gepubliceerd op 24 juli 1998
Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen, gelegen op het grondgebied van de gemeente Zaventem van algemeen nut wordt verklaard
12 JUNI 1998. - Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen, gelegen op het grondgebied van de gemeente Zaventem van algemeen nut wordt verklaard
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 23 juli 1926 houdende oprichting van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, inzonderheid op artikel 1bis, vervangen door de wet van 21 maart 1991;
Gelet op de wet van 26 juli 1962 gewijzigd bij de wet van 7 juli 1978 betreffende de onteigeningen ten algemenen nutte en de concessies voor de bouw van de autosnelwegen, inzonderheid op artikel 5;
Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 10, § 2, 2°;
Overwegende dat het HST-project een antwoord biedt op de huidige en verwachte mobiliteitsgroei en een belangrijke schakel vormt in. het Europese hogesnelheidsnet;
Overwegende dat, wat de hogesnelheidslijn Brussel-Duitse grens betreft, de federale Regering op 26 januari 1990 geopteerd heeft voor een tracé tussen Schaarbeek en Leuven in bundeling met de bestaande spoorlijn;
Overwegende dat de Vlaamse Gewestregering op 24 juli 1991 besloten heeft de betrokken gewestplannen te wijzigen ten einde er boven vermeld hogesnelheidstracé in op te nemen;
Overwegende dat de inbezitneming van de op de plannen nrs.
D1/L36N/008,8/Tl D1/L36N/009,7/T1 D1/L36N/010,7/T1 D1/L36N/011,7/T1 D1/L36N/012,3/T1 aangeduide percelen, gelegen op het grondgebied van de gemeente Zaventem en nodig voor een oordeelkundige aanleg van de hogesnelheidslijn en voor de ermee gepaard gaande uitrustingen ter bescherming van het leefmilieu en voor de vereiste aanpassingen van de bestaande infrastructuur met het koninklijk besluit nr.
A/96036/B48.2.4/L d.d. 27 februari 1996 van openbaar nut werd verklaard;
Overwegende dat sindsdien meer gedetailleerde studies hebben uitgewezen dat de beoogde omwerking der spoorinstallaties, nodig voor de aanleg van de hogesnelheidslijn, alsook ter uitbouw van spoorinstallaties, bestemd voor voorstadsverkeer tussen Leuven en Brussel, bijkomende grondinnames vereist, o.a. om de bouw van steun- en geluidsmuren en de verlenging van de bestaande onderdoorgang mogelijk te maken;
Overwegende dat in de bouwvergunning de verplichting werd opgelegd tot het bouwen van een tweede toegang tot de perrons en dat deze enkel kan gerealiseerd worden door de aanleg van een voetgangersbrug en hiertoe het bouwen van een hoge steunmuur nodig is;
Overwegende dat de bevoegde diensten van het Vlaams Gewest erop aandringen het hemelwater dat op de spoorbedding valt, zoveel mogelijk af te voeren naar de aanwezige natuurlijke oppervlaktewaters, en hiervoor een afwateringsbuis dient aangelegd naar de Kleine Beek;
Overwegende dat om bovenstaande redenen bijkomende percelen, aangeduid op de plannen nrs.
D1/L36N/009,5/T1 D1/L36N/010,0/T1 Dl/L36N/010,6/Tl en gelegen op het grondgebied van de gemeente Zaventem, in bezit dienen genomen;
Overwegende dat de Ministerraad op 19 juli 1991 de planning van de aanleg van de hogesnelheidslijnen heeft goedgekeurd;
Overwegende dat de federale Regering op 5 juli 1996 het tienjarenplan 1996-2005 der spoorweginvesteringen heeft goedgekeurd en in dit kader een aangepaste kalender ter verwezenlijking van het HST-project heeft aangenomen;
Overwegende dat ingevolge deze planning de hogesnelheidslijn tussen Brussel en Luik tegen 2002 in gebruik dient te worden genomen;
Overwegende dat wegens de vooropstaande duurtijd van de vereiste werkzaamheden derhalve de onmiddellijke inbezitneming van de bedoelde percelen ten algemene nutte onontbeerlijk is;
Op de voordracht van Onze Minister van Vervoer, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het algemeen nut vordert voor de uitvoering van de werken, kaderend in de aanleg van de hogesnelheidslijn Brussel-Keulen (baanvak Brussel-Gingelom (Vorsen)) de onmiddellijke inbezitneming van de percelen gelegen op het grondgebied van de gemeente Zaventem en opgenomen in de plannen nrs.
D1/L36N/009,5/T1 D1/L36N/010,0/T1 D1/L36N/010,6/T1, gevoegd bij dit besluit.
Art. 2.Bij gebrek aan afstand in der minne, worden de voor de werken benodigde en op voormelde plannen aangewezen percelen ingenomen en bezet overeenkomstig de wet van 26 juli 1962 betreffende de onteigeningen ten algemenen nutte en de concessies voor de bouw van de autosnelwegen, inzonderheid artikel 5.
Art. 3.Onze Minister van Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 juni 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Vervoer, M. DAERDEN
Bijlage bij het koninklijk besluit van 12 juni 1998 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld