Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 november 2002
gepubliceerd op 15 januari 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de bevordering van de tewerkstelling, de vorming en de arbeidsomstandigheden 2001/2002

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002013271
pub.
15/01/2003
prom.
11/11/2002
ELI
eli/besluit/2002/11/11/2002013271/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 NOVEMBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de bevordering van de tewerkstelling, de vorming en de arbeidsomstandigheden 2001/2002 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de bevordering van de tewerkstelling, de vorming en de arbeidsomstandigheden 2001/2002, met uitzondering van de bepalingen in strijd met artikel 4, § 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 november 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.

Bijlage Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2001 Bevordering van de tewerkstelling, de vorming en de arbeidsomstandigheden 2001/2002 (Overeenkomst geregistreerd op 9 november 2001 onder het nummer 59593/CO/106.02)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen welke onder het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten ressorteren.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd genomen in toepassing van de afdeling IV, hoofdstuk II van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 1 april 1999).

Art. 2.Het recht op loopbaanonderbreking dat door de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997 op 2 pct. werd gebracht, wordt op 3 pct. gebracht.

Art. 3.Er wordt voor de periode 2001-2002 een vermindering van de arbeidsprestaties mogelijk in het raam van het halftijds brugpensioen en dat vanaf 55 jaar, in toepassing van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996) en het koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen met betrekking tot het halftijds brugpensioen met toepassing van artikel 7, § 2, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 13 februari 1997).

Deze maatregel wordt opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2001 houdende de instelling van een stelsel van aanvullende vergoeding voor werknemers vanaf 55 jaar in geval van vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking (halftijds brugpensioen).

Art. 4.Het brugpensioen op 58 jaar en onder bepaalde voorwaarden op 56 jaar, voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 1999-2000, wordt verlengd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2001 betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding bij vervroegd brugpensioen.

Art. 5.De bijdragen aan het Sociaal Fonds van de betonindustrie worden opgetrokken, dit ter bijkomende financiering van de permanente vorming. Het recht op één dag vorming (tijdens de duur van de overeenkomst), georganiseerd door het sociaal fonds, wordt toegekend aan elke arbeider of arbeidster. Bijzondere aandacht zal besteed worden aan het stressbeleid, het omgaan met gevaarlijke stoffen en de voorkoming van rugklachten.

Art. 6.Deze overeenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en treedt buiten werking op 31 december 2002.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 november 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^