gepubliceerd op 03 mei 2004
Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 7, eerste lid, van het koninklijk besluit van 19 december 2000 betreffende de voorwaarden en modaliteiten van de erkenning van havenarbeiders in het Antwerpse havengebied
12 APRIL 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 7, eerste lid, van het koninklijk besluit van 19 december 2000 betreffende de voorwaarden en modaliteiten van de erkenning van havenarbeiders in het Antwerpse havengebied (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 8 juni 1972 betreffende de havenarbeid, inzonderheid op artikel 3, eerste lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 december 2000 betreffende de voorwaarden en modaliteiten van de erkenning van havenarbeiders in het Antwerpse havengebied, inzonderheid op artikel 7, eerste lid;
Overwegende dat artikel 7, eerste lid, 2° van het voormelde koninklijk besluit van 19 december 2000 voorziet in de intrekking van de erkenning als havenarbeider wanneer deze laatste zich schuldig maakt aan feiten die een dringende reden voor ontslag uitmaken; dat deze bepaling, die ook reeds voorkwam in het vorige koninklijk besluit van 10 januari 1977, traditioneel in die zin geïnterpreteerd werd dat ze betrekking heeft op feiten waardoor elke professionele samenwerking tussen de collectiviteit van het havenbedrijf en de betrokken havenarbeider onmiddellijk en volledig onmogelijk gemaakt wordt (R.v.St., Broeckx, nr. 24.937, 20 december 1984, Arr. R.v.St., 1984, 2284-2304; Arbrb. Antwerpen, 20 februari 1981, A.R. nr. 74.575, onuitgeg.); dat in een recent vonnis (Arbrb. Antwerpen, 17 oktober 2003, A.R. nr. 335.784, onuitgeg.) echter geoordeeld werd dat deze bepaling betrekking heeft op feiten die zich voordoen in de uitvoering van een concrete arbeidsrechtelijke situatie tussen een concrete werkgever en een havenarbeider, die deze werkgever toelaten hem om dringende reden te ontslaan; dat dit besluit tot doel heeft de huidige rechtsonzekerheid omtrent deze bepaling weg te nemen, door uitdrukkelijk te voorzien dat deze betrekking heeft op feiten waardoor de verdere professionele samenwerking tussen de havenarbeider en het havenbedrijf in zijn geheel onmiddellijk en volledig onmogelijk wordt;
Gelet op het advies van het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen, « Nationaal Paritair Comité der haven van Antwerpen » genaamd, gegeven op 22 december 2003;
Gelet op het advies 36.420/1 van de Raad van State, gegeven op 29 januari 2004;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 7, eerste lid, van het koninklijk besluit van 19 december 2000 betreffende de voorwaarden en modaliteiten van de erkenning van havenarbeiders in het Antwerpse havengebied worden volgende wijzigingen aangebracht : a) de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt : « 2° wanneer de havenarbeider zich schuldig heeft gemaakt aan een ernstige tekortkoming, waardoor de verdere professionele samenwerking tussen hemzelf en het havenbedrijf in zijn geheel onmiddellijk en volledig onmogelijk wordt;»; b) het lid wordt aangevuld als volgt : « 4° wanneer de havenarbeider weigert de documenten voor te leggen waartoe de administratieve commissie heeft verzocht overeenkomstig artikel 1, § 4, van het koninklijk besluit van 19 december 2001 tot vaststelling van de intrekkings- en schorsingsprocedure van de erkenning als havenarbeider alsmede de modaliteiten van zijn verdediging voor de administratieve commissie opgericht in de schoot van het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen.»
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 12 april 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 8 juni 1972, Belgisch Staatsblad van 10 augustus 1972. Koninklijk besluit van 19 december 2000, Belgisch Staatsblad van 11 januari 2001.