gepubliceerd op 31 augustus 2002
Koninklijk besluit tot vaststelling van de lonen van de ontvangers der registratie en domeinen inzake landbouwvoorrecht
12 JULI 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de lonen van de ontvangers der registratie en domeinen inzake landbouwvoorrecht
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 15 april 1884 op de landbouwleningen, namelijk artikel 23 gewijzigd bij artikel 3 van de wet van 1 juni 1931 houdende enkele wijzigingen aan de belastingwetten;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 september 1963 tot vaststelling van de lonen van de ontvangers der registratie en domeinen inzake landbouwvoorrecht;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat de bedragen van de aan de ontvangers der registratie en domeinen verschuldigde lonen voor de publiciteit van het landbouwvoorrecht achterhaald zijn, dat het past om ze te actualiseren en ze tegelijk om te zetten in euro en dat de nieuwe bedragen bijgevolg in werking moeten treden op de voorziene datum voor de overgang naar de euro, namelijk op 1 januari 2002;
Gelet op het advies nr. 33.582/2 van de Raad van State, gegeven op 7 juni 2002 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Besluit :
Artikel 1.Aan de ontvangers der registratie en domeinen die belast zijn met de dienst van de publiciteit van de landbouwvoorrechten, wordt vooruit betaald ten titel van loon : 1° Voor elke inschrijving, oorspronkelijke of vernieuwde, van een landbouwvoorrecht naargelang het bedrag, in hoofdsom en bijhorigheden, van de sommen waarvoor de inschrijving genomen of vernieuwd wordt : - 25.000 EUR niet overtreft : 30 EUR; - 25.000 EUR overtreft : 30 EUR, verhoogd met 12,50 EUR per volledige of onvolledige schijf van 25.000 EUR boven de eerste.
Dit bedrag omvat het totaal van de schuldvorderingen, huidige of gebeurlijke, welke het voorwerp van de inschrijving uitmaken, met uitsluiting van de bij artikel 87 van de wet van 16 december 1851 bedoelde drie jaar intrest en met uitsluiting van de prestaties in natura en van de verplichtingen om iets te doen die niet in kapitaal werden geraamd in de akten. Het wordt bepaald per formaliteit zonder rekening te houden met de pluraliteit van voorrechten en van schuldvorderingen, noch met het aantal der schuldeisers, medebelanghebbenden of niet, noch met het aantal verdeelde of onverdeelde eigenaars. 2° Voor de overschrijving van iedere andere akte dan de akte van lening of van kredietopening en, namelijk voor de overschrijving van een akte houdende overdracht van een door een landbouwvoorrecht gewaarborgde schuldvordering of indeplaatsstelling in een gelijkaardig recht : 18 EUR; 3° Voor de doorhaling van de inschrijvingen : a) wanneer de doorhaling totaal is : naargelang het bedrag van de sommen welke dienen tot het vaststellen van het gegradueerd loon voor inschrijving : - 25.000 EUR niet overtreft : 38 EUR; - 25.000 EUR overtreft : 38 EUR, verhoogd met 12,50 EUR per volledige of onvolledige schijf van 25.000 EUR boven de eerste.
Voor de berekening van dit loon, worden de voorgaande totale of gedeeltelijke doorhalingen niet in aanmerking genomen en elke inschrijving wordt afzonderlijk beschouwd zonder rekening te houden met de omstandigheid dat dezelfde schuldvordering gewaarborgd is door verscheidene inschrijvingen waarvan gelijktijdig opheffing gegeven wordt; b) wanneer zij gedeeltelijk is : het gegradueerde loon waarvan sprake onder letter a op het bedrag van de sommen ten belope waarvan zij gedaan wordt of 12,50 EUR indien zij niet tot voorwerp heeft het bedrag van de inschrijving te verminderen.4° Voor de getuigschriften of lastenstaten : a) wegens de opzoekingen : 3 EUR per persoon aangeduid in de vordering;b) voor het afschrift, integraal of bij uittreksel, van elke inschrijving : 2 EUR. Geen ander loon dan dat bepaald onder letter a is verschuldigd voor het certificaat van niet-inschrijving. c) het totaal bedrag van de ingevolge de letters a en b berekende lonen mag, per getuigschrift of lastenstaat, niet lager zijn dan 5 EUR.
Art. 2.De lonen vastgesteld bij dit besluit worden vanaf 1 januari 2005 om de drie jaar aangepast aan het indexcijfer der consumptieprijzen door de volgende formule : het basisloon wordt vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer.
De basislonen zijn deze vastgesteld bij artikel 1.
Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer der consumptieprijzen voor de maand november voorafgaand aan elke aanpassing van de lonen.
Het aanvangsindexcijfer is het indexcijfer der consumptieprijzen voor de maand januari 2002.
Het resultaat verkregen ingevolge de indexering wordt afgerond op de hogere cent.
Behelst het totaal der in eenzelfde kwijtschrift of in eenzelfde formaliteitsrelaas op te geven lonen een gedeelte van een cent, dan wordt dit totaal afgerond tot de hogere cent.
Het bedrag van de afronding wordt als loon beschouwd.
Art. 3.Het koninklijk besluit van 23 september 1963 tot vaststelling van de lonen van de ontvangers der registratie en domeinen inzake landbouwvoorrecht wordt opgeheven.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 juli 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS