gepubliceerd op 30 april 2024
Koninklijk besluit houdende regeling inzake de subsidiëring van de vereniging zonder winstoogmerk « Centraal Comité van de Anglicaanse Eredienst in België » - « Comité Central du Culte Anglican en Belgique »
12 APRIL 2024. - Koninklijk besluit houdende regeling inzake de subsidiëring van de vereniging zonder winstoogmerk « Centraal Comité van de Anglicaanse Eredienst in België » - « Comité Central du Culte Anglican en Belgique »
Gelet op de
wet van 18 januari 2024Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
18/01/2024
pub.
26/01/2024
numac
2024000413
bron
federale overheidsdienst justitie
Wet om justitie menselijker, sneller en straffer te maken III
sluiten om justitie menselijker, sneller en straffer te maken III, artikel 88;
Gelet op de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende organisatie van de begroting en van comptabiliteit van de federale Staat, de artikelen 121 tot 124;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 29 februari 2024;
Overwegende dat de memorie van toelichting van de wet van 18 januari 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/01/2024 pub. 26/01/2024 numac 2024000413 bron federale overheidsdienst justitie Wet om justitie menselijker, sneller en straffer te maken III sluiten om justitie menselijker, sneller en straffer te maken III het volgende voorziet: « De anglicaanse eredienst is erkend door de wet van 4 maart 1870 op het tijdelijke der erediensten. De ontwikkeling ervan is in de loop der jaren versterkt, zowel wat betreft het aantal erkende lokale gemeenschappen, de dossiers voor erkenning ingediend bij de gewesten, als de aalmoezeniers in de gevangenissen. Bovendien heeft een sterke immigratie geleid tot een grotere behoefte aan en van de eredienst. De representativiteit van dit orgaan is toegenomen, wat een stijging van zijn werkingskosten met zich meebrengt.
De vereiste bedragen hiervoor worden jaarlijks op de begroting van de FOD Justitie ingeschreven. »;
Op de voordracht van de minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Binnen de grenzen van de begroting zijn de bepalingen van dit besluit van toepassing op de vereniging zonder winstoogmerk - « Centraal Comité van de Anglicaanse Eredienst in België » - « Comité Central du Culte Anglican en Belgique », hierna « de vereniging ».
Art. 2.Op voorstel van het Centraal Comité van de Anglicaanse Eredienst in België bepaalt de minister van Justitie ieder jaar welke uitgaven van de vereniging noodzakelijk zijn voor de werkingskosten, overeenkomstig artikel 88 van de wet van 18 januari 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/01/2024 pub. 26/01/2024 numac 2024000413 bron federale overheidsdienst justitie Wet om justitie menselijker, sneller en straffer te maken III sluiten om justitie menselijker, sneller en straffer te maken III. De uitgaven vermeld in het eerste lid betreffen het geheel of een gedeelte van de kosten in verband met de uitoefening, door het Centraal Comité van de Anglicaanse Eredienst in België, van de functie van representatief orgaan van de anglicaan eredienst van België.
Deze kosten behelzen, onder andere, de kosten in verband met de opleiding en de verplaatsingkosten van de bedienaars van de anglicaanse eredienst, de kosten voor het onderhoud en de inrichting van lokalen, en de kosten voor de aankoop van nodige materialen.
Art. 3.De aan de vereniging toegekende subsidie wordt uitbetaald in twee schijven: de eerste schijf ten bedrage van 90% na de beslissing van de minister van Justitie, zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid, en een tweede schijf ten bedrage van 10% nadat de bewijsstukken voor de uitgaven van het jaar waarop de subsidie betrekking heeft aan de minister van Justitie zijn voorgelegd en gecontroleerd.
Art. 4.De begroting van de vereniging wordt elektronisch overgemaakt aan de FOD Justitie voor 20 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop zij betrekking heeft.
Art. 5.De rekeningen van de vereniging worden, samen met alle bewijsstukken, elektronisch overgemaakt aan de FOD Justitie voor 10 april van het jaar volgend op het jaar waarop zij betrekking hebben.
Art. 6.De boekhouding en alle boekhoudkundige stukken van de vereniging worden gehouden overeenkomstig het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
De boekhouding wordt gehouden op basis van een boekhoudkundig plan dat een gedetailleerde analyse van de boekhoudkundige verrichtingen mogelijk maakt.
Dat plan wordt tegelijk met de rekeningen en de begroting aan de FOD Justitie bezorgd.
Art. 7.Het financieel boekjaar komt overeen met het burgerlijk jaar.
Art. 8.De namen van de personen met delegatie van handtekeningsbevoegdheid om de vereniging op financieel vlak te verbinden worden aan de FOD Justitie bezorgd, samen met kopieën van de bewijsstukken.
Art. 9.Alle boekhoudkundige verrichtingen voor uitgaven vereisen een bevel tot betaalbaarstelling, ondertekend door de voorzitter en medeondertekend door de secretaris van de vereniging. Aan dit bevel tot betaalbaarstelling worden de originele bewijsstukken gehecht, en het wordt aan de penningmeester bezorgd die, na controle van hun wettelijkheid, alleen en op eigen verantwoordelijkheid instaat voor de betaling van de uitgaven.
Alle boekhoudkundige verrichtingen voor inkomsten vereisen een invorderingsstaat die ondertekend is door de voorzitter en medeondertekend door de secretaris van de vereniging. Deze invorderingsstaat, waaraan de bewijsstukken worden gehecht, wordt aan de penningmeester bezorgd met het oog op de inning.
Voor de volgende boekhoudkundige verrichtingen is geen invorderingsstaat of bevel tot betaalbaarstelling vereist: - verrichtingen die uitsluitend betrekking hebben op overdrachten van liquiditeiten van een rekening naar een andere; - verrichtingen die bij vergissing of ten onrechte werden uitgevoerd op de rekening van de vereniging en die de penningmeester moet terugbetalen.
De bewijsstukken van de hierboven vermelde verrichtingen worden bij de rekeningen gevoegd.
Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2024.
Art. 11.De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 april 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT