Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 september 2003
gepubliceerd op 16 oktober 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende de berekening van de aanvullende vergoeding brugpensioen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003012754
pub.
16/10/2003
prom.
11/09/2003
ELI
eli/besluit/2003/09/11/2003012754/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 SEPTEMBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende de berekening van de aanvullende vergoeding brugpensioen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de non-ferro metalen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende de berekening van de aanvullende vergoeding brugpensioen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Athene, 11 september 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 december 1992.

Bijlage Paritair Comité voor de non-ferro metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2003 Berekening van de aanvullende vergoeding brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 28 juli 2003 onder het nummer 67007/CO/105)

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de non-ferro metalen en op de werklieden die zij tewerkstellen. § 2. Onder « werklieden » wordt verstaan : de werklieden en de werksters.

Art. 2.In geval van overgang van een deeltijdse loopbaanonderbreking of van een vermindering van de arbeidsprestaties in het kader van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77ter van 10 juli 2002, van een werkman verbonden met een arbeidsovereenkomst voor voltijdse prestaties naar een voltijds brugpensioen wordt de aanvullende vergoeding berekend alsof de werkman zijn prestaties niet had verminderd in het kader van de loopbaanonderbreking/collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis , voor zover de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening de werkloosheidsuitkering berekent op een loon voor voltijdse prestaties.

Art. 3.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 2003 en is gesloten voor onbepaalde duur. § 2. Zij kan door één van de ondertekenende partijen worden opgezegd met een opzegging van drie maanden betekend bij aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het paritair comité en aan elk van de ondertekenende partijen. § 3. Zij vervangt de bepalingen van artikel 31 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 mei 2003, gesloten in het Paritair comité voor de non-ferro metalen, betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2003-2004.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 september 2003.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^