gepubliceerd op 08 augustus 2007
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de vrijstelling van prestaties in uitvoering van het "Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social-profitsector"
12 JULI 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de vrijstelling van prestaties in uitvoering van het "Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social-profitsector" (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de vrijstelling van prestaties in uitvoering van de "Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de Social-Profitsector".
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 juli 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2001 Vrijstelling van prestaties in uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social-profitsector (Overeenkomst geregistreerd op 15 juli 2002 onder het nummer 63287/CO/305.02)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers in de kinderdagverblijven waarbij bedoeld worden : de door Kind en Gezin erkende en gesubsidieerde kinderkribben en peutertuinen, diensten voor opvanggezinnen, de diensten voor tele-onthaal, het niet-autonoom algemeen welzijnswerk zoals opgenomen in het decreet betreffende het algemeen welzijnswerk van 19 december 1997, de door Kind en Gezin erkende en gesubsidieerde projecten voor zover ze sociale, psychische of fysische gezondheidszorg verlenen, de centra voor geestelijke gezondheidszorg en de vertrouwenscentra kindermishandeling zoals erkend en gesubsidieerd door Kind en Gezin, erkend en gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en ressorterend onder het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.
Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan het punt 2.5. van het "Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social-profitsector 2000-2005".
Art. 3.De voltijdse conventionele arbeidsduur in de sector blijft behouden op 38 uur per week gemiddeld op jaarbasis. Aan oudere werknemers worden vrijgestelde uren toegekend.
Alle voltijds tewerkgestelde werknemers hebben recht op de toekenning van vrijstelling van prestaties met behoud van loon op de volgende wijze : - vanaf de leeftijd van 45 jaar : effectieve arbeidsduur 36 uren/week (- 2 uur ten opzichte van conventionele arbeidsduur in de sector); - vanaf de leeftijd van 50 jaar : effectieve arbeidsduur 34 uren/week (- 4 uur ten opzichte van conventionele arbeidsduur in de sector); - vanaf de leeftijd van 55 jaar : effectieve arbeidsduur 32 uren/week (- 6 uur ten opzichte van de conventionele arbeidsduur in de sector).
Het personeel dat deeltijds werkt, geniet vrijgestelde uren in verhouding tot de vermindering die van toepassing is op het voltijds personeel.
Het maandloon van de werknemer blijft onveranderd alsof de werknemer in de betrokken maand zijn contractuele arbeidsduur zou gewerkt hebben.
Art. 4.De vrijstelling van prestaties wordt toegekend met ingang van de maand waarin de werknemer de betrokken leeftijd bereikt hebben.
Art. 5.Het eerste uur vrijstelling van prestaties voor voltijds tewerkgestelde werknemers boven 45 jaar wordt toegekend in de vorm van 6 compensatiedagen op jaarbasis.
Voor de volgende uren vrijstelling van prestaties wordt er over de toepassingsmodaliteiten overleg gepleegd op niveau van de voorziening met de syndicale delegatie bij ontstentenis met het personeel, waarbij : - minimum de helft van de vrijgestelde prestaties wordt toegekend in dagen; - de andere helft minimum wordt toegekend in blokken per week.
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001 voor zover de vrijstelling van prestaties resulteert in 100 pct. gefinancierde vervangende tewerkstelling voor zowel het gesubsidieerd als het niet-gesubsidieerd personeel.
Voor de invoering van de vrijstelling van prestaties wordt volgende timing voorzien : - vanaf 1 januari 2001 : voor alle werknemers vanaf 45 jaar : 1 uur/week vrijstelling van prestaties; - vanaf 1 januari 2002 : voor alle werknemers vanaf 45 jaar : 2 uur/week vrijstelling van prestaties; - vanaf 1 januari 2003 : voor alle werknemers vanaf 50 jaar : bijkomend 1 uur/week vrijstelling van prestaties; - vanaf 1 januari 2004 : voor alle werknemers vanaf 50 jaar : bijkomend 1 uur/week vrijstelling van prestaties; - vanaf 1 januari 2005 : voor alle werknemers vanaf 55 jaar : bijkomend 2 uur/week vrijstelling van prestaties.
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001 en is afgesloten voor onbepaalde duur.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan worden opgezegd door elk van de partijen mits een opzeggingstermijn van 3 maanden, per aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.
Art. 8.Partijen komen uitdrukkelijk overeen dat de voordelen bedongen in de huidige overeenkomst slechts effectief zullen toegekend worden aan de werknemers voorzover de regering in uitvoering van het "Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social-profitsector 2000-2005", ten gepaste tijde de tenlasteneming van de kost ervan verzekert.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 juli 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN