Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 april 2005
gepubliceerd op 26 april 2005

Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1993 tot uitvoering van hoofdstuk II van titel III van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, met betrekking tot de invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van de vennootschappen bestemd voor het sociaal statuut der zelfstandigen

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2005022342
pub.
26/04/2005
prom.
12/04/2005
ELI
eli/besluit/2005/04/12/2005022342/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 APRIL 2005. - Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1993 tot uitvoering van hoofdstuk II van titel III van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, met betrekking tot de invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van de vennootschappen bestemd voor het sociaal statuut der zelfstandigen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, inzonderheid op artikel 91, vervangen bij de programmawet van 22 december 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1993 tot uitvoering van hoofdstuk II van titel III van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, met betrekking tot de invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van de vennootschappen, bestemd voor het sociaal statuut der zelfstandigen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 maart 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 24 maart 2005;

Gelet op de hoogdringendheid : Overwegende dat de sociale bijdragen ten laste van de vennootschappen voor het jaar 2005 ten laatste op 30 juni 2005 dienen te zijn betaald conform artikel 92 van de wet van 30 december 1992, gewijzigd bij artikel 231 van de programmawet van 9 juli 2004;

Overwegende dat er nog heel veel administratieve voorbereidingen dienen te gebeuren alvorens de sociale verzekeringsfondsen kunnen overgaan tot de inning van deze bijdragen eens zij weten welk bedrag voor welke vennootschap dient te worden geïnd : terbeschikkingstelling door de NBB van het gegevensbestand betreffende de geviseerde vennootschappen; verwerking van de gegevens bij het RSVZ en verdeling van de gegevens naar de sociale verzekeringsfondsen toe; tijdig opsturen van de vervaldagberichten door de sociale verzekeringsfondsen, rekening houdend met de door het RSVZ verstrekte gegevens;

Gelet op het advies nr. 38.294/3 van de Raad van State, gegeven op 5 april 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Middenstand en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 2bis van het koninklijk besluit van 15 maart 1993 tot uitvoering van hoofdstuk II van titel III van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, met betrekking tot de invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van de vennootschappen, bestemd voor het sociaal statuut der zelfstandigen, ingevoegd bij koninklijk besluit van 31 juli 2004, worden de woorden « voor het bijdragejaar 2004 » vervangen door de woorden « voor elk van de bijdragejaren 2004 en 2005 ».

Art. 2.In hetzelfde besluit wordt artikel 2ter, eerste lid, ingevoegd bij koninklijk besluit van 31 juli 2004, vervangen als volgt : «

Art. 2ter.In afwijking van artikel 2bis wordt de jaarlijkse forfaitaire bijdrage bedoeld in artikel 91 van de wet vastgesteld op 840 EUR voor de vennootschappen waarvoor blijkt, op basis van gegevens verstrekt door of beschikbaar bij de Balanscentrale van de Nationale Bank van België, dat het balanstotaal van het voorlaatste afgesloten boekjaar, 520.000 EUR overschrijdt.

Voor de vaststelling per vennootschap van het voorlaatste afgesloten boekjaar wordt de toestand op 1 januari van het bijdragejaar in aanmerking genomen. »

Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 2quater ingevoegd, luidende : «

Art. 2quater.Voor het jaar 2005 zijn de in de artikelen 2bis en 2ter bedoelde bedragen gekoppeld aan de index van de consumptieprijzen 113,32 (basis 1996 = 100). Met het oog op de berekening van de bijdrage voor een bepaald jaar, worden ze vermenigvuldigd met een breuk, waarvan de noemer 113,32 is en de teller de index van de consumptieprijzen van de maand november van het jaar dat voorafgaat aan dat waarvoor de bijdrage verschuldigd is.

De verhoging van het bedrag van de bijdrage wordt slechts toepasbaar aan een bepaald jaar als het naar behoren geïndexeerde bedrag minstens 12,5 EUR hoger is dan het van toepassing zijnde bedrag. Het bedrag van de verhoging wordt naar beneden toe afgerond op het veelvoud van 12,5 EUR. »

Art. 4.De artikelen 1, 2 en 3 hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2005.

Art. 5.Onze Minister van Middenstand wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 april 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE

^