gepubliceerd op 12 december 2003
Koninklijk besluit waarbij de pensioenregeling, ingesteld bij de wet van 28 april 1958, toepasselijk wordt verklaard op het personeel van de N.V. « Paleis voor Schone Kunsten »
11 SEPTEMBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij de pensioenregeling, ingesteld bij de wet van 28 april 1958, toepasselijk wordt verklaard op het personeel van de N.V. « Paleis voor Schone Kunsten »
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 28 april 1958 betreffende het pensioen van het personeel van zekere organismen van openbaar nut alsmede van hun rechthebbenden, inzonderheid op artikel 1 gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 juni 1985 en 5 juli 1990;
Gelet op de wet van 7 mei 1999 houdende oprichting van het Paleis voor Schone Kunsten in de vorm van een naamloze vennootschap van publiek recht met sociale doeleinden en tot wijziging van de wet van 30 maart 1995 betreffende de netten voor distributie voor omroepuitzendingen en de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad, inzonderheid op de artikelen 2 en 16, §§ 1 en 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 maart 1989 tot vaststelling van het administratief en het geldelijk statuut van het personeel van het « Paleis voor Schone kunsten »;
Overwegende dat derhalve, om duidelijke redenen van rechtszekerheid en continuïteit in de pensioenrechten van de vast benoemde personeelsleden de N.V. « Paleis voor Schone Kunsten » onverwijld moet worden gemachtigd om deel te nemen aan de pensioenregeling die werd ingesteld bij de wet van 28 april 1958 met uitwerking op 1 januari 2002, datum van de overheveling van het personeel naar de N.V. « Paleis voor Schone Kunsten »;
Op de voordracht van Onze Minister van Pensioenen en van Onze Minister van Wetenschapsbeleid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De pensioenregeling ingesteld bij de wet van 28 april 1958 betreffende het pensioen van het personeel van zekere organismen van openbaar nut alsmede van hun rechthebbenden is van toepassing op de personeelsleden van « Paleis voor Schone Kunsten », N.V. van publiek recht met sociale doeleiden.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.
Art. 3.Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Athene, 11 september 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Pensioenen, F. VANDENBROUCKE De Minister van Wetenschapsbeleid, Mevr. F. MOERMAN