12 DECEMBER 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 januari 2007 tot vaststelling van de territoriale bevoegdheid van de strafuitvoeringsrechtbanken

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, artikel 635, eerste lid, hersteld bij de wet van 17 mei 2006 houdende oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 januari 2007 tot vaststelling van de territoriale bevoegdheid van de strafuitvoeringsrechtbanken;

Overwegende dat de strafuitvoeringsrechtbanken krachtens artikel 635, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bevoegd zijn voor de veroordeelden die gedetineerd zijn in de strafinrichtingen in het rechtsgebied van het hof van beroep waarin zij zijn gevestigd, behoudens de door de Koning bepaalde uitzonderingen;

Overwegende dat het koninklijk besluit van 29 januari 2007 deze territoriale bevoegdheid heeft gewijzigd om een evenwicht in werklast tussen de verschillende rechtbanken te verzekeren;

Overwegende dat deze vaststelling van bevoegdheid echter tot een onevenwicht van de werklast heeft geleid tussen de verschillende strafuitvoeringsrechtbanken, alsook aanleiding gaf tot structurele problemen;

Overwegende dat voor het goed bestuur van Justitie het aanbevolen is om de verdeling van de penitentiaire instellingen tussen de verschillende strafuitvoeringsrechtbanken zoals vastgelegd door het koninklijk besluit van 29 januari 2007, te wijzigen;

Overwegende dat die wijziging inzake de bevoegdheid gepaard gaat met een stijging van het aantal kamers in de strafuitvoeringsrechtbanken in het rechtsgebied van het hof van beroep te Antwerpen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 februari 2008, 4 maart 2008 en 5 juni 2008;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris voor Begroting van 7 oktober 2008;

Gelet op advies 45.328/2 van de Raad van State, gegeven op 5 november 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 29 januari 2007 tot vaststelling van de territoriale bevoegdheid van de strafuitvoeringsrechtbanken wordt vervangen als volgt : «

Artikel 1.De strafuitvoeringsrechtbank in het rechtsgebied van het hof van beroep te Antwerpen is bevoegd voor de veroordeelden die gedetineerd zijn in de strafinrichtingen gelegen te Antwerpen, Hoogstraten, Merksplas, Turnhout, Wortel, Hasselt en Mechelen. »

Art. 2.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 3.De Nederlandstalige kamer van de strafuitvoeringsrechtbank in het rechtsgebied van het hof van beroep te Brussel is bevoegd voor de veroordeelden die gedetineerd zijn in de strafinrichtingen gelegen te Leuven. ».

Art. 3.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 5.De strafuitvoeringsrechtbank in het rechtsgebied van het hof van beroep te Gent is bevoegd voor de veroordeelden die gedetineerd zijn in de strafinrichtingen gelegen te Brugge, Gent, Ruiselede, Ieper, Dendermonde en Oudenaarde. »

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2009.

Art. 5.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 december 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, J. VANDEURZEN