gepubliceerd op 10 mei 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de indexering van sommige lonen tijdens de periode 2003-2004
12 APRIL 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de indexering van sommige lonen tijdens de periode 2003-2004 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het glasbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de indexering van sommige lonen tijdens de periode 2003-2004.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 12 april 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het glasbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 2003 Indexering van sommige lonen tijdens de periode 2003-2004 (Overeenkomst geregistreerd op 14 oktober 2003 onder het nummer 68044/CO/115) Voorwoord De sociale partners van het Paritair Comité voor het glasbedrijf herbevestigen dat de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 1998, gesloten in de schoot van het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen het basisprincipe van het indexeringsmechanisme van de lonen van de werklieden in de glasindustrie formuleert.
Dezelfde sociale partners komen echter uitzonderlijk en tijdelijk het volgende overeen.
TITEL I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.De huidige collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder de sector van de spiegelmakerij en de fabricage van kunstramen.
Art. 2.Met « werklieden » worden arbeiders en arbeidsters bedoeld.
TITEL II. - Bijzondere bepalingen
Art. 3.De bepalingen betreffende de indexering van de lonen die in de volgende collectieve overeenkomsten worden opgenomen zijn niet in strijd met de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 1998, gesloten in de schoot van het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. De bepalingen die in de hiernavermelde collectieve overeenkomst worden opgesomd, zijn, inderdaad, hetzij voordeliger voor de betrokken werknemers, hetzij minstens als gelijkwaardig beschouwd aan de bepalingen van de sectorale overeenkomst van 30 september 1998.
Wordt door de huidige overeenkomst beoogd, de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 2003, gesloten in de schoot van het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de werkgelegenheids- en vormingsakkoorden, tot vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden in de sector van de spiegelmakerij en de fabricage van kunstramen en betreffende de risicogroepen en het conventionele brugpensioen.
TITEL III. - Geldigheid
Art. 4.De huidige collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht per 1 januari 2003 en verliest haar uitwerking op 31 december 2004.
Art. 5.Deze huidige collectieve arbeidsovereenkomst wordt neergelegd ter Griffie van de Dienst Collectieve Arbeidsbetrekkingen van Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. De algemeen verbindend verklaring via koninklijk besluit wordt gevraagd.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 april 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE