gepubliceerd op 17 oktober 2003
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 januari 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot wijziging van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij"
11 SEPTEMBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 januari 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot wijziging van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij" (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 17 januari 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot wijziging van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij".
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Athene, 11 september 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 januari 2002 Wijziging van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij" (Overeenkomst geregistreerd op 18 april 2002 onder het nummer 62140/CO/118.03) A. Oprichting en statuten
Artikel 1.Het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid komt overeen in toepassing van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, een fonds voor bestaanszekerheid op te richten waarvan de statuten hierna zijn vastgesteld, voor de bakkerijen, de banketbakkerijen die "verse" producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer beperkte houdbaarheid en de verbruikszalen bij een banketbakkerij.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001.
Zij is gesloten voor onbepaalde tijd en kan worden opgezegd door één van de partijen mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde organisaties.
Statuten HOOFDSTUK I. - Benaming, maatschappelijke zetel, doel, duur
Artikel 1.Er wordt met ingang van 1 juli 1997, een fonds voor bestaanszekerheid opgericht onder de benaming "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij", hierna het "fonds" genoemd.
Art. 2.De zetel van het fonds is gevestigd te 1080 Brussel, Mettewielaan 83. Deze zetel kan bij beslissing van de raad van bestuur van het fonds om het even waar elders in België overgebracht worden.
Art. 3.Het fonds heeft tot doel : 1° het innen van de bijdragen, nodig voor de werking van het fonds;2° het toekennen van aanvullende sociale voordelen in de sector van de bakkerijen, de banketbakkerijen die "verse" producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer beperkte houdbaarheid en de verbruikszalen bij een banketbakkerij;3° de uitkering van deze voordelen te verzekeren.
Art. 4.Het fonds is opgericht voor een periode van één jaar. De duur wordt telkens stilzwijgend met één jaar verlengd, behalve opzegging door één van de organisaties gemachtigd om de bestuurders aan te duiden, betekend bij aangetekend schrijven aan de voorzitter van het fonds ten laatste zes maanden vóór de jaarlijkse vervaldag. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied
Art. 5.Deze statuten zijn van toepassing : a) op de werkgevers van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, sector van de bakkerijen, de banketbakkerijen die "verse" producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer beperkte houdbaarheid en de verbruikszalen bij een banketbakkerij;b) op de arbeiders en arbeidsters, tewerkgesteld door hoger genoemde ondernemingen. HOOFDSTUK III. - Beheer
Art. 6.Het fonds wordt beheerd door een raad van bestuur die paritair samengesteld is uit afgevaardigden van de werkgevers en werknemers.
Deze raad bestaat uit twaalf leden, te weten zes afgevaardigden van de werkgevers en zes afgevaardigden van de werknemers.
De afgevaardigden van de werkgevers worden aangesteld door de "Belgische Confederatie van de Broodbakkerij, Banketbakkerij, Chocoladebewerking en IJsbereiding, v.z.w. ».
De afgevaardigden van de werknemers worden aangesteld door de Christelijke Centrale Voeding en Diensten, de Centrale Voeding - Horeca - Diensten ABVV en de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België.
Het mandaat van afgevaardigde is herroepbaar door de organisatie die het afgeleverd heeft.
Ingeval een mandaat eindigt om welke oorzaak ook, voorziet de organisatie die het afgeleverd heeft in zijn vervanging.
Art. 7.De raad van bestuur duidt in zijn midden een voorzitter aan.
De duur van het mandaat van voorzitter bedraagt vier jaar.
Bij beurtwisseling duidt de werkgeversorganisatie in haar midden en duiden de werknemersorganisaties in hun midden de voorzitter aan.
Art. 8.De raad van bestuur vergadert op bijeenroeping van de voorzitter. De voorzitter is gehouden de raad bijeen te roepen minstens eenmaal per jaar en telkens wanneer ten minste twee leden van de raad erom verzoeken. De oproepingen moeten de agenda vermelden.
De raad van bestuur duidt een secretaris aan, aan wie hij het dagelijks beheer onder zijn leiding overdraagt.
Bovendien kan hij een verslaggever, die belast is met het opmaken van het verslag, aanduiden. Het verslag wordt ondertekend door diegene die de vergadering voorzit.
Uittreksels uit deze notulen worden ondertekend door de voorzitter of door twee bestuurders.
De beslissingen worden eenparig genomen. Opdat de stemming geldig zou zijn, moeten tenminste zes leden aanwezig zijn, waarvan één afgevaardigde voor ieder van de drie werknemersorganisaties en drie afgevaardigden van de werkgevers.
Art. 9.De raad van bestuur heeft tot opdracht het fonds te beheren en alle maatregelen te treffen die nodig blijken voor de goede werking.
Hij bezit de meest uitgebreide machten voor het beheren en het besturen van het fonds. De raad van bestuur is vertegenwoordigd in al zijn handelingen en handelt in rechte door de voorzitter of de bestuurder daarvoor aangeduid.
De bestuurders zijn slechts verantwoordelijk voor de uitvoering van hun mandaat en zij gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan tengevolge van hun beheer, ten opzichte van de verbintenissen van het fonds.
Art. 10.De raad van bestuur kan zijn machten geheel of gedeeltelijk overdragen aan één of meerdere van zijn leden of zelfs aan derden. HOOFDSTUK IV. - Financiering
Art. 11.Het fonds beschikt over de bijdragen verschuldigd door de in artikel 5, a), bedoelde werkgevers.
A. Basisbijdragen
Art. 12.§ 1. Vanaf 1 januari 2002 en voor onbeperkte duur, wordt de bijdrage van de werkgevers vastgesteld op 0,80 pct. van de lonen aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, bestemd voor het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij". § 2. De volgende bijdragen worden geïnd voor het "Instituut voor Professionele Vorming van de voedingsnijverheid", hierna genoemd "I.P.V. » en voor het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij" : - vanaf 1 januari 2001 tot 30 juni 2003, wordt de bijdrage van de werkgevers vastgesteld op 0,10 pct. van de lonen aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, bestemd voor de financiering van het I.P.V.; - vanaf 1 januari 2001 tot 30 juni 2003, wordt de bijdrage van de werkgevers vastgesteld op 0,10 pct. van de lonen aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, bestemd voor het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij", voor de financiering van de vormings- en tewerkstellingsinitiatieven van het personeel van de sector.
Art. 13.De basisbijdragen worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Wanneer de inning en de invordering niet door deze instelling geschieden, wordt het fonds ermee belast, overeenkomstig de bepalingen van artikelen 15, 16 en 17 van deze statuten die slechts in dat geval van toepassing zijn.
Art. 14.De basisbijdragen zijn om het kwartaal verschuldigd. De voor elk kwartaal vervallen verschuldigde sommen moeten door de werkgever gestort worden op de postcheckrekening van het fonds of op een door de raad van bestuur bepaalde bank en dit uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op het kwartaal.
Art. 15.De werkgever stuurt per kwartaal en uiterlijk vóór het einde van de maand volgend op dit kwartaal naar het fonds een aangifte tot staving van de verschuldigde basisbijdragen, op formulieren die door het fonds worden verstrekt.
Art. 16.Vanaf de eerste dag van de tweede maand volgend op het kwartaal waarop de basisbijdragen betrekking hebben, is de werkgever verplicht een verhoging van 10 pct. te betalen op het bedrag der verschuldigde basisbijdragen verhoogd met een nalatigheidintrest van 5 pct. op hetzelfde bedrag zonder dat hiervoor ingebrekestelling vereist is.
Art. 17.Onverminderd de toepassing van artikel 14 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid (Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958), kan het bedrag der basisbijdragen slechts gewijzigd worden bij collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.
B. Bijzondere bijdragen
Art. 18.In uitvoering van een in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid gesloten collectieve arbeidsovereenkomst kan het fonds ook bijzondere bijdragen innen waarvan de bijdrageplichtigen, het bedrag, de tijdstippen en de modaliteiten van heffing, evenals de bestemming die aan de opbrengst ervan moet gegeven worden, worden vastgesteld in de collectieve arbeidsovereenkomst in toepassing waarvan deze bijdragen worden geïnd.
Het fonds beheert de opbrengst van deze bijzondere bijdragen en gebruikt ze voor het doel bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst die de betalingsplicht vastlegt, in het raam van een afzonderlijke begrotingspost, met dien verstande dat de uitgaven in geen geval hoger mogen zijn dan de aldus bekomen bijzondere inkomsten met inbegrip van de reserves die zouden gevormd zijn door het overschot van de vroegere inkomsten op de vroegere toegestane uitgaven. HOOFDSTUK V. - Begroting, rekeningen
Art. 19.Het dienstjaar neemt een aanvang op 1 januari en sluit op 31 december.
Art. 20.Elk jaar wordt, uiterlijk tijdens de maand december, een begroting voor het volgend jaar ter goedkeuring voorgelegd aan het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid.
Art. 21.Op 31 december worden de rekeningen van het afgelopen jaar afgesloten. De afsluiting en de balans dienen op rekenplichtig gebied voldoende omschreven te zijn. De raad van bestuur alsmede de, bij toepassing van artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid door het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, aangewezen revisor of accountant brengen jaarlijks een schriftelijk verslag uit over het vervullen van hun opdracht tijdens het afgelopen jaar.
De balans, samen met de hoger genoemde schriftelijke verslagen, dienen uiterlijk tijdens de maand april ter goedkeuring aan het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid voorgelegd te worden. HOOFDSTUK VI. - Rechthebbenden en aanvullende sociale voordelen
Art. 22.De werknemersorganisaties vertegenwoordigd bij het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid stellen aan de raad van bestuur van het fonds het voorwerp en het bedrag voor van de aanvullende sociale voordelen gekozen in toepassing van artikel 3, 2°, van deze statuten en waarvan de toekenning voorbehouden is aan de in artikel 5, b), van dezelfde statuten bedoelde arbeiders en arbeidsters, en op voorwaarde dat ze niet uitgesloten werden wegens het niet eerbiedigen van de overeenkomst voor sociale vrede van 3 december 1964 van het Nationaal Paritair Comité voor de voedingsnijverheid.
Deze uitsluiting wordt uitgesproken door de raad van Bestuur van het fonds, op advies van een beperkt comité terzake ingesteld.
Art. 23.Binnen de grenzen van de beschikbare inkomsten gevormd overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk IV van deze statuten, worden de aard, het bedrag en de betalingsmodaliteiten van de bij artikel 23 vermelde aanvullende sociale voordelen vastgesteld op voorstel van de raad van bestuur van het fonds bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit. HOOFDSTUK VII. - Ontbinding, vereffening
Art. 24.Het fonds kan enkel ontbonden worden in de omstandigheden bepaald bij artikel 4.
De raad van bestuur wijst de vereffenaars aan, bepaalt hun machten en bezoldigingen en duidt de bestemming van het vermogen aan.
C. Slotbepalingen
Art. 25.Het fonds neemt de rechten en plichten over, neemt het actief over en draagt het passief van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de industriële bakkerij, kleinbakkerij en kleinbanketbakkerij", opgericht door de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 maart 1975, gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 9 september 1975 (Belgisch Staatsblad van 4 december 1975).
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt : - de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1997 algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 november 1999 (Belgisch Staatsblad van 5 januari 2000) tot coördinatie van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij"; - de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1997 algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 26 november 1999 (Belgisch Staatsblad 5 januari 2000) tot wijziging van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij"; - de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 mei 2000 algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 21 september 2001 (Belgisch Staatsblad van 19 december 2001) houdende wijziging van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij"; - de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001, geregistreerd onder het nummer 58968/CO/118.03, tot wijziging van artikel 13 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1997 tot coördinatie van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij".
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 september 2003.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE