gepubliceerd op 24 september 2015
Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag en de wijze van storting van de retributie tot dekking van de kosten van het Toezichthoudende Orgaan
11 SEPTEMBER 2015. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag en de wijze van storting van de retributie tot dekking van de kosten van het Toezichthoudende Orgaan
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat we de eer hebben voor te leggen aan Uwe Majesteit, werd in de Ministerraad overlegd.
Dit besluit beoogt het koninklijk van 24 mei 2006 tot vaststelling van het bedrag en de wijze van berekening en storting van de bijdrage van de Naamloze Vennootschap van publiek recht Infrabel tot dekking van de kosten van het Toezichthoudend Orgaan te vervangen, en dit ten gevolge van de inwerkingtreding van artikel 67 van de Spoorcodex.
De vervanging van dit koninklijk besluit is noodzakelijk geworden aangezien er geen overeenstemmende wettekst meer is waarin hij een rechtsgrond kan vinden.
Inderdaad, de inwerkingtreding van artikel 67 van de Spoorcodex heeft de nadere regels voor storting van de retributie door de sector gewijzigd om de werkings- en personeelskosten van het toezichthoudende orgaan te dekken.
Voortaan wordt deze retributie rechtstreeks betaald aan de FOD Mobiliteit en Vervoer terwijl vóór de inwerkingtreding van dit artikel 67, de infrastructuurbeheerder belast was met het verzamelen van de retributies van de spoorwegondernemingen.
De inwerkingtreding van dit besluit is vastgesteld op 1 januari 2014, wat een retroactieve werking impliceert. Om het gemelde artikel 67 van de Spoorcodex toe te passen, is een koninklijk besluit noodzakelijk.
Dit laatste dient terug te werken tot 1 januari 2014 om de concrete toepassing van het gemelde artikel 67, in werking sedert die datum, toe te laten.
Deze retroactieve werking is dus onontbeerlijk om een rechtssituatie te regulariseren die ontstaan is door de inwerkingtreding van het artikel 67 van de Spoorcodex op 1 januari 2014. Ook de continuïteit van de werking van het toezichthoudende orgaan wordt op die manier verzekerd.
Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Mobiliteit, Mevr. J. GALANT De Minister van Middenstand, W BORSUS
RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving Advies 57.835/2/V van 12 augustus 2015 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot vaststelling van het bedrag en de wijze van storting van de retributie tot dekking van de kosten van het toezichthoudende orgaan' Op 8 juli 2015 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Mobiliteit verzocht binnen een termijn van dertig dagen, van rechtswege (*) verlengd tot 24 augustus 2015, een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot vaststelling van het bedrag en de wijze van storting van de retributie tot dekking van de kosten van het toezichthoudende orgaan' .
Het ontwerp is door de tweede vakantie kamer onderzocht op 12 augustus 2015 . De kamer was samengesteld uit Pierre Liénardy, kamervoorzitter, voorzitter, Philippe Quertainmont, kamervoorzitter, Jacques Jaumotte, staatsraad, Yves De Cordt, assessor, en Colette Gigot, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Xavier Delgrange, eerste auditeur-afdelingshoofd .
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre Liénardy .
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 12 augustus 2015 .
Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° , van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten, haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.
Op die drie punten behoeft over het ontwerp geen enkele opmerking te worden gemaakt.
De Griffier, C. GIGOT De Voorzitter, P. LIENARDY _______ Nota (*)Deze verlenging vloeit voort uit artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, in fine, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State waarin wordt bepaald dat deze termijn van rechtswege verlengd wordt met vijftien dagen wanneer hij begint te lopen tussen 15 juli en 31 juli of wanneer hij verstrijkt tussen 15 juli en 15 augustus.
11 SEPTEMBER 2015. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag en de wijze van storting van de retributie tot dekking van de kosten van het toezichthoudende orgaan FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de Spoorcodex, artikel 67;
Gelet op het koninklijk besluit van 24 mei 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/05/2006 pub. 20/06/2006 numac 2006014137 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag en de wijze van berekening en storting van de bijdrage van de Naamloze Vennootschap van publiek recht Infrabel tot dekking van de kosten van het Toezichthoudend Orgaan sluiten tot vaststelling van het bedrag en de wijze van berekening en storting van de bijdrage van de Naamloze Vennootschap van publiek recht Infrabel tot dekking van de kosten van het Toezichthoudend Orgaan;
Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 maart 2015;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, d.d. 14 april 2015;
Gelet op advies nr. 57.835/2/V van de Raad van State, gegeven op 12 augustus 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging.
Op de voordracht van de Minister van Mobiliteit, de Minister van Middenstand, bevoegd voor het afleveren van vergunningen om erkend te worden als spoorwegonderneming, en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Krachtens artikel 67, § 2, van de Spoorcodex, wordt het bedrag van de jaarlijkse retributie vastgesteld op 783.000 euro.
Art. 2.De spoorwegondernemingen en de spoorweginfrastructuurbeheerder betalen de in artikel 1 bedoelde retributie aan de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.
Een kwart van het jaarbedrag wordt betaald in het begin van elk kwartaal, volgens de instructies die in de factuur zijn opgenomen.
Art. 3.De bedragen die niet tegen de vastgestelde vervaldagen gestort zijn, kunnen van rechtswege en zonder ingebrekestelling verhoogd worden met de verwijlintresten berekend aan de wettelijke rentevoet of een administratieve toeslag.
Art. 4.Elk jaar op 1 januari, wordt het bedrag van de retributie aangepast aan het gezondheidsindexcijfer.
Het nieuwe bedrag is gelijk aan het basisbedrag, vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer.
Het nieuwe indexcijfers is de gezondheidsindex van de maand november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het bedrag zal worden aangepast.
Het aanvangsindexcijfer is de gezondheidsindex van november 2005.
Het bekomen resultaat wordt afgerond naar de hogere euro indien het deel in decimalen groter of gelijk is aan vijftig cent. De afronding gebeurt naar de lagere euro indien dit deel kleiner is dan vijftig cent.
Art. 5.Het koninklijk besluit van 24 mei 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/05/2006 pub. 20/06/2006 numac 2006014137 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag en de wijze van berekening en storting van de bijdrage van de Naamloze Vennootschap van publiek recht Infrabel tot dekking van de kosten van het Toezichthoudend Orgaan sluiten tot vaststelling van het bedrag en de wijze van berekening en storting van de bijdrage van de Naamloze Vennootschap van publiek recht Infrabel tot dekking van de kosten van het Toezichthoudend Orgaan wordt opgeheven.
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014.
Art. 7.De minister bevoegd voor het spoorwegvervoer en de minister bevoegd voor het afleveren van vergunningen om erkend te worden als spoorwegonderneming zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 september 2015.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, Mevr. J. GALANT De Minister van Middenstand, W. BORSUS