gepubliceerd op 08 september 2008
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 januari 2006 tot invoering van een stelsel van uitkeringen voor moederschapshulp ten gunste van vrouwelijke zelfstandigen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques
12 AUGUSTUS 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 januari 2006 tot invoering van een stelsel van uitkeringen voor moederschapshulp ten gunste van vrouwelijke zelfstandigen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, artikel 18, § 5, ingevoegd bij de programmawet van 27 december 2005;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 januari 2006 tot invoering van een stelsel van uitkeringen voor moederschapshulp ten gunste van vrouwelijke zelfstandigen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques, de artikelen 1, 3, 4 en 5;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 april 2008;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris voor Begroting van 20 mei 2008;
Gelet op het advies nr. 44.623/1 van de Raad van State, gegeven op 12 juni 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Onze Minister van Zelfstandigen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 17 januari 2006 tot invoering van een stelsel van uitkeringen voor moederschapshulp ten gunste van vrouwelijke zelfstandigen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques, wordt vervangen als volgt : «
Artikel 1.§ 1. Dit besluit voert, in het kader van de bepalingen tot bevordering van de verzoening tussen het beroepsleven en het privé-leven van zelfstandigen, een sociale uitkering genaamd « moederschapshulp », in. § 2. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder : a) « koninklijk besluit nr.38 », het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen; b) « vrouwelijke zelfstandige », elke vrouwelijke zelfstandige, helpster of meewerkende echtgenote onderworpen aan het sociaal statuut der zelfstandigen krachtens voornoemd koninklijk besluit nr.38 die sociale bijdragen verschuldigd is hetzij berekend minstens op een minimuminkomen zoals bedoeld in artikel 12, § 1, tweede lid of 12, § 1ter, eerste lid, hetzij in geval van begin van bezidheid, bijdragen zoals bedoeld in artikel 13bis, § 2, 1° en 2°, van het voornoemd koninklijk besluit nr. 38; c) « dienstencheque », het betaalmiddel bedoeld bij artikel 2, § 1, 1°, van de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en -banen;d) « sociaal verzekeringsfonds », de sociale verzekeringsfondsen voor zelfstandigen bedoeld in artikel 20 van voornoemd koninklijk besluit nr.38; e) « uitgiftebedrijf », het uitgiftebedrijf bedoeld bij artikel 2, § 1, 2°;van de voornoemde wet van 20 juli 2001; f) « erkende onderneming », de onderneming bedoeld bij artikel 2, § 1, 6°, van de voornoemde wet van 20 juli 2001;g) « Rijksinstituut », het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, opgericht bij artikel 21 van voornoemde koninklijk besluit nr.38; h) « RVA », de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening bedoeld in artikel 7 van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.»
Art. 2.In artikel 3, 3°, van hetzelfde besluit vervallen in de Nederlandse tekst de woorden « vereffening van de ».
Art. 3.In artikel 4 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « , per fax » ingevoegd tussen de woorden « per gewone of elektronische post » en « of door het neerleggen van een aanvraag ter plaatse, »;2° in § 1, tweede lid, worden de woorden « zesde week » vervangen door de woorden « vijftiende week »;3° in § 3, eerste lid, worden de woorden « artikel 3, eerste lid, 1°, 4° en 5° » vervangen door de woorden « artikel 3, eerste lid, 1° en 4° »;4° in § 5, eerste lid wordt het getal « 70 » vervangen door het getal « 105 ».
Art. 4.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, tweede lid wordt het woord « aanvraagster » vervangen door de woorden « vrouwelijke zelfstandige »;2° in § 2 wordt het woord « aangeslotene » vervangen door de woorden « vrouwelijke zelfstandige ».
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006, met uitzondering van : - artikel 1, wat betreft de verwijzing in artikel 12, § 2, b), van het koninklijk besluit van 17 januari 2006, zoals vervangen bij dit besluit, naar artikel 13bis, § 2, 1° en 2°, van het koninklijk besluit nr. 38, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2008; - artikel 3, 2°, dat in werking treedt op 1 augustus 2008 en voor de eerste maal van toepassing is op de geboorten die plaatshebben vanaf 1 juli 2008; - artikel 3, 4°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 mei 2007 en voor de eerste maal van toepassing is op de geboorten die plaatshebben vanaf 1 mei 2007.
Art. 6.Onze Minister van Werk en Onze Minister van Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Nice, 12 augustus 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. J. MILQUET De Minister van Zelfstandigen, Mevr. S. LARUELLE