tarief- of baremaschijven waarborgt.
Dit instrument zal worden toegelicht in een nieuw vademecum dat de Raad zal publiceren en naar aanleiding waarvan de stand van zaken zal worden bepaald omtrent de omrekeningsmechanismen die uiterlijk 31 december 2001 moeten zijn vastgesteld opdat de invoering van de euro op 1 januari 2002 een feit zal zijn alsook met betrekking tot de techniek voor afronding en vaststelling van limiet- of drempelbedragen.
In dit opzicht richt de Raad de volgende aanbevelingen aan de paritaire comités, de werkgevers, de werknemers en hun vertegenwoordigers en aan de overheid : - Wat de paritaire comités betreft.
De Raad dringt er in eerste instantie op aan dat de paritaire comités in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomsten die zij onder andere ter uitvoering van het centraal akkoord van 22 december 2000 zullen sluiten en die na 31 december 2001 van kracht blijven, rekening houden met de volgende regels indien er bedragen mee gemoeid zijn : * Wanneer een bepaling in een bedrag voorziet, wordt dit bedrag in euro uitgedrukt. * In een overgangsbepaling die ophoudt van kracht te zijn op 1 januari 2002, wordt ditzelfde bedrag in Belgische frank uitgedrukt.
Er worden twee formules voorgesteld : - Wanneer in de collectieve arbeidsovereenkomst een gering aantal bedragen voorkomen : Gebruik van een klassieke wetgevingstechniek naar het volgende voorbeeld : «
Artikel 2.Voor de periode van Y (begindatum van de toepassing tijdens de overgangsperiode) tot 31 december 2001, geldt in de plaats van het bedrag van "X EUR", vermeld in artikel 1, het bedrag van "Y BEF". » - Wanneer in de collectieve arbeidsovereenkomst een groter aantal bedragen voorkomen : Gebruik van een tabel (1) naar het volgende model : - op de eerste regel : het nummer van het artikel in de tekst (bijvoorbeeld artikel 2); - op de volgende regels, eerste kolom : per regel, het desbetreffende onderdeel van het artikel; - in de tweede kolom, het bedrag in Belgische frank (geldig tot 31 december 2001); - in de derde kolom, het overeenstemmende bedrag in euro (geldig vanaf 1 januari 2002); - in de vierde kolom : hetzelfde als in de eerste kolom, maar in de andere landstaal.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld * In de bepaling van inwerkingtreding zal de desbetreffende datum worden vermeld voor de bepaling met eurobedragen.
In tweede instantie verzoekt de Raad de paritaire comités zo vlug mogelijk aan hun leden, aan de werkgevers en werknemers die onder hun respectieve bevoegdheidssfeer ressorteren alsook aan de vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers de verschillende bedragen te bezorgen die onder andere voorkomen in de op hun niveau gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten en die uitgedrukt zijn in Belgische frank en in euro na de omrekening als verricht overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 69 en nr. 70 van 17 juli 1998 en 15 december 1998.
Dit houdt voor de paritaire comités waarborgen in : * eensdeels dat zij meester blijven van de bedragen waarover op hun niveau werd onderhandeld, met inbegrip van de afrondingsmechanismen zoals ze op suppletoire wijze zijn vastgesteld in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 78 van 30 maart 2001; * anderdeels dat zij zorgen voor een zo groot mogelijke rechtszekerheid in de arbeidsbetrekkingen, voor de doorzichtigheid en bijgevolg voor het vertrouwen dat nodig is voor een harmonieuze overgang naar de euro.
De Raad en de paritaire comités promoten op deze manier ook een uniformiteit in de presentatie van de teksten, door zich te conformeren aan de wetgevingstechniek met betrekking tot de euro vanaf 1 december 2000, zoals ze op 1 december 2000 door de ministerraad werd goedgekeurd. - Wat de werkgevers en hun gemachtigden betreft.
In de lijn van het algemeen scenario voor de vervroegde overschakeling naar de euro en de aanbevelingen van FIN-euro met het oog op de definitieve overgang naar de girale euro, moedigt de Raad de werkgevers aan zo spoedig mogelijk de procedure aan te vatten of deze procedure zoveel mogelijk te versnellen met het oog op de uitdrukking van hun sociale verplichtingen (betaling van de lonen, RSZ-aangiften, Y) in euro in 2001, hetzij door een aanpassing van hun informaticasystemen, hetzij door middel van een expliciet verzoek aan hun sociale secretariaten die gemachtigd zijn om dit te doen.
De Raad wijst erop dat de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomsten die hij heeft gesloten alsook het reeds vermelde advies nr. 1.210 van 17 december 1997 de voorwaarden bevatten die het de werkgevers mogelijk moeten maken voor hun sociale verplichtingen vervroegd en op soepele wijze over te schakelen op de euro.
In het aangekondigde vademecum zal ook een samenvatting worden gegeven van de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 69 en nr. 70 van 17 juli 1998 en 15 december 1998 alsook van advies nr. 1.210 van 17 december 1997, waarmee rekening moet worden gehouden. - Wat de werknemers en hun vertegenwoordigers betreft.
De Raad stelt de werknemers en hun vertegenwoordigers voor om de laatste rechte lijn van de overgangsfase in te gaan met de wil om de definitieve invoering van de euro op 1 januari 2002 voor te bereiden en dus vlotter te laten verlopen.
Daartoe moet de aandacht uitgaan naar de naleving van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten alsook naar de minimumregels die in advies nr. 1.210 van 17 december 1997 zijn vastgesteld.
Deze CAO-instrumenten stoelen zeer duidelijk op het dubbele principe van neutraliteit en transparantie, dat belangrijk is voor het vertrouwen van de bij de arbeidsverhouding betrokken partijen.
Ten slotte dringt de Raad er meer bepaald bij de overheid op aan om nog voor het einde van 2001 grote bewustmakingscampagnes op te zetten die toegespitst zijn op de bedrijfswereld.
Iedereen dient te beseffen dat op 1 januari 2002 onherroepelijk wordt overgeschakeld op de euro. Werknemers en werkgevers moeten zich dan ook zo vlug mogelijk in de demarche inpassen en de nodige maatregelen nemen om zich vertrouwd te maken met de nieuwe munt.
Om dit te bereiken is van de overheid een zeer pragmatische aanpak vereist waaraan de Raad actief wenst mee te werken, niet alleen door middel van deze aanbeveling maar ook via initiatieven die meer op de bedrijfswereld toegespitst zijn dankzij de medewerking van de in zijn midden vertegenwoordigde werknemers- en werkgeversorganisaties.
Gedaan te Brussel, op 30 maart 2001. _______ Nota (1) Deze tabel zal zo nodig worden voorafgegaan door de volgende vermelding : « De artikelen of onderdelen ervan die op de eerste regel en in de eerste en vierde kolom van de volgende regel(s) van de onderstaande tabel worden vermeld, hebben betrekking op deze collectieve arbeidsovereenkomst.Voor de bedragen die in euro worden vermeld in de tweede kolom van de tabel gelden vanaf de datum van inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst tot 31 december 2001 de bedragen die in Belgische frank worden vermeld in de derde kolom. »