11 OKTOBER 1997. Koninklijk besluit betreffende de accijnzen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de algemene wet inzake douane en accijnzen, gecoördineerd op 18 juli 1977 (1);

Gelet op Richtlijn 92/12/EEG van de Raad van 25 februari 1992 betreffende de algemene regeling voor accijnsprodukten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop (2), inzonderheid op artikel 5, § 2, gewijzigd door Richtlijn 92/108/EEG van de Raad van 14 december 1992 (3);

Gelet op de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsprodukten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop (4), inzonderheid op artikel 4, § 3;

Gelet op het advies van de Douaneraad van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 (5), inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980 (6), van 16 juni 1989 (7) en 4 juli 1989 (8);

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat dit besluit als onderwerp heeft het in toepassing brengen van artikel 4, § 3, van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsprodukten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop overeenkomstig artikel 5, § 2, van Richtlijn 92/12/EEG van de Raad van 25 februari 1992 en dat de toepassing ervan tot de bevoegdheid van de Koning behoort; dat deze wet in werking is getreden op 11 augustus 1997 en dat het huidig besluit noodzakelijkerwijs op dezelfde datum uitwerking moet hebben; dat, in deze omstandigheden, dit besluit zonder uitstel moet worden genomen;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en Buitenlandse Handel, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Om te kunnen genieten van de schorsing van de accijns, bij gebruikmaking van het enig document voorzien bij artikel 4, § 3, van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsprodukten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop, moeten de volgende formaliteiten worden vervuld : 1° vak 33 van het enig document aanvullen met de overeenstemmende code van de gecombineerde nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief van de Europese Gemeenschappen;2° op een duidelijke wijze in het vak 44 van genoemd document vermelden dat het gaat om een verzending van accijnsprodukten;3° de afzender bewaart het exemplaar 1 van genoemd document;4° de bestemmeling zendt het behoorlijk aangevuld exemplaar 5 van genoemd document terug aan de afzender.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 11 augustus 1997.

Art. 3.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 oktober 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en Buitenlandse Handel, Ph. MAYSTADT Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld