gepubliceerd op 14 februari 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2001 betreffende het brugpensioen na ontslag van de werklieden die bewakingsdiensten verrichten in de privé- sector
12 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2001 betreffende het brugpensioen na ontslag van de werklieden die bewakingsdiensten verrichten in de privé- sector (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2001 betreffende het brugpensioen na ontslag van de werklieden die bewakingsdiensten verrichten in de privé-sector.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 december 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Comité voor de bewakingsdiensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2002 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2001 betreffende het brugpensioen na ontslag van de werklieden die bewakingsdiensten verrichten in de privé sector (Overeenkomst geregistreerd op 20 februari 2003 onder het nummer 65539/CO/317)
Artikel 1.De collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2001 (geregistreerd op 28 september 2001 onder het nummer 59000/CO/317), betreffende het brugpensioen na ontslag van de werklieden die bewakingsdiensten verrichten in de privé sector, afgesloten binnen het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, wordt als volgt gewijzigd : - Op het einde van artikel 3 wordt de volgende alinea ingevoegd : « Worden gelijkgesteld voor de berekening van de anciënniteit de periodes van tijdskrediet die zijn opgenomen door de werknemers in uitvoering van de artikelen 3, 6 en 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77ter van 10 juli 2002. » - Na artikel 9 wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd : « HOOFDSTUK II. - Overgang van tijdskrediet naar voltijds brugpen-sioen
Art. 10.De werknemer die geniet van een tijdskrediet zoals voorzien in artikel 9, § 1, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77ter van 10 juli 2002, heeft recht op de aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers indien zij worden ontslagen, onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Ingeval de werknemer kan genieten van de bepalingen van alinea 1 van dit artikel, wordt de aanvullende vergoeding berekend alsof hij zijn arbeidsprestaties niet heeft verminderd.
Het brutoloon dat de werknemer voor zijn prestaties ontvangt wordt dus vermenigvuldigd met twee indien hij de voorkeur had gegeven aan een vermindering van zijn arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, en met 5/4 indien hij de voorkeur had gegeven aan een loopbaanvermindering van 1/5e. » - Hoofdstuk II wordt hoofdstuk III en artikel 10 wordt artikel 11.
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 10 december 2002. Zij heeft dezelfde geldigheid als deze die ze wijzigt.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 december 2005.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN