gepubliceerd op 03 oktober 2003
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 oktober 2002 tot vaststelling van de bezoldigingsregelen toepasselijk op de personeelsleden, die in de Bondsrepubliek Duitsland bij overeenkomst werden aangeworven door de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie van het Ministerie van Landsverdediging en die getroffen worden door de maatregelen betreffende de herstructurering van de Belgische Strijdkrachten in de Bondsrepubliek Duitsland
12 AUGUSTUS 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 oktober 2002 tot vaststelling van de bezoldigingsregelen toepasselijk op de personeelsleden, die in de Bondsrepubliek Duitsland bij overeenkomst werden aangeworven door de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie van het Ministerie van Landsverdediging en die getroffen worden door de maatregelen betreffende de herstructurering van de Belgische Strijdkrachten in de Bondsrepubliek Duitsland
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, zoals zij werd gewijzigd;
Gelet op de wet van 10 april 1973 houdende oprichting van de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie van het Ministerie van Landsverdediging, inzonderheid op artikel 11 zoals het werd gewijzigd bij de wet van 28 december 1973;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 oktober 1978 tot vaststelling van het statuut van het personeel van de Centrale dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 mei 1980 tot vaststelling van de bezoldigingsregelen toepasselijk op sommige Belgische personeelsleden van de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap, die bij overeenkomst worden aangeworven, inzonderheid op artikel 1 zoals het werd gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 oktober 1993;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende of specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 1, eerste lid, 5°;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 oktober 2002 tot vaststelling van de bezoldigingsregelen toepasselijk op de personeelsleden, die in de Bondsrepubliek Duitsland bij overeenkomst werden aangeworven door de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de militaire gemeenschap en die getroffen worden door de maatregelen betreffende de herstructurering van de Belgische Strijdkrachten in de Bondsrepubliek Duitsland.
Gelet op het ministerieel besluit van 2 september 1985 tot uitvoering van artikel 3 van het koninklijk besluit van 16 mei 1980 tot vaststelling van de bezoldigingsregelen toepasselijk op sommige Belgische personeelsleden van de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap, die bij overeenkomst worden aangeworven;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Centrale dienst voor sociale en culturele actie van het Ministerie van Landsverdediging;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 5 mei 2003;
Gelet op het akkoord van onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 31 maart 2003;
Gelet op het protocol van 24 juli 2003 waarin de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in het Sectorcomité XIV zijn vermeld;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het noodzakelijk is om dringend de sociale begeleidingsmaatregelen te wijzigen voor de personeelsleden die onder dit besluit vallen en die getroffen worden door de maatregelen betreffende de herstructurering van de Belgische Strijdkrachten in de Bondsrepubliek Duitsland door het feit dat de sociale maatregelen voor het personeel van het Ministerie van Landsverdediging, waarop ze zijn gebaseerd, werden gewijzigd;
Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 3, § 1 van het koninklik besluit van 3 oktober 2002 tot vaststelling van de bezoldigingsregelen toepasselijk op de personeelsleden, die in de Bondsrepubliek Duitsland bij overeenkomst werden aangeworven door de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie van het Ministerie van Landsverdediging en die getroffen worden door de maatregelen betreffende de herstructurering van de Belgische Strijdkrachten in de Bondsrepubliek Duitsland wordt aangevuld met het volgende lid : « Bovendien heeft hij recht, aan dezelfde voorwaarden, op een bijkomende vergoeding die per volledig dienstjaar 1/6 van de laatste bruto maandbasiswedde bedraagt; deze vergoeding zal ten vroegste uitbetaald worden in de loop van de dertiende maand en ten laatste tijdens de veertiende maand na de betaling van de vergoeding voorzien bij het vorige lid ».
Art. 2.In artikel 5, § 1, van hetzelfde besluit, worden de woorden « 55 jaar » vervangen door de woorden « 52 jaar ».
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.
Art. 4.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Nice, 12 augustus 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT