12 JULI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 8 van het koninklijk besluit van 5 maart 1990 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten, inzonderheid op artikel 7, § 2, tweede lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 maart 1990 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, inzonderheid op artikel 8, § 3;

Gelet op het advies van de Nationale Hoge Raad voor gehandicapten, gegeven op 2 april 2001;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 februari 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 26 april 2001;

Overwegende dat de manier waarop rekening wordt gehouden met de inkomsten om het recht van gehandicapte personen op de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden te bepalen sterk gelijkt op de geldende regelen voor de berekening van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden (koninklijk besluit van 29 april 1969 houdende algemeen reglement betreffende het gewaarborgd inkomen voor bejaarden);

Overwegende dat een koninklijk besluit van 12 augustus 2000 tot wijziging van artikel 49 van het koninklijk besluit van 29 april 1969 houdende algemeen reglement betreffende het gewaarborgd inkomen voor bejaarden in sommige aanpassingen voorziet wat betreft de invloed van de vervroeging van rustpensioenen op de berekening van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden;

Overwegende dat de voorgestelde maatregel tot doel heeft de reglementaire bepalingen van het koninklijk besluit van 5 maart 1990 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden in overeenstemming te brengen met die welke van toepassing zijn op het gebied van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden;

Gelet op het feit dat het koninklijk besluit van 12 augustus 2000 tot wijziging van artikel 49 van het koninklijk besluit van 29 april 1969 houdende algemeen reglement betreffende het gewaarborgd inkomen voor bejaarden op 1 september 2000 in werking is getreden en dat het koninklijk besluit van 5 maart 1990 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden onverwijld moet worden aangepast;

Gelet op het advies nr. 31.804/3 van de Raad van State, gegeven op 12 juni 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Maatschappelijke Integratie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers op 4 mei 2001, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 8, § 3, van het koninklijk besluit van 5 maart 1990 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden vervallen de woorden "wegens vervroegd pensioen".

Art. 2.Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 2000.

Art. 3.Onze Minister bevoegd voor de Maatschappelijke Integratie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 juli 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Maatschappelijke Integratie, J. VANDE LANOTTE