gepubliceerd op 26 januari 2017
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 januari 2016, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de sociale programmatie
12 DECEMBER 2016. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 januari 2016, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de sociale programmatie (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 januari 2016, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de sociale programmatie.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 december 2016.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 januari 2016 Sociale programmatie (Overeenkomst geregistreerd op 18 maart 2016 onder het nummer 132289/CO/326) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf en op de gebaremiseerde werknemers die zij tewerkstellen. HOOFDSTUK II. - Koopkracht
Art. 2.Recurrente loonsverhoging § 1. Voor de gebaremiseerde werknemers op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van toepassing is (overeenkomst geregistreerd onder het nummer 72104/CO/326) en ongeacht elke impact van performance management of promotie wordt op 1 januari 2016 een recurrente verhoging van 0,375 pct. toegekend op het barema en op het reële, individuele maandloon dat van kracht is. § 2. Voor de gebaremiseerde werknemers op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2004 betreffende de waarborg van de rechten van werknemers van de bedrijfstak gas en elektriciteit in dienst op 31 december 2001 van toepassing is (overeenkomst geregistreerd onder het nummer 74368/CO/326) en ongeacht elke impact van promotie wordt op 1 januari 2016 een recurrente verhoging van 0,375 pct. toegekend op het spilloon en op het reële, individuele maandloon dat van kracht is.
Art. 3.Elektronische maaltijdcheques De maaltijdcheque wordt verstrekt onder de vorm van een elektronische maaltijdcheque.
De werknemer krijgt gratis een kaart te zijner beschikking gesteld.
Als in de loop van eenzelfde kalenderjaar de werknemer meerdere keren zijn kaart verliest, neemt de werkgever slechts de vervanging op zich van de eerste kaart.
In geval van diefstal, zal de werkgever de kost van vervanging van de kaart dragen indien de werknemer een proces-verbaal van de politie kan voorleggen.
De kost van vervanging van de kaart zal maximaal gelijk zijn aan de nominale waarde van een maaltijdcheque.
Deze kost zal afgehouden worden van de eerstvolgende netto verloning die hem verschuldigd is.
De bestaande lokale akkoorden die gunstiger zijn dan hetgeen voorzien wordt in dit artikel blijven verder van toepassing.
Art. 4.Verhoging van de waarde van de maaltijdcheques Vanaf 1 januari 2016 wordt voor elk personeelslid de faciale waarde van een maaltijdcheque verhoogd van 7 EUR tot 8 EUR. De tegemoetkoming van de werkgever wordt vastgesteld op 6,91 EUR terwijl deze van de werknemer 1,09 EUR bedraagt.
Deze bepaling geldt eveneens voor de uitzendkrachten. HOOFDSTUK III. - Sociale maatregelen
Art. 5.Fietsvergoeding Vanaf 1 januari 2016 wordt artikel 6, A, § 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2009 betreffende de dienstverplaatsingen woon-werk verkeer en overplaatsingen (overeenkomst geregistreerd onder het nummer 93498/CO/326), zoals vervangen door artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 2012 betreffende de sociale programmatie (overeenkomst geregistreerd onder het nummer 109798/CO/326), gewijzigd als volgt : "Indien de afstand woonplaats-standplaats wordt afgelegd met de fiets, wordt een fietsvergoeding toegekend ten belope van 0,22 EUR/km of naar keuze van de werknemer een vergoeding voor de verplaatsing woon-werk overeenkomstig de tabel gedefinieerd in het volgende artikel.".
Art. 6.Rechthebbenden gezondheidszorgen Vanaf 1 januari 2016 worden de kinderen die recht hebben op de ambulante gezondheidszorgen en de hospitalisatieverzekering als volgt bepaald : 1. Voor de werknemers op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van toepassing is (overeenkomst geregistreerd onder het nummer 72104/CO/326), wordt verstaan onder "kinderen" : de kinderen van de werknemer indien zij recht hebben op : - kinderbijslag (maximum 25 jaar);of - tegemoetkomingen aan personen met een handicap en die fiscaal ten laste zijn; 2. Voor de werknemers op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2004 betreffende de waarborg van rechten van de werknemers van de bedrijfstak elektriciteit en gas in dienst op 31 december 2001 van toepassing is (overeenkomst geregistreerd onder het nummer 74368/CO/326), wordt verstaan onder "kinderen" : de kinderen van de werknemer indien zij recht hebben op : - kinderbijslag (maximum 25 jaar);of - wezenrente; of - tegemoetkomingen aan personen met een handicap en die fiscaal ten laste zijn; 3. De bestaande lokale akkoorden of gebruiken die gunstiger zijn dan hetgeen voorzien wordt in dit artikel blijven verder bestaan.
Art. 7.Vlaamse aanmoedigingspremies Dit artikel is van toepassing op de werknemers die beoogd worden door het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 01/03/2002 pub. 20/03/2002 numac 2002035414 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende hervorming van het stelsel van de aanmoedigingspremies in de prive-sector sluiten houdende de hervorming van het stelsel van de aanmoedigingspremies in de privé-sector (Belgisch Staatsblad van 20 maart 2002).
Deze werknemers die gebruik maken van het stelsel van tijdskrediet zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, laatst gewijzigd door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77septies en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad, kunnen aanspraak maken op volgende Vlaamse aanmoedigingspremies en dit rekening houdende met de in het Vlaamse Gewest voorziene voorwaarden : - aanmoedigingspremie in het kader van een opleidingskrediet; - aanmoedigingspremie in het kader van een zorgkrediet; - aanmoedigingspremie voor een vermindering van de arbeidsduur in ondernemingen in moeilijkheden of herstructurering.
Wanneer gelijkaardige regelingen tot stand komen in andere gemeenschappen of gewesten, dan gelden deze bepalingen eveneens voor de werknemers beoogd door deze regelingen.
Deze regelingen mogen evenwel geen bijkomende kost met zich meebrengen voor de werkgever. Een eventuele afschaffing van deze regionale aanmoedigingspremies zal niet gecompenseerd worden door de werkgever. HOOFDSTUK IV. - Tewerkstelling
Art. 8.Rol van de tewerkstellingscel Artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de sociale programmatie van 30 juni 2005 voor de personeelsleden voor wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2004 betreffende de waarborg van de rechten van werknemers van de bedrijfstak gas en elektriciteit in dienst op 31 december 2001 van toepassing is (overeenkomst geregistreerd onder het nummer 76260/CO/326) en van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de sociale programmatie van 30 juni 2005 voor de personeelsleden op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van toepassing is (overeenkomst geregistreerd onder het nummer 76261/CO/326) wordt als volgt vervangen : " § 1. De tewerkstellingscel van het paritair comité wordt regelmatig door de werkgevers ingelicht over de tewerkstellingsevolutie binnen de bedrijfstak. Ter gelegenheid van deze periodieke informatie gaan de sociale gesprekspartners over tot een ruime gedachtewisseling over de tewerkstelling binnen de sector. § 2. Op het moment dat in een onderneming in de sector zich problemen inzake tewerkstelling voordoen en dat de onderneming van oordeel is dat zij het overtal (contracten onbepaalde duur) zelf niet meer kan oplossen, wordt informatie uitgewisseld tussen werkgevers onderling en ook met de syndicale organisaties binnen de tewerkstellingscel van het paritair comité.
Deze uitwisseling van informatie brengt geen enkele resultaatsverbintenis in hoofde van de werkgevers met zich mee. Deze procedure schort de uitvoering van de reorganisatie binnen de betrokken onderneming niet op. § 3. De activiteiten van de tewerkstellingscel ontheffen de ondernemingen niet van andere verplichtingen en engagementen inzake tewerkstelling. § 4. Deze werkwijze zal toegepast worden gedurende een proefperiode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2017. Na deze periode van 2 jaar zullen de sociale partners deze werkwijze evalueren.". HOOFDSTUK V. - Aandachtsgroepen
Art. 9.Inspanningen Voor de jaren 2015 en 2016 wordt de inspanning met betrekking tot de aandachtsgroepen behouden op 0,10 pct. van de loonmassa zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 2014 betreffende de aandachtsgroepen binnen de bedrijfstak gas en elektriciteit, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, ter vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2004 betreffende de aandachtsgroepen binnen de bedrijfstak gas en elektriciteit (overeenkomst neergelegd onder het nummer 122076/CO/326). HOOFDSTUK VI. - Sociale vrede, syndicaal vormingsfonds en syndicale premie
Art. 10.Sociale vrede, syndicaal vormingsfonds en syndicale premie § 1. Voor de jaren 2015 en 2016 wordt de syndicale premie behouden op hetzelfde niveau als voor de jaren 2013 en 2014, 't is te zeggen 135 EUR. § 2. Voor de jaren 2015 en 2016 wordt de patronale dotatie aan het syndicaal vormingsfonds behouden op hetzelfde niveau als voor de jaren 2013 en 2014. § 3. De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe de sociale vrede te respecteren zoals opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2012 betreffende de sociale vrede, de syndicale premie en het syndicaal vormingsfonds. HOOFDSTUK VII. - Geldigheidsduur
Art. 11.Tenzij andersluidende bepalingen, wordt deze collectieve arbeidsovereenkomst gesloten voor onbepaalde duur en heeft ze uitwerking met ingang van 1 januari 2015.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan geheel of gedeeltelijk worden opgezegd, door elk van de partijen, middels een opzeggingstermijn van 6 maanden, per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf.
Paritaire commentaar
Art. 12.Recurrente loonsverhoging De verhoging van het sectoraal barema voorzien in deze collectieve arbeidsovereenkomst van sociale programmatie 2015-2016 is toepasselijk op alle barema's die zich baseren op dit sectoraal barema.
Art. 13.§ 1. Syndicale premie De syndicale premie voorzien in deze collectieve arbeidsovereenkomst van sociale programmatie 2015-2016 is eveneens toepasselijk op de gesyndiceerde kaderleden.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 december 2016.
De Minister van Werk, K. PEETERS