gepubliceerd op 30 mei 2025
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2024, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden, betreffende het sectoraal pensioen- en solidariteitsstelsel voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden
11 MEI 2025. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2024, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden, betreffende het sectoraal pensioen- en solidariteitsstelsel voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden;
Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2024, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden, betreffende het sectoraal pensioen- en solidariteitsstelsel voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 mei 2025.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, D. CLARINVAL _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad: Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2024 Sectoraal pensioen- en solidariteitsstelsel voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden (Overeenkomst geregistreerd op 23 januari 2025 onder het nummer 191611/CO/323) Voorwoord Ingevolge de wet van 26 december 2022 tot wijziging van verscheidene bepalingen ter versterking van de transparantie in het kader van de tweede pensioenpijler ("Transparantiewet"), is vanaf 1 januari 2025, overeenkomstig de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, bij niet naleving door de pensioeninstelling van de betalingstermijn voor de in het pensioenreglement bedoelde prestaties, de wettelijke intrestvoet zoals bepaald in artikel 2, § 1 van de wet van 5 mei 1865 betreffende de lening tegen intrest, verschuldigd op de uit te keren prestaties.
Teneinde laattijdige betaling van deze prestaties te voorkomen, dringen zich een aantal wijzigingen op aan het pensioen- en solidariteitsreglement.
Verder dient, ingevolge de verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd vanaf 2025, de einddatum van de pensioentoezegging aangepast te worden.
Tot slot worden een aantal bepalingen geactualiseerd.
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 188083/CO/323 van 28 mei 2024, betreffende het sectoraal pensioen- en solidariteitsstelsel voor de werknemers tewerkgesteld in een van onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen welke tot de bevoegdheid behoren van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen de vastgoedmakelaars en de dienstboden. Onder "werknemers" wordt verstaan: de mannelijke en vrouwelijke bedienden, arbeiders dienstboden aangegeven in de DmfA in de RSZ categorieën 037, 112 en 113.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is evenwel niet van toepassing op: a) de werknemers tewerkgesteld met een overeenkomst van studentenarbeid, aangegeven in de DmfA met werknemerscode 840 en 841;b) de werknemers aangegeven in de DmfA in de RSZ categorieën 037, 112 en 113 met werknemerscode 035 en 439;c) de buiten België gevestigde werkgevers waarvan de werknemers in België gedetacheerd worden in de zin van de bepalingen van titel II van de EEG verordening nr.1408/71 van de Raad.
Art. 3.De voordelen, omschreven in deze collectieve arbeidsovereenkomst vallen onder toepassing van artikel 12 van de wet van 24 juli 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten betreffende de tijdelijke arbeid.
Art. 4.De partijen vragen de algemeen verbindend verklaring van deze collectieve arbeidsovereenkomst aan.
HOOFDSTUK II. - Definities
Art. 5.De begrippen die in deze collectieve arbeidsovereenkomst en haar bijlagen zijn opgenomen moeten worden opgevat in hun betekenis zoals verduidelijkt in de wet op de aanvullende pensioenen van 28 april 2003, hierna genoemd, en haar uitvoeringsbesluiten.
HOOFDSTUK III. - Voorwerp
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst regelt de omvorming van het sociaal sectoraal pensioenstelsel naar sectoraal pensioenstelsel met behoud van de solidariteitstoezegging.
Het sociale karakter van het sectoraal pensioenstelsel wordt opgeheven. Overeenkomstig artikel 10, § 1, 3° van de WAP wordt deze beslissing tot opheffing van het sociale karakter genomen met 80 pct. van de stemmen van de in het paritair orgaan benoemde, gewone of plaatsvervangende leden die de werkgevers vertegenwoordigen en 80 pct. van de stemmen van de, in het paritair orgaan benoemde, gewone of plaatsvervangende leden die de werknemers vertegenwoordigen.
Bijgevolg voldoet het sectoraal pensioenstelsel niet langer aan de voorwaarden voor een sociaal sectoraal pensioenstelsel zoals bepaald in artikel 10, § 1 van de WAP.
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst voorziet een sectoraal pensioenplan dat twee luiken omvat: a) de pensioentoezegging;b) de solidariteitstoezegging.
Art. 8.De mogelijkheid zoals voorzien in de WAP waardoor werkgevers de mogelijkheid zouden hebben om de uitvoering van het pensioenstelsel zelf te organiseren in een pensioenstelsel op het niveau van de onderneming ("opting out") wordt niet weerhouden.
HOOFDSTUK IV. - Aanduiding van de inrichter
Art. 9.Het "Fonds tweede pijler PC 323", opgericht door de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 februari 2011, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van 25 oktober 2011, van 25 juni 2014 en van 29 september 2020 tot oprichting van het "Fonds tweede pijler PC 323", wordt aangeduid als inrichter. Dit fonds, met maatschappelijke zetel te 1070 Anderlecht, Birminghamstraat 225 is een fonds voor bestaanszekerheid. Dit fonds zal hierna de inrichter genoemd worden.
HOOFDSTUK V. Pensioentoezegging
Art. 10.De regels en modaliteiten inzake de uitvoering van de pensioentoezegging, alsook de rechten en plichten van de inrichter, de pensioeninstelling, de aangeslotenen en hun begunstigden vastgelegd in het pensioenreglement, dat als bijlage 1 aan deze collectieve arbeidsovereenkomst is gevoegd.
Art. 11.Het beheer van de pensioentoezegging omvat de volgende deelaspecten: administratief, financieel, boekhoudkundig en actuarieel beheer.
Dit beheer wordt vanaf 1 oktober 2020 door de inrichter toevertrouwd aan AG Insurance NV, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Emile Jacqmainlaan 53, Belgische verzekeringsonderneming toegelaten onder code 0079, onder toezicht van de Nationale Bank van België, hierna de pensioeninstelling genoemd.
Art. 12.Binnen de juridische structuur van de pensioeninstelling kan de inrichter ervoor opteren om één of meerdere deelaspecten van het beheer aan derden uit te besteden.
HOOFDSTUK VI. - Solidariteitstoezegging
Art. 13.De regels en modaliteiten inzake de uitvoering van de solidariteitstoezegging, alsook de rechten en plichten van de inrichter, de solidariteitsinstelling, de aangeslotenen en hun begunstigden zijn vastgelegd in het solidariteitsreglement, dat als bijlage 2 aan deze collectieve arbeidsovereenkomst is gevoegd.
Art. 14.Beheer van de solidariteitstoezegging omvat de volgende deelaspecten: administratief, financieel, boekhoudkundig en actuarieel beheer. Dit beheer wordt door de inrichter toevertrouwd aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de vastgoedsector", met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Kortrijksesteenweg 1005, een fonds voor bestaanszekerheid, hierna de solidariteitsinstelling genoemd.
Art. 15.Binnen de juridische structuur van de solidariteitsinstelling kan de inrichter ervoor opteren om één of meerdere deelaspecten van het beheer aan derden uit te besteden.
HOOFDSTUK VII. - Financiering van het sectoraal pensioenplan
Art. 16.De regels en de modaliteiten inzake de financiering van het sectoraal pensioenplan zijn vastgelegd in collectieve arbeidsovereenkomst.
Voor de periode van 1 april 2010 tot 31 december 2011 wordt dit bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2010 betreffende de vaststelling van de forfaitaire bijdrage van het sectorale pensioenplan.
Voor de periode van 1 januari 2012 tot 30 maart 2014 wordt dit bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 oktober 2011 betreffende de vaststelling van de bijdrage ter financiering van het sectorale pensioenplan.
Voor de periode vanaf 1 april 2014 wordt dit bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2013 betreffende de vaststelling van de bijdrage ter financiering van het sectorale pensioenplan.
HOOFDSTUK VIII. - Inwerkingtreding van het sectoraal pensioenplan
Art. 17.Het sociaal sectoraal pensioenstelsel is in werking getreden op 1 april 2010.
Vanaf 1 oktober 2020 werd het sociaal sectoraal pensioenstelsel omgevormd naar een sectoraal pensioenstelsel met een solidariteitsluik.
HOOFDSTUK IX. - Inwerkingtreding, geldigheidsduur en opzeggingsprocedure van deze collectieve arbeidsovereenkomst
Art. 18.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2025 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 188083/CO/323 van 28 mei 2024, afgesloten binnen het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden, ter invoering van een sociaal sectoraal pensioenplan voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.
Art. 19.Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan opgezegd worden mits naleving van een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.
HOOFDSTUK X. - Bijlagen
Art. 20.De volgende bijlagen maken integraal deel uit van deze collectieve arbeidsovereenkomst: a) bijlage 1: pensioenreglement;b) bijlage 2: solidariteitsreglement. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 mei 2025.
De Minister van Werk, D. CLARINVAL
Bijlage 1 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2024, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden, betreffende het sectoraal pensioen- en solidariteitsstelsel voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden Pensioenreglement 1. Voorwerp De pensioentoezegging heeft tot doel om een kapitaal samen te stellen dat aan de aangeslotene uitgekeerd wordt, of aan zijn rechthebbende(n) ingeval de aangeslotene overlijdt vóór de voorziene einddatum.Het kapitaal kan op vraag van de begunstigde(n) omgezet worden in een lijfrente.
Dit pensioenreglement bepaalt, samen met de algemene voorwaarden, de rechten en verplichtingen van de inrichter, de pensioeninstelling, de ondernemingen, de aangeslotenen en hun rechthebbenden, en de voorwaarden waaronder deze rechten uitgeoefend kunnen worden.
Dit pensioenreglement is een onderdeel van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2024 betreffende het sectoraal pensioenstelsel. 2. Begripsomschrijving In dit reglement worden een aantal begrippen gebruikt, die de volgende betekenis hebben: Inrichter Het fonds voor bestaanszekerheid "Fonds 2de pijler PC 323" met zetel te 1070 Anderlecht, Birminghamstraat 225. Collectieve arbeidsovereenkomst die het pensioenstelsel invoert De collectieve arbeidsovereenkomst van 17 februari 2011 tot invoering van een aanvullend sectoraal pensioenstelsel voor de werknemers tewerkgesteld in de ondernemingen die behoren tot de bevoegdheid van het Paritair Comité 323 voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.
Van 1 januari 2012 tot 31 maart 2014 wordt deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangen door de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 oktober 2011 betreffende het sociaal sectoraal pensioenplan voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité 323 voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.
Voor de periode vanaf 1 april 2014 wordt deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangen door de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014 betreffende het sociaal sectoraal pensioenplan voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.
Vanaf 1 maart 2020 tot en met 30 september 2020 wordt de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014 vervangen door de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 maart 2021 betreffende het sectoraal pensioenplan voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.
Voor de periode vanaf 1 oktober 2020 wordt de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 maart 2021 vervangen door de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2021 betreffende het sectoraal pensioenplan voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.
Voor de periode vanaf 1 januari 2024 wordt de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2021 vervangen door de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2024 betreffende het sectoraal pensioenplan voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.
Onderneming De onderneming die valt binnen het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2024 betreffende het sectoraal pensioenplan voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.
Aangeslotene 1. De werknemer waarvoor de inrichter een pensioenstelsel heeft ingevoerd, en die aan de aansluitingsvoorwaarden van het pensioenreglement voldoet (de "actieve aangeslotene" genoemd);2. Het gewezen personeelslid dat nog steeds actuele of uitgestelde rechten geniet overeenkomstig het pensioenreglement (de "slaper" genoemd). Pensioeninstelling AG Insurance NV, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Emile Jacqmainlaan 53, RPR Brussel, BE 0404.494.849, Belgische verzekeringsonderneming toegelaten onder code 0079, onder toezicht van de Nationale Bank van België, hierna de pensioeninstelling genoemd.
Einddatum De einddatum is de datum waarop het bedrag dat op de pensioenrekening opgebouwd werd opeisbaar is en kan omgezet worden in een rente.
Tot en met 31 december 2024 is de einddatum vastgesteld op de eerste van de maand volgend op de maand waarin de aangeslotene de leeftijd van 65 jaar bereikt.
Met ingang van 1 januari 2025 is de einddatum vastgesteld op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de aangeslotene de wettelijke pensioenleeftijd bereikt, behoudens vervroeging of verdaging van de einddatum.
Pensionering De effectieve ingang van het rustpensioen, al dan niet vervroegd, in het wettelijk pensioenstelsel voor werknemers.
Pensioenstelsel De collectieve pensioentoezegging beschreven in de collectieve arbeidsovereenkomst die het sectoraal pensioenstelsel invoert.
Pensioentoezegging De toezegging van de inrichter om een aanvullend pensioen ten voordele van de aangeslotene en/of zijn begunstigde samen te stellen.
Verworven reserve Met "verworven reserve" wordt de reserve waarop de aangeslotene op een bepaald ogenblik recht heeft overeenkomstig dit pensioenreglement bedoeld.
Gezien deze pensioentoezegging een integrerend onderdeel uitmaakt van het sectoraal pensioenstelsel, dienen in het pensioenreglement gehanteerde termen die niet zouden opgenomen zijn in de hiervoor vermelde begrippenlijst te worden opgevat in hun betekenis in het licht van de wet betreffende de aanvullende pensioenen van 28 april 2003, hierna WAP genoemd.
WAP De wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid.
Refertekwartalen De 4 aaneensluitende kwartalen onmiddellijk voorafgaand aan de 2 kwartalen voorafgaand aan het kwartaal van pensionering of van overlijden. Deze kwartalen vormen samen een vaste periode: indien voor een kwartaal geen bijdrage werd gestort, blijven de refertekwartalen ongewijzigd. 3. Aansluiting De aansluiting is verplicht voor alle werknemers die zijn tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst bij een onderneming waarop de collectieve arbeidsovereenkomst tot invoering van het aanvullend sectoraal pensioenstelsel van toepassing is. Worden evenwel uitgesloten: - werknemers met een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid, zoals geregeld door hoofdstuk II van de wet van 24 juli 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers; - werknemers met een arbeidsovereenkomst die gesloten werd in het kader van een speciaal door of met steun van de overheid gevoerd opleidings-, arbeidsinpassings- en omscholingsprogramma. - werknemers met vakantie-, studenten- en IBO-contracten (individuele beroepsopleiding); - werknemers die al een wettelijk pensioen genieten op het ogenblik dat ze aangesloten zouden moeten worden.
De aansluiting heeft plaats op de datum waarop de werknemer aan de aansluitingsvoorwaarden voldoet en ten vroegste op 1 april 2010. 4. De pensioentoelage en hoe ze aangewend wordt 4.1. Het bedrag van de pensioentoelage De uitbetalingen op de einddatum en in geval van vroegtijdig overlijden voor de einddatum, worden gefinancierd door trimestriële pensioentoelagen die door de onderneming ten gunste van de aangeslotene gestort worden aan de pensioeninstelling. De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) wordt belast met de inning van deze pensioentoelagen.
De regels en de modaliteiten inzake de financiering van het aanvullend pensioenplan worden vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst.
Van 1 april 2010 tot 31 december 2011 is dit de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2010. Bij de toekenning van de bijdragen op de individuele pensioenrekening wordt evenwel geen rekening gehouden met de hierna vermelde DmfA "gelijkgestelde" prestatiecodes: 004, 012, 020, 024, 030, 073 en de codes aangegeven met de "indicatieve codes".
Voor de periode van 1 januari 2012 tot 31 maart 2014 wordt dit bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 oktober 2011 betreffende de vaststelling van de bijdrage ter financiering van het sectorale pensioenplan.
Voor de periode vanaf 1 april 2014 wordt dit bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2013 betreffende de vaststelling van de bijdrage ter financiering van het sectorale pensioenplan. 4.2. De aanwending van de pensioentoelage § 1. De pensioentoelage wordt voor iedere aangeslotene op een individuele pensioenrekening gestort voor een verzekering van een "uitgesteld kapitaal met terugbetaling van de reserve in het geval van overlijden" (UKMTR).
De oprenting gebeurt vanaf de 1ste dag van het 2de trimester volgend op het einde van het trimester waarop de pensioentoelagen betrekking hebben.
Voor wat betreft de pensioentoelagen dewelke betrekking hebben op het jaar 2010 gebeurt de oprenting vanaf de 1ste dag volgend op de storting van de pensioentoelagen in het financieringsfonds. § 2. Voor pensioneringen vanaf 1 januari 2025 wijkt voor het kwartaal van pensionering en de twee daaraan voorafgaande kwartalen de pensioentoelage die, na afhouding van alle toepasselijke kosten en fiscale en parafiscale lasten, op de individuele pensioenrekening van de aangeslotene wordt gestort af van de pensioentoelage berekend conform de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2013 betreffende de vaststelling van de bijdrage ter financiering van het sectorale pensioenplan. Voor deze kwartalen wordt de pensioentoelage berekend zoals hierna beschreven: De pensioentoelage voor het kwartaal van pensionering wordt berekend op het gemiddelde over de refertekwartalen van het referteloon per kwartaal, pro rata het aantal verlopen maanden in het kwartaal van pensionering vóór de datum van pensionering.
De bijdragen voor de twee kwartalen voorafgaand aan het kwartaal van pensionering worden eveneens berekend op het gemiddelde over de refertekwartalen van het referteloon per kwartaal.
Het referteloon van de refertekwartalen die zich bevinden in het jaar/de jaren voor het jaar van pensionering zal voor de berekening van de bijdrage voor het kwartaal van pensionering en de twee daaraan voorafgaande kwartalen, aangepast worden aan de indexering en de sectoraal afgesproken baremaverhogingen van de lonen. § 3. Voor overlijdens vanaf 1 januari 2025 wijkt voor het kwartaal van overlijden en de twee daaraan voorafgaande kwartalen de pensioentoelage die op de individuele pensioenrekening van de aangeslotene wordt gestort af van de pensioentoelage berekend conform de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2013 betreffende de vaststelling van de bijdrage ter financiering van het sectorale pensioenplan. Voor deze kwartalen wordt de bijdrage berekend op dezelfde wijze als de bijdragen voor het kwartaal van pensionering en de twee daaraan voorafgaande kwartalen, zoals beschreven in § 2. § 4. De in § 2 en § 3 hiervoor beschreven berekening van de pensioentoelage is definitief.
Voor zover als nodig worden alle aan onderhavig pensioenreglement verwante documenten naar analogie aangepast voor de berekening van de pensioentoelage van het kwartaal van pensionering en de twee daaraan voorafgaande kwartalen, en voor de berekening van de bijdrage voor het kwartaal van overlijden en de twee daaraan voorafgaande kwartalen. § 5. In afwijking van § 1 gebeurt de oprenting van de pensioentoelagen die betrekking hebben op het kwartaal van pensionering en op de twee daaraan voorafgaande kwartalen, alsook de pensioentoelagen die betrekking hebben op het kwartaal van overlijden en op de twee daaraan voorafgaande kwartalen, vanaf de eerste dag van de maand van pensionering dan wel overlijden. 4.3. Het rendement De pensioenrekening ontvangt een door de pensioeninstelling gewaarborgd rendement.
De aanzuivering van eventuele tekorten ten opzichte van de minimumgarantie overeenkomstig de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen (artikel 24 van de WAP) wordt ten laatste verricht op één van de volgende gebeurtenissen: - de overdracht van de verworven reserves naar een andere pensioeninstelling of de onthaalstructuur; - de pensionering van de aangeslotene; - de opheffing van het pensioenstelsel.
Het ontbrekende deel wordt geput uit het financieringsfonds. 4.4. Winstdeelname De pensioeninstelling kan overgaan tot het toekennen van een winstdeelname. Deze winstdeelname zal op de individuele pensioenrekening gestort worden voor wat betreft de reserve die op de individuele rekening aanwezig is, en in het financieringsfonds voor wat betreft de daar aanwezige reserve. 5. Uitbetaling op de einddatum 5.1. De einddatum De einddatum waarop het bedrag dat op de pensioenrekening opgebouwd werd opeisbaar is, is vastgesteld op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de aangeslotene de wettelijke pensioenleeftijd bereikt, tenzij verdaging of vervroeging van de einddatum.
De uitbetaling kan gebeuren onder de vorm van een kapitaal of rente. 5.2. Verdaging van de einddatum Indien de actieve aangeslotene nog niet zijn (wettelijk) pensioen heeft opgenomen op de einddatum, blijft de pensioentoelage verschuldigd zo lang hij in dienst blijft, en er wordt een nieuwe einddatum vastgesteld door de eerdere einddatum telkens met 1 jaar te verlengen.
Deze verdaging zal plaatsvinden volgens de door de pensioeninstelling bij de bevoegde controleautoriteit ingediende tarieven die in voege zijn op de datum van de verdaging.
Voor de aangeslotene die is uitgetreden vóór de einddatum en zijn verworven reserve bij de pensioeninstelling gelaten heeft (de slaper), worden de reserves verder door de pensioeninstelling beheerd.
De aangeslotene zal dan de uitbetaling van zijn pensioenrekening bekomen: - wanneer hij zijn wettelijk pensioen opneemt; of - wanneer de aangeslotene hierom verzoekt. 5.3. Vervroeging van de einddatum (vervroegde uitbetaling) De vervroeging van de einddatum leidt tot de uitbetaling van de pensioenrechten aan de aangeslotene vóór de einddatum (vervroegde uitbetaling).
De aangeslotene kan de vervoegde uitbetaling van de pensioenrechten ten vroegste vanaf de leeftijd van 60 jaar bekomen: - wanneer hij voldoet aan de voorwaarden om met vervroegd wettelijk pensioen te gaan; - of bij zijn brugpensioen (stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag) in het kader van een herstructureringsplan opgemaakt en gecommuniceerd aan de regionale en federale minister van werk vóór 1 oktober 2015, conform artikel 63/3 van de WAP. De vervroegde uitbetaling brengt het verval van het recht op een uitkering bij overlijden vóór de einddatum mee. 6. Uitkering in geval van overlijden vóór de einddatum Wanneer een aangeslotene overlijdt, heeft de begunstigde recht op de op het ogenblik van het overlijden opgebouwde waarde op de individuele pensioenrekening.7. Verworven rechten van de aangeslotene op de reserves De reserves opgebouwd vóór 1 januari 2019 op de individuele rekeningen, zijn verworven door de aangeslotene indien gedurende minstens vier, niet noodzakelijk opeenvolgende, trimesters bijdragen betaald werden aan het sectoraal pensioenstelsel.Voor de aangeslotene in dienst van een werkgever onderworpen aan onderhavig pensioenreglement in de loop van het vierde kwartaal 2018, wordt deze voorwaarde tevens als vervuld beschouwd en de vóór 1 januari 2019 opgebouwde reserves als verworven indien deze aangeslotene in de loop van het eerste kwartaal van 2019 nog steeds in dienst is van een werkgever onderworpen aan onderhavig pensioenreglement.
De reserves opgebouwd vanaf 1 januari 2019 op de individuele rekeningen, zijn onmiddellijk verworven door de aangeslotene.
Een aangeslotene die ervoor gekozen heeft zijn verworven reserves over te dragen naar een andere pensioeninstelling en die nadien opnieuw wordt aangesloten, wordt eveneens als een nieuwe aangeslotene beschouwd.
De pensioenrekening kan niet in pand gegeven worden, en de begunstiging ervan kan niet overgedragen worden. Er kan geen voorschot op toegekend worden.
De bedragen van de niet verworven reserves worden in het financieringsfonds gestort. Deze bepaling houdt op uitwerking te hebben voor reserves opgebouwd vanaf 1 januari 2019. 8. De aangeslotene verlaat de sector vóór de einddatum De uittreding wordt geacht te hebben plaatsgevonden: - In geval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een werkgever op wie dit pensioenreglement van toepassing is, anders dan door overlijden of pensionering; - In geval van beëindiging van de aansluiting vanwege het feit dat de aangeslotene niet langer de aansluitingsvoorwaarden van het pensioenstelsel vervult, zonder dat dit samenvalt met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering; - In geval van beëindiging van de aansluiting vanwege het feit dat de werkgever of, in geval van de overgang van de arbeidsovereenkomst, de nieuwe werkgever niet langer valt onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst die het pensioenstelsel heeft ingevoerd.
In geval van beëindiging van de aansluiting vanwege het feit dat de aangeslotene niet langer de aansluitingsvoorwaarden van het pensioenstelsel vervult, zonder dat dit samenvalt met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering, worden de verworven reserves bij de pensioeninstelling behouden en worden bij overlijden de verworven reserves uitgekeerd aan de begunstigden overeenkomstig de voorrangsorde bepaald in het pensioenreglement.
In de twee andere gevallen heeft de aangeslotene een aantal keuzemogelijkheden omtrent de bestemming van zijn verworven reserves, desgevallend aangevuld tot de bedragen van de minimumgarantie overeenkomstig de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen.
Hij kan opteren voor een overdracht naar een andere pensioeninstelling. Hij kan daarbij kiezen voor: - de overdracht naar de pensioeninstelling van zijn nieuwe werkgever met inbegrip van de pensioeninstelling van de sector waaronder zijn nieuwe werkgever ressorteert, voor zover hij bij de pensioentoezegging van die werkgever of sector wordt aangesloten; - de overdacht naar een pensioeninstelling die de totale winst onder de aangeslotenen in verhouding tot hun reserves verdeelt en de kosten beperkt volgens de regels vastgesteld door de Koning.
De pensioeninstelling voert de overdracht uit binnen de dertig dagen nadat zij van de beslissing tot overdracht werd ingelicht.
Indien de aangeslotene niet kiest voor de overdracht naar een andere pensioeninstelling, kan hij: - zijn verworven reserves in het pensioenstelsel laten zonder wijziging. In dat geval geniet hij van een overlijdensdekking gelijk aan het bedrag van de verworven reserves; - opteren om zijn verworven reserves vervroegd te ontvangen voor zover dit niet strijdig is met de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen.
Indien de aangeslotene zijn keuze niet schriftelijk heeft meegedeeld binnen de dertig dagen vanaf dat hij van de diverse keuzemogelijkheden op de hoogte werd gebracht, wordt hij geacht te hebben gekozen voor het behoud van zijn verworven reserves bij de pensioeninstelling zonder wijziging van de pensioentoezegging. Na afloop van die termijn kan hij ten alle tijd alsnog kiezen voor de overdracht van zijn verworven reserves naar een andere pensioeninstelling. 9. De manier van uitbetalen De begunstigde(n) kan (kunnen) evenwel vragen om het kapitaal dat aan hem(n) toekomt, om te vormen in een lijfrente.De hoogte van de lijfrente wordt bepaald op basis van de op het moment van de omzetting door de pensioeninstelling gehanteerde tarieven. Een keuze voor een vereffening als lijfrente moet bij de aanvraag van de uitbetaling schriftelijk door de begunstigde meegedeeld worden.
Het kan volgens de keuze van de begunstigde gaan om een lijfrente die enkel aan hem betaald wordt, of om een lijfrente die in geval van overlijden van de begunstigde voor 50 pct. of 75 pct. overdraagbaar is op de overlevende echtgeno(o)t(e) of op de partner waarmee hij wettelijk samenwoont.
De renten worden in maandelijkse delen betaald op de laatste dag van elke maand tot en met de laatste vervaldag die voorafgaat aan het overlijden van de begunstigde(n).
Wanneer de lijfrente bij aanvang lager is dan 500 EUR per jaar, wordt het pensioenkapitaal uitgekeerd en heeft de begunstigde geen optie tot omzetting in lijfrente. De in deze paragraaf vermelde drempels worden geïndexeerd volgens de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist geïndexeerd worden.
Alle bedragen, voordelen en uitkeringen die voortvloeien uit onderhavig pensioenreglement vormen brutobedragen, waarop alle bij wet verschuldigde inhoudingen, heffingen, bijdragen en belastingen in mindering gebracht moeten worden. Al deze inhoudingen, heffingen, bijdragen en belastingen zijn ten laste van de aangeslotene(n) of de begunstigde(n). 10. Begunstigden 10.1. De begunstigde van de uitkering op de einddatum Indien de aangeslotene in leven is op de einddatum, wordt het kapitaal uitgekeerd aan de aangeslotene zelf.
Alle rechtsvorderingen tussen een werknemer en/of een aangeslotene, enerzijds, en een inrichter en/of een pensioeninstelling, anderzijds, die voortvloeien uit of verband houden met een aanvullend pensioen of het beheer ervan, verjaren door verloop van vijf jaar vanaf de dag volgend op die waarop de benadeelde werknemer of aangeslotene kennis heeft gekregen of redelijkerwijze kennis had moeten krijgen, hetzij van het voorval dat het vorderingsrecht doet ontstaan, hetzij van de schade en van de identiteit van de daarvoor aansprakelijke persoon. In dit geval wordt het kapitaal gestort in het financieringsfonds. 10.2. De begunstigde van de uitkering bij overlijden Indien de aangeslotene overlijdt vóór de einddatum, wordt de voorziene uitkering bij overlijden uitgekeerd aan de begunstigde(n) op basis van de volgende voorrangsorde: - De echtgeno(o)t(e) van de aangeslotene voor zo ver die niet gerechtelijk van tafel en bed of feitelijk gescheiden is, of die zich niet in aanleg tot scheiding van tafel en bed of echtscheiding bevindt. De echtgenoten worden geacht feitelijk gescheiden te zijn wanneer uit de bevolkingsregisters blijkt dat zij een verschillende woonplaats hebben; - Bij ontstentenis, de persoon die wettelijk samenwoont met de aangeslotene in de zin van artikel 1475 tot 1479 van het Oud Burgerlijk Wetboek; - Bij ontstentenis de kinderen van de aangeslotene, waarvan de afstamming vaststaat, en zijn adoptieve kinderen, of bij plaatsvervulling, hun nakomelingen; - Bij ontstentenis de ouders van de aangeslotenen. Bij overlijden van één van hen komt het kapitaal toe aan de langstlevende; - Bij ontstentenis de door de aangeslotene per aangetekend schrijven aangeduide perso(o)n(en), waarbij de laatst verstuurde aangetekende brief rechtsgeldig is; - Bij ontstentenis, de nalatenschap van de aangeslotene; - Bij ontstentenis het financieringsfonds, met uitsluiting van de Staat.
Indien er meerdere begunstigden zijn, wordt het voorziene kapitaal in gelijke delen onder hen verdeeld.
Ingeval de aangeslotene en de begunstigde overlijden zonder dat de volgorde van overlijden kan bepaald worden, wordt het kapitaal overlijden uitgekeerd aan de plaatsvervanger(s) van de begunstigde(n).
Met respect voor de wettelijke bepalingen en zonder dat de inrichter of de pensioeninstelling aansprakelijk kan worden gesteld voor een eventuele betwisting kan de aangeslotene schriftelijk per aangetekende brief aan de inrichter de bovengenoemde rangorde wijzigen of zelf een begunstigde aanduiden, waarbij de laatst bij de inrichter aangekomen betekende brief doorslaggevend zal zijn.
Indien het overlijden van de aangeslotene het gevolg is van een opzettelijke daad te wijten aan of aangezet door één van de begunstigde(n), wordt deze automatisch als begunstigde geschrapt.
Alle rechtsvorderingen tussen een begunstigde, enerzijds, en een inrichter en/of een pensioeninstelling, anderzijds, die voortvloeien uit of verband houden met een aanvullend pensioen of het beheer ervan, verjaren door verloop van vijf jaar vanaf de dag volgend op die waarop de begunstigde kennis heeft gekregen of redelijkerwijze kennis had moeten krijgen, hetzij tegelijk van het bestaan van het aanvullend pensioen, van zijn hoedanigheid van begunstigde en van het voorval dat de prestaties opeisbaar doet worden, hetzij van de schade en van de identiteit van de daarvoor aansprakelijke persoon. In dit geval wordt het kapitaal gestort in het financieringsfonds. 11. Verplichtingen van de inrichter De inrichter gaat tegenover alle ondernemingen en aangeslotenen de verbintenis aan alles te doen wat nodig is voor de goede uitvoering van dit pensioenstelsel.Hij zal de bij de ondernemingen geïnde pensioentoelagen zo spoedig mogelijk aan de pensioeninstelling overmaken. Bovendien zal hij alle voor het beheer van het pensioenstelsel benodigde gegevens overmaken.
De tekst van het pensioenreglement, en het beheersverslag worden door de inrichter ter beschikking gesteld aan de aangeslotenen op diens eenvoudig verzoek.
De inrichter zal alle afspraken uitvoeren, zoals zij zijn vastgelegd in een tussen de inrichter en de pensioeninstelling aanvaarde en ondertekende beheersovereenkomst.
De inrichter zal tevens alle andere door de WAP en andere regelgeving opgelegde verplichtingen naleven. 12. Verplichtingen van de aangeslotene en de begunstigde De aangeslotene of de begunstigde(n) zal (zullen) alle ontbrekende inlichtingen en bewijsstukken die nodig zijn opdat de pensioeninstelling zijn verplichtingen tegenover de aangeslotene of zijn rechthebbenden kan uitvoeren, op eenvoudige vraag overmaken. Zolang de aangeslotene deze inlichtingen of bewijsstukken niet overmaakt, zullen de inrichter en de pensioeninstelling hun verplichtingen tegenover de aangeslotene met betrekking tot het aanvullend pensioen dat in dit reglement beschreven wordt niet kunnen uitvoeren. Er kan in dat geval geen sprake zijn van enige vorm van vergoeding of verwijlintrest voor een gebeurlijke late uitbetaling van rechten. Indien de aangeslotene deze inlichtingen of bewijsstukken niet overmaakt, dan zullen de inrichter en de pensioeninstelling ontslagen zijn van hun verplichtingen tegenover de aangeslotene met betrekking tot het voordeel dat in dit reglement beschreven wordt.
De aangeslotene en de begunstigde blijven verantwoordelijk voor de inlichtingen die ze overmaken, en de inrichter en de pensioeninstelling kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor de gevolgen van laattijdige of foutieve informatie. 13. Gevolgen van het niet betalen van de pensioentoelagen De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) zal de verschuldigde pensioentoelagen via de inrichter aan de pensioeninstelling overmaken. De pensioeninstelling zal iedere aangeslotene uiterlijk binnen de 3 maanden volgend op de datum waarop zij kennis kreeg van een betalingsachterstand, door middel van een op zijn persoonlijk adres gestuurde brief op de hoogte brengen. 14. Fiscale bepalingen De hiernavolgende bepalingen zijn louter indicatief.In geval van strijdigheid met de wet, gelden de wettelijke bepalingen. 14.1. Welke fiscale wetgeving is van toepassing? Wanneer de aangeslotene en de begunstigde hun woon- en/of werkplaats in België hebben, en de onderneming gevestigd is in België, is de Belgische fiscale wetgeving van toepassing zowel op de pensioenbijdragen als op de uitkeringen. Is dit niet het geval, dan zouden fiscale en/of sociale lasten kunnen verschuldigd zijn op basis van een buitenlandse wetgeving, in uitvoering van de internationale verdragen die in dat verband gelden. 14.2. Belastingstatuut van de pensioentoelagen Op basis van de Belgische fiscale wetgeving van kracht op de ingangsdatum van dit pensioenreglement, vormen de werkgeverstoelagen in principe aftrekbare beroepskosten in de vennootschapsbelasting, en geven geen aanleiding tot bijkomende heffing in de rechtspersonenbelasting, noch tot een dadelijk belastbaar voordeel voor de aangeslotene.
Het bedrag, uitgedrukt in jaarlijkse rente: - van de voorziene uitkeringen naar aanleiding van pensionering in uitvoering van dit pensioenreglement; - van het wettelijk pensioen; - van andere aanvullende pensioenuitkeringen waarop de aangeslotene recht heeft, mag evenwel 80 pct. van de laatste normale bruto bezoldiging niet overschrijden, rekening houdend met de normale duur van een beroepswerkzaamheid, en met een overdraagbaarheid van de rente ten gunste van de overlevende echtgeno(o)t(e) van 80 pct., en met een indexatie van de rente.
Indien een onderneming voor een aangeslotene nog andere aanvullende pensioenvoordelen zou voorzien dan diegene die voortkomen uit dit pensioenreglement, zal een gebeurlijke overschrijding van de fiscaal toegelaten grens aangerekend worden op de financiering van die andere pensioenvoordelen. 15. Informatie 15.1. Het pensioenreglement De tekst van het pensioenreglement wordt door de inrichter ter beschikking gesteld aan de aangeslotenen op diens eenvoudig verzoek. 15.2. De pensioenfiche De pensioeninstelling bezorgt elke actieve aangeslotene door middel van een pensioenfiche jaarlijks de in artikel 26, § 1 van de WAP bepaalde informatie. De informatieverstrekking kan, met naleving van de in artikel 26 van de WAP voorziene voorwaarden, ook op elektronische wijze gebeuren. 15.3. Het beheersverslag De pensioeninstelling stelt jaarlijks een verslag op over het beheer van de pensioentoezegging en over het beheer van het financieringsfonds.
De tekst van het beheersverslag wordt door de inrichter ter beschikking gesteld aan de aangeslotenen op diens eenvoudig verzoek. 16. Financieringsfonds Het financieringsfonds wordt beheerd door de pensioeninstelling en ontvangt hetzelfde globaal rendement (pro rata temporis) dat aan de wiskundige reserves toegekend wordt. Het fonds wordt gecrediteerd met: - de pensioentoelagen die door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid via de inrichter aan de pensioeninstelling overgemaakt worden; - de kapitalen overlijden waarvan het financieringsfonds de begunstigde is; - de toegekende intrest en winstdeelname; - het verschil tussen de pensioentoelage berekend conform de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2013 betreffende de vaststelling van de bijdrage ter financiering van het sectorale pensioenplan, en de pensioenbijdrage berekend conform punt 4.2., § 2 indien dit verschil positief is; - het verschil tussen de pensioentoelage berekend conform de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2013 betreffende de vaststelling van de bijdrage ter financiering van het sectorale pensioenplan, en de pensioenbijdrage berekend conform punt 4.2., § 3 indien dit verschil positief is.
Het fonds wordt gedebiteerd voor: - driemaandelijkse stortingen toegewezen aan de individuele polissen "uitgesteld kapitaal met terugbetaling van de reserve in het geval van overlijden"; - de aanvullingen die vereist zijn om het vereiste rendement waarvan sprake in artikel 24 van de WAP, te bereiken; - elk ander bedrag beslist door de inrichter, voor zover dit is toegewezen aan een verhoging van de voordelen van de aangeslotenen; - het verschil tussen de pensioentoelage berekend conform de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2013 betreffende de vaststelling van de bijdrage ter financiering van het sectorale pensioenplan, en de pensioenbijdrage berekend conform punt 4.2., § 2 indien dit verschil negatief is; - het verschil tussen de pensioentoelage berekend conform de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2013 betreffende de vaststelling van de bijdrage ter financiering van het sectorale pensioenplan, en de pensioenbijdrage berekend conform punt 4.2., § 3 indien dit verschil negatief is.
Binnen de wettelijke mogelijkheden beslist de inrichter over de bestemming van het financieringsfonds. Het fonds is bestemd voor de aangeslotenen en/of hun begunstigden en zijn tegoeden mogen nooit, zelfs niet gedeeltelijk, teruggestort worden aan de inrichter.
Het financieringsfonds mag nooit een negatief saldo vertonen. Elke verrichting die het saldo van het fonds op een negatief bedrag zou brengen, wordt uitgesteld tot de financiële middelen van het fonds toelaten ze te realiseren. Als de pensioeninstelling de onmogelijkheid om een verrichting te realiseren vaststelt, informeert ze onmiddellijk de inrichter, die gepaste maatregelen dient te nemen. 17. Bescherming en verwerking van persoonsgegevens De inrichter en de pensioeninstelling hechten een bijzonder belang aan de bescherming van persoonsgegevens en verwerken deze conform de toepasselijke reglementering, onder meer de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG of GDPR) en de privacyverklaringen van de inrichter en de pensioeninstelling. Verwerkingsdoeleinden De inrichter ontvangt de persoonsgegevens van de aangeslotenen en hun rechthebbenden via de Vereniging van Sectorale Instellingen (VSI) van de Kruispuntbank Sociale Zekerheid.
De inrichter deelt met het oog op het beheren van de groepsverzekering en het uitvoeren van het pensioenreglement persoonsgegevens mee aan de pensioeninstelling.
De inrichter en de pensioeninstelling verwerken de persoonsgegevens van de aangeslotenen en hun begunstigden ("de betrokkenen") met het oog op het beheer van de groepsverzekering en de uitvoering van dit reglement, en dit op basis van een wettelijke verplichting (de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen). In deze context hebben zij allen het statuut van verwerkingsverantwoordelijke.
Daarnaast kunnen de inrichter en de pensioeninstelling, als verwerkingsverantwoordelijke, de persoonsgegevens verwerken voor de volgende doeleinden: - het voldoen aan wettelijke en reglementaire verplichtingen zoals fiscale verplichtingen of het voorkomen van het witwassen van geld en dit op grond van een wettelijke bepaling; - het beheer van het personenbestand voor de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst, voor de uitkering van de prestaties; - de opmaak van statistieken, de detectie en preventie van misbruiken en fraude, het samenstellen van bewijzen, de beveiliging van goederen, personen, informaticanetwerken en -systemen van de verwerkingsverantwoordelijke, de optimalisatie van de processen, en dit op grond van het gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke; - de adviesverlening op grond van het gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke, tenzij de betrokkene zich hiertegen verzet.
Voor het vervullen van deze doeleinden kan de verwerkingsverantwoordelijke persoonsgegevens ontvangen van de betrokkene zelf of van derden. In voorkomend geval kunnen deze verwerkingsdoeleinden gebaseerd zijn op de toestemming van de betrokkene.
Categorieën van verwerkte persoonsgegevens en mogelijke ontvangers Volgende categorieën van persoonsgegevens kunnen worden verwerkt: identificatie- en contactgegevens, financiële gegevens, persoonlijke kenmerken, beroep en betrekking, samenstelling van het gezin, gerechtelijke gegevens.
Deze gegevens kunnen, indien dit noodzakelijk is voor de voornoemde doeleinden en in overeenstemming met de privacywetgeving, worden meegedeeld aan andere tussenkomende verzekeringsmaatschappijen, hun vertegenwoordigers in België, hun contactpunten in het buitenland, de betrokken herverzekeringsmaatschappijen, aan een verwerker van de verwerkingsverantwoordelijken, aan een expert, een advocaat, een technisch adviseur, een verzekeraar.
Zij kunnen tevens worden meegedeeld aan om het even welke persoon of instantie in het kader van een wettelijke verplichting of een administratieve of rechterlijke beslissing of indien er een gerechtvaardigd belang bestaat.
Het is mogelijk dat de pensioeninstelling de persoonsgegevens buiten de Europese Economische Ruimte (EER) overdraagt, naar een land dat, desgevallend, niet een passend beschermingsniveau voor persoonsgegevens kan garanderen. In deze gevallen beschermt de pensioeninstelling echter de gegevens door de IT-beveiligingen te vergroten en door contractueel een conform GDPR verhoogd beveiligingsniveau te eisen van zijn internationale tegenpartijen.
Rechten van betrokkenen Binnen de grenzen van de toepasselijke wetgeving, kunnen de aangeslotenen en hun begunstigden zich richten tot een verwerkingsverantwoordelijke voor de uitoefening van hun recht op toegang, rechtzetting, wissing, beperking van persoonsgegevens.
In geval van wissing of beperking van de verwerking dat de is het mogelijk dat de verwerkingsverantwoordelijke de pensioentoezegging niet uitvoeren.
Om zijn rechten uit te oefenen kan de betrokkene een schriftelijke aanvraag richten aan de Data Protection Officer van de verwerkingsverantwoordelijke.
De Data Protection Officer van de pensioeninstelling kan worden bereikt op volgende adressen: - per post: AG Insurance - Data Protection Officer Emile Jacqmainlaan 53, 1000 Brussel; - of per e-mail: AG_DPO@aginsurance.be.
De Data Protection Officer van de inrichter is bereikbaar via e-mail op privacy@fonds323.be.
Meer informatie betreffende de bescherming en verwerking van persoonsgegevens is beschikbaar in de Privacyverklaring/het privacybeleid van de verwerkingsverantwoordelijken beschikbaar op hun website.
Klachten kunnen worden ingediend bij de Gegevensbeschermingsautoriteit: - per brief: Drukpersstraat 35, Brussel; - per e-mail: contact@apd-gba.be. 18. Wijziging van dit reglement Dit pensioenreglement kan gewijzigd of stopgezet worden door een collectieve arbeidsovereenkomst die in het bevoegde paritaire comité gesloten wordt. In geval van stopzetting van het pensioenstelsel of overdracht van reserves naar een andere pensioeninstelling zal de pensioeninstelling de pensioenrekeningen premievrij maken op basis van de tot het moment van stopzetting of overdracht effectief ontvangen bijdragen.
De eventuele wijziging zal in geen geval een vermindering van de verworven prestaties of van de verworven reserves voor verlopen dienstjaren tot gevolg hebben.
Geen enkele vergoeding of verlies van winstdelingen zal ten laste worden gelegd van de aangeslotenen of van de op het ogenblik van de overdracht verworven reserve worden afgetrokken. 19. Geschillen en toepasselijk recht Het Belgische recht is van toepassing op dit reglement.Gebeurlijke geschillen tussen de partijen in verband ermee behoren tot de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 mei 2025.
De Minister van Werk, D. CLARINVAL
Bijlage 2 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2024, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden, betreffende het sectoraal pensioen- en solidariteitsstelsel voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden Solidariteitsreglement 1. Voorwerp De toezegging van solidariteitsprestaties heeft tot doel om aan de aangeslotenen en/of hun rechthebbenden bijkomende solidariteitsprestaties bij het sectoraal pensioenstelsel toe te kennen. Dit solidariteitsreglement bepaalt de regels en modaliteiten voor de uitvoering van de solidariteitstoezegging van de inrichter.
Dit solidariteitsreglement is een onderdeel van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2024 betreffende het sectoraal pensioenstelsel. 2. Begripsomschrijving In dit reglement worden een aantal begrippen gebruikt, die de volgende betekenis hebben: Inrichter Het fonds voor bestaanszekerheid "Fonds 2de pijler PC 323" met zetel te 1070 Anderlecht, Birminghamstraat 225. Collectieve arbeidsovereenkomst die het sectoraal pensioenstelsel invoert De collectieve arbeidsovereenkomst van 17 februari 2011 tot invoering van een aanvullend sectoraal pensioenstelsel voor de werknemers tewerkgesteld in de ondernemingen die behoren tot het Paritair Comité 323 voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.
Van 1 januari 2012 tot 31 maart 2014 wordt deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangen door de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 oktober 2011 betreffende het sociaal sectoraal pensioenplan voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité 323 voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.
Vanaf 1 april 2014 wordt deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangen door de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014 betreffende het sociaal sectoraal pensioenplan voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.
Vanaf 1 maart 2020 tot en met 30 september 2020 wordt de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014 vervangen door de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 maart 2021 betreffende het sectoraal pensioenplan voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.
Vanaf 1 oktober 2020 wordt de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 maart 2021 vervangen door de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2021 betreffende het sectoraal pensioenplan voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.
Voor de periode vanaf 1 januari 2024 wordt de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2021 vervangen door de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2024 betreffende het sectoraal pensioenplan voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.
Onderneming De onderneming die valt binnen het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2024 betreffende het sectoraal pensioenplan voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.
Aangeslotene De werknemer waarvoor de inrichter een solidariteitsstelsel heeft ingevoerd, en die aan de aansluitingsvoorwaarden van het solidariteitsreglement voldoet.
Adoptieverlof Het betreft het onbezoldigd verlof in de zin van artikel 30ter van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Borstvoedingspauze Het betreft de onbezoldigde schorsing van de arbeidsovereenkomst de zin van de ncollectieve arbeidsovereenkomst nr. 80 tot invoering van een recht op borstvoedingspauze.
Geboorteverlof Het betreft het onbezoldigd verlof in de zin van artikel 30, § 2, tweede lid van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Gemiddeld dagloon Het gemiddeld dagloon is het loon dat wordt bekomen door de onder bezoldigingscode 001 opgenomen bezoldiging te delen door het aantal dagen opgenomen onder prestatiecode 001. Het betreft hier de bezoldiging en de prestaties voor de 4 trimesters voorafgaand aan het trimester waarin voor het eerst de DmfA code 051 (voor moederschapsbescherming en borstvoedingspauze), 052 (voor vaderschapsverlof, geboorteverlof, adoptieverlof of pleegouderverlof) of 053 (voor profylactisch verlof) voorkomt.
Prestatiecode 001: alle arbeidstijdgegevens gedekt door loon met RSZ-bijdragen, met uitzondering van de wettelijke en bijkomende vakantie van arbeiders.
Bezoldigingscode 001: alle bedragen die steeds als loon worden beschouwd, met uitzondering van de vergoedingen die onder een andere code worden vermeld.
Moederschapsbescherming Het betreft de onbezoldigde schorsing van de arbeidsovereenkomst in de zin van: - artikel 39 van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten; - artikel 42 tot 43bis van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten.
Pleegouderverlof Het betreft het onbezoldigd verlof in de zin van artikel 30sexies van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Ouderschapsverlof Het betreft het onbezoldigd verlof in toepassing van hetzij het koninklijk besluit van 29 oktober 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/10/1997 pub. 07/11/1997 numac 1997012521 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 64 van 29 april 1997, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een recht op ouderschapsverlof sluiten tot invoering van een recht op ouderschapsverlof, hetzij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 64 van de Nationale Arbeidsraad van 29 april 1997 tot instelling van een recht op ouderschapsverlof, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 64bis van 24 februari 2015.
Profylactisch verlof Het betreft het onbezoldigd verlof in de zin van artikel 239, § 1 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
Solidariteitsinstelling Het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de vastgoedsector", met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Kortrijksesteenweg 1005, een fonds voor bestaanszekerheid, hierna de solidariteitsinstelling genoemd.
Solidariteitsfonds Het collectieve fonds dat bij de solidariteitsinstelling in het kader van de solidariteitstoezegging wordt gevormd en afgescheiden van diens overige activiteiten wordt beheerd.
Uittreding De uittreding wordt geacht te hebben plaatsgevonden: - In geval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een werkgever op wie dit reglement van toepassing is, anders dan door overlijden of pensionering. Wordt evenwel niet als een uittreding beschouwd, de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering, die wordt gevolgd door het sluiten van een arbeidsovereenkomst binnen de twee trimesters met een andere werkgever die onder het toepassingsgebied van onderhavig reglement valt; - In geval van beëindiging van de aansluiting vanwege het feit dat de aangeslotene niet langer de aansluitingsvoorwaarden van het solidariteitsstelsel vervult, zonder dat dit samenvalt met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering; - In geval van beëindiging van de aansluiting vanwege het feit dat de werkgever of, in geval van de overgang van de arbeidsovereenkomst, de nieuwe werkgever niet langer valt onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst die het pensioenstelsel heeft ingevoerd.
In geval van uittreding vervallen onmiddellijk alle rechten en voordelen voorzien in het solidariteitsreglement.
Gezien deze solidariteitstoezegging een integrerend onderdeel uitmaakt van het sectoraal pensioenstelsel, dienen in het solidariteitsreglement gehanteerde termen die niet zouden opgenomen zijn in de hiervoor vermelde begrippenlijst te worden opgevat in hun betekenis in het licht van de wet betreffende de aanvullende pensioenen van 28 april 2003, hierna WAP genoemd, of in het licht van de in het pensioenreglement opgenomen begrippenlijst.
Vaderschapsverlof Het betreft het onbezoldigd verlof in de zin van artikel 30, § 2, eerste lid van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten.
WAP Wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid.
Refertekwartalen De 4 aaneensluitende kwartalen onmiddellijk voorafgaand aan de 2 kwartalen voorafgaand aan het kwartaal van pensionering of van overlijden. Deze kwartalen vormen samen een vaste periode: indien voor een kwartaal geen bijdrage werd gestort, blijven de refertekwartalen ongewijzigd. 3. Aansluiting Om aanspraak te kunnen maken op de solidariteitsprestaties dient: - de werknemer aangesloten te zijn bij het sectoraal pensioenstelsel van de inrichter; - de werknemer tewerkgesteld te zijn met een arbeidsovereenkomst bij een werkgever die onder het toepassingsgebied van het sectorale pensioenstelsel van de inrichter valt; - voor de werknemer gedurende minstens vier, niet noodzakelijk opeenvolgende, trimesters bijdragen aan het sectoraal pensioenstelsel te zijn betaald.
Vanaf 1 januari 2019 vervalt de voorwaarde van minstens vier trimesters bijdragebetaling aan het sectoraal pensioenstelsel.
De solidariteitstoezegging geeft geen aanleiding tot de vestiging van verworven rechten bij uittreding of bij wijziging of opheffing van het solidariteitsreglement.
Een aangeslotene die de vereffening van zijn verzekerde bedragen in het kader van zijn pensioentoezegging heeft verkregen en die nadien opnieuw wordt aangesloten, wordt als een nieuwe aangeslotene beschouwd.
Een aangeslotene die ervoor gekozen heeft zijn verworven reserves in kader van zijn pensioentoezegging over te dragen naar een andere pensioeninstelling en die nadien opnieuw wordt aangesloten, wordt eveneens als een nieuwe aangeslotene beschouwd. 4. De solidariteitsprestaties Alle bedragen, voordelen en uitkeringen die voortvloeien uit dit solidariteitsreglement vormen brutobedragen, waarop alle bij wet verschuldigde inhoudingen, heffingen, bijdragen en belastingen in mindering gebracht moeten worden.Al deze inhoudingen, heffingen, bijdragen en belastingen zijn ten laste van de aangeslotene(n) of de begunstigde(n).
De volgende solidariteitsprestaties worden vastgelegd. 4.1. Uitkeringen bij inkomstenverlies ten gevolge van overlijden van de aangeslotene tijdens de beroepsloopbaan In geval van overlijden van de aangeslotene tijdens de beroepsloopbaan zal er een bedrag ter vergoeding van inkomensverlies toegekend worden van: - 1 250 EUR bij overlijden vóór 1 januari 2015; - 1 700 EUR bij overlijden in 2015; - 2 500 EUR bij overlijden in 2016; - 3 500 EUR bij overlijden vanaf 1 januari 2017.
Indien het overlijden van de aangeslotene voorafgegaan wordt door een vergoede periode wegens ziekte of ongeval, dan dient het overlijden plaats te vinden binnen de 5 jaren na de begindatum van de vergoede periode wegens ziekte of ongeval.
Dit bedrag wordt vermenigvuldigd met de tewerkstellingsbreuk in verhouding tot een voltijdse dienstbetrekking die in voege was op het ogenblik van het overlijden.
Dit eenmalig bedrag wordt uitgekeerd aan de begunstigde volgens de modaliteiten van het pensioenreglement van het sectorale pensioenstelsel. 4.2. Financiering van de opbouw van het aanvullend pensioen tijdens de periode voorafgaand aan het faillissement van de werkgever Ingeval de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid onvoldoende gelden kan innen voor de in het pensioenreglement voorziene pensioenopbouw, zullen die ontbrekende pensioentoelagen op de individuele pensioenrekening gestort worden en zullen de tekorten met respect van de geldende wetgeving door het solidariteitsfonds ten laste genomen worden tot ten hoogste één maand na de faillietverklaring.
Deze prestatie wordt vereffend zonder dat de aangeslotene hiertoe een aanvraag moet indienen. 4.3. Financiering van de opbouw van het aanvullend pensioen bij inkomensverlies ten gevolge van arbeidsongeschiktheid - Ingeval de aangeslotene het slachtoffer is van een arbeidsongeschiktheid met verlies van inkomen, waarvan de duurtijd minstens 130 dagen over een periode van vier opeenvolgende trimesters bedraagt, wordt een bedrag van 800 EUR gestort op de individuele pensioenrekening van de aangeslotene (bedrag van toepassing vanaf 1 januari 2024); - Indien de aangeslotene het slachtoffer is van een arbeidsongeschiktheid met verlies van inkomen, waarvan de duurtijd minstens 195 dagen over een periode van zes opeenvolgende trimesters bedraagt, wordt met ingang van 1 januari 2024 bijkomend een bedrag van 400 EUR gestort op de individuele pensioenrekening van de aangeslotene; - Indien de aangeslotene het slachtoffer is van een arbeidsongeschiktheid met verlies van inkomen, waarvan de duurtijd minstens 260 dagen over een periode van acht opeenvolgende trimesters bedraagt, wordt met ingang van 1 januari 2024 bijkomend een bedrag van 400 EUR gestort op de individuele pensioenrekening van de aangeslotene; - Indien de aangeslotene het slachtoffer is van een arbeidsongeschiktheid met verlies van inkomen, waarvan de duurtijd minstens 390 dagen over een periode van twaalf opeenvolgende trimesters bedraagt, wordt met ingang van 1 januari 2024 bijkomend een bedrag van 800 EUR gestort op de individuele pensioenrekening van de aangeslotene; - Voor pensioneringen vanaf 1 januari 2025: - wordt voor de twee kwartalen voorafgaand aan het kwartaal van pensionering het aantal dagen arbeidsongeschiktheid voor elk van deze kwartalen bepaald als het kwartaalgemiddelde van het aantal dagen arbeidsongeschiktheid over de refertekwartalen. - wordt voor het kwartaal van pensionering het aantal dagen arbeidsongeschiktheid bepaald als het kwartaalgemiddelde van het aantal dagen arbeidsongeschiktheid over de refertekwartalen, pro rata het aantal verlopen maanden in het kwartaal van pensionering voorafgaand aan de datum van pensionering (1/3, 2/3 of 3/3).
Voor overlijdens vanaf 1 januari 2025 wordt het aantal dagen arbeidsongeschiktheid voor het kwartaal van overlijden en de twee daaraan voorafgaande kwartalen bepaald op dezelfde wijze.
Voormelde bedragen zijn cumulatief en kunnen zo maximum 2 400 EUR bedragen en worden vermenigvuldigd met de tewerkstellingsgraad in verhouding tot een voltijdse dienstbetrekking die in voege was bij het begin van de arbeidsongeschiktheid.
Met ingang van 1 januari 2024 kan een aangeslotene, onder dezelfde voorwaarden, een tweede maal tijdens zijn loopbaan voormelde bedragen ontvangen voor zover er tussen het einde van de eerste periode van arbeidsongeschiktheid en het begin van de tweede periode van arbeidsongeschiktheid minstens 40 trimesters zitten en dat tijdens elk van deze trimesters minstens voor één dag effectieve prestaties werden geleverd. Het betreft effectieve prestaties opgenomen onder prestatiecode 001.
Er wordt alleen maar rekening gehouden met periodes van arbeidsongeschiktheid die een aanvang nemen ten vroegste op 1 april 2010.
Het betreft de arbeidsongeschiktheid, zoals gedekt in de codes 50, 60 en 61 van de DmfA-WAP: - code 50: ziekte (ziekte of ongeval van gemeen recht en profylactisch verlof); - code 60: arbeidsongeval; - code 61: beroepsziekte.
Deze prestaties wordt vereffend zonder dat de aangeslotene hiertoe een aanvraag moet indienen. 4.4. Financiering van de opbouw van het aanvullend pensioen bij inkomensverlies tijdens de periodes van moederschapsbescherming, borstvoedingspauze, vaderschapsverlof, geboorteverlof, adoptieverlof, pleegouderverlof, profylactisch verlof en ouderschapsverlof Tijdens de periode van moederschapsbescherming, borstvoedingspauze, vaderschapsverlof, geboorteverlof, adoptieverlof, pleegouderverlof, profylactisch verlof en ouderschapsverlof die een aanvang neemt ten vroegste op 1 juli 2020 wordt per gelijkgestelde dag aangegeven bij de RSZ een bedrag overeenstemmend met 3,06 pct. van het gemiddeld dagloon gestort op de individuele pensioenrekening van de aangeslotene.
Het betreft volgende DmfA-WAP codes: - code 051 van de DmfA-WAP (moederschapsbescherming en borstvoedingspauze); - code 052 van de DmfA-WAP (vaderschaps- of geboorteverlof, adoptieverlof en pleegouderverlof); - code 053 van de DmfA-WAP (profylactisch verlof); - code 02 van de CareerBreak datastroom (loopbaanonderbreking in het kader van ouderschapsverlof).
Voor overlijdens vanaf 1 januari 2025: - wordt voor de twee kwartalen voorafgaand aan het kwartaal van overlijden, het aantal gelijkgestelde dagen aangegeven bij de RSZ waarvoor een bedrag overeenstemmend met 3,06 pct. van het gemiddeld dagloon wordt gestort op de individuele pensioenrekening (hierna "het aantal gelijkgestelde dagen"), voor elk van deze kwartalen bepaald als het kwartaalgemiddelde van het aantal gelijkgestelde dagen over de refertekwartalen; - wordt voor het kwartaal van overlijden het aantal gelijkgestelde dagen aangegeven bij de RSZ waarvoor een bedrag overeenstemmend met 3,06 pct. van het gemiddeld dagloon wordt gestort op de individuele pensioenrekening (hierna "het aantal gelijkgestelde dagen"), bepaald als het kwartaalgemiddelde van het aantal gelijkgestelde dagen, over de refertekwartalen, pro rata het aantal verlopen maanden in het kwartaal van overlijden voorafgaand aan de datum van overlijden (1/3, 2/3 of 3/3).
Deze prestaties worden vereffend zonder dat de aangeslotene hiertoe een aanvraag moet indienen. 4.5. Financiering van de opbouw van het aanvullend pensioen bij inkomensverlies ten gevolge van tijdelijke werkloosheid Tijdens de periode van tijdelijke werkloosheid in de zin van artikel 49, 50 en 51 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomst, wordt een bedrag van 1 euro per dag tijdelijke werkloosheid gestort op de individuele pensioenrekening van de deelnemer. Het betreft de tijdelijke werkloosheid, zoals gedekt in de code 70, 71 en 72 van de DmfA-WAP. Door de uitzonderlijke maatregelen die in het kader van de COVID-19-pandemie zijn genomen, wordt dit bedrag van 1 euro tijdelijk verhoogd tot 1,5 EUR per dag tijdelijke werkloosheid wegens corona.
Dit verhoogde bedrag wordt gestort tijdens de periode van werkloosheid van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2021. Het betreft de tijdelijke werkloosheid wegens corona, zoals gedekt in de code 70 van de DmfA-WAP voor de periode januari 2020 tot en met maart 2020 en tijdelijke werkloosheid wegens corona, zoals gedekt in de code 77 van de DmfA-WAP vanaf de maand april 2020 tot en met december 2021 Voor pensioneringen vanaf 1 januari 2025: - wordt voor de twee kwartalen voorafgaand aan het kwartaal van pensionering het aantal dagen tijdelijke werkloosheid waarvoor 1 EUR wordt gestort, voor elk van deze kwartalen bepaald als het kwartaalgemiddelde van het aantal dagen tijdelijke werkloosheid waarvoor 1 EUR wordt gestort over de refertekwartalen; - wordt voor het kwartaal van pensionering het aantal dagen tijdelijke werkloosheid waarvoor 1 EUR wordt gestort, bepaald als het kwartaalgemiddelde van het aantal dagen tijdelijke werkloosheid waarvoor 1 EUR wordt gestort, over de refertekwartalen, pro rata het aantal verlopen maanden in het kwartaal van pensionering voorafgaand aan de datum van pensionering (1/3, 2/3 of 3/3), Voor overlijdens vanaf 1 januari 2025 wordt voor het kwartaal van overlijden en de twee daaraan voorafgaande kwartalen, het aantal dagen tijdelijke werkloosheid waarvoor 1 EUR wordt gestort, bepaald op dezelfde wijze. 5. Financiering van de solidariteitsprestaties De solidariteitsprestaties worden gefinancierd door een solidariteitsbijdrage die minstens gelijk is aan 4,4 pct.van de pensioentoelage die in uitvoering van het sectoraal pensioenstelsel van de inrichter verschuldigd is.
Deze solidariteitsbijdrage wordt samen met de pensioentoelage door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid geïnd en via de inrichter aan de solidariteitsinstelling overgemaakt.
De regels en de modaliteiten inzake de financiering van het sectoraal pensioenplan worden vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst.
Van 1 april 2010 tot 31 december 2011 is dit de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2010.
Voor de periode van 1 januari 2012 tot 31 maart 2014 wordt dit bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 oktober 2011 betreffende de vaststelling van de bijdrage ter financiering van het sectorale pensioenplan.
Voor de periode vanaf 1 april 2014 wordt dit bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2013 betreffende de vaststelling van de bijdrage ter financiering van het sectorale pensioenplan. 6. Gevolgen van het niet betalen van de solidariteitsbijdrage De solidariteitsinstelling zal iedere aangeslotene uiterlijk binnen de 3 maanden volgend op de datum waarop zij kennis kreeg van een betalingsachterstand, door middel van een op zijn persoonlijk adres gestuurde brief op de hoogte brengen.7. Beheer van de solidariteitsprestaties De inrichter gaat tegenover alle werkgevers en aangeslotenen de verbintenis aan alles te doen wat nodig is voor de goede uitvoering van dit solidariteitsstelsel en ter naleving van de toepasselijke reglementering. De inrichter is gemachtigd aan de solidariteitsinstelling alle inlichtingen en bewijsstukken over te maken die nodig zijn voor de goede uitvoering van dit reglement.
De aangeslotene of de begunstigde zal op eenvoudige aanvraag alle ontbrekende inlichtingen en bewijsstukken bezorgen die nodig zijn opdat de solidariteitsinstelling zijn verplichtingen tegenover de aangeslotene of zijn rechthebbenden kan uitvoeren.
Zolang zij deze inlichtingen of bewijsstukken niet overmaken, zullen de inrichter en de solidariteitsinstelling hun verplichtingen tegenover de aangeslotene en de begunstigden met betrekking de voordelen die in dit reglement beschreven worden niet kunnen uitvoeren. Er kan in dat geval geen sprake zijn van enige vorm van vergoeding of verwijlintrest voor een gebeurlijke late uitbetaling van rechten.
Indien zij deze inlichtingen of bewijsstukken niet overmaken, dan zullen de inrichter en de solidariteitsinstelling ontslagen zijn van hun verplichtingen tegenover de aangeslotene en de begunstigde met betrekking tot het voordeel dat in dit reglement beschreven wordt.
De solidariteitsinstelling dekt de aangeslotene op basis van de gegevens overgemaakt door de inrichter. De solidariteitsinstelling houdt uitsluitend rekening met de laatst meegedeelde gegevens.
De inrichter staat in voor de nauwkeurigheid van de inlichtingen en is verantwoordelijk voor de gevolgen die voortvloeien uit alle onnauwkeurige onvolledige, onjuiste of laattijdige inlichtingen, die verstrekt worden aan de solidariteitsinstelling, voor zover de werkgever de inlichtingen nauwkeurig, volledig, correct en op tijd heeft verstrekt.
De solidariteitsinstelling zal alle door de WAP en andere regelgeving opgelegde verplichtingen naleven.
Het solidariteitsfonds waaruit de solidariteitsprestaties geput worden, is een stelsel van collectieve reserve dat beheerd wordt overeenkomstig de in dit reglement gedefinieerde doelstellingen en bepalingen.
Het solidariteitsfonds behoort toe aan het geheel van de aangeslotenen. Indien een werkgever of werknemer om één of andere reden ophoudt deel uit te maken van het toepassingsgebied van dit solidariteitsreglement, kan hij op geen enkele wijze aanspraak maken op de tegoeden van het solidariteitsfonds.
Het solidariteitsfonds en de solidariteitsprestaties worden beheerd in overeenstemming met de bepalingen van de ter zake geldende wetgeving.
Daartoe zal de solidariteitsinstelling de rekeningen van het solidariteitsfonds afzonderlijk van de andere activiteiten beheren.
De inkomsten van de rekeningen van het solidariteitsfonds kunnen bestaan uit: - de solidariteitsbijdragen in uitvoering van dit solidariteitsreglement; - eventuele andere sommen gestort door de inrichter; - de financiële opbrengsten van de rekening(en) van het solidariteitsfonds.
De uitgaven van de rekeningen van het solidariteitsfonds kunnen bestaan uit: - de uitkering van de in dit reglement bepaalde solidariteitsprestaties; - de financiering van de premies bestemd voor de verzekering die de solidariteitsinstelling voor de in dit reglement bepaalde solidariteitsprestaties zou sluiten; - de kosten voor het beheer van de solidariteitstoezegging.
De solidariteitsinstelling stelt op het einde van ieder boekjaar een resultatenrekening op, evenals een balans met activa en passiva van het solidariteitsfonds en zendt deze stukken binnen de maand na hun goedkeuring aan de FSMA. 8. Wijziging De solidariteitsprestaties zoals die in dit reglement beschreven worden, kunnen op ieder ogenblik aangepast worden aan de beschikbare middelen met het oog op het behouden van het financiële evenwicht in overeenstemming met de wettelijke bepalingen.Te dien einde zal de inrichter het initiatief nemen onderhavig reglement aan te passen.
Een wijziging van het solidariteitsreglement wordt vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst, zoals voorzien in de ter zake geldende wetgeving.
De wijziging van de solidariteitstoezegging geeft geen aanleiding tot de vestiging van verworven rechten.
Een wijziging van de solidariteitsinstelling en de eventueel hiermee verbonden overdracht van reserves is onderworpen aan de voorwaarden zoals voorzien in de WAP. 9. Beëindiging Indien het sectorale pensioenstelsel zou stopgezet worden, zullen de reserves van het solidariteitsluik onder de aangeslotenen verdeeld worden naar rata van hun verworven reserves in het pensioenstelsel en aangewend worden als een koopsom op de individuele pensioenrekening, na aftrek van de provisies voor lopende solidariteitsprestaties en voor te voorziene kosten in verband met de opheffing van het solidariteitsstelsel. Indien dit solidariteitsreglement niet langer van toepassing is op een inrichter of een werkgever, kan die op geen enkele wijze aanspraak maken op een gedeelte van de tegoeden op de rekeningen van het solidariteitsfonds.
De beëindiging van de solidariteitstoezegging geeft geen aanleiding tot de vestiging van verworven rechten. 10. Informatie 10.1. Het solidariteitsreglement De tekst van het solidariteitsreglement wordt door de inrichter ter beschikking gesteld aan de aangeslotenen op diens eenvoudig verzoek. 10.2. Het beheersverslag De solidariteitsinstelling stelt jaarlijks een verslag over het beheer van de solidariteitstoezegging op.
De tekst van het beheersverslag wordt door de inrichter ter beschikking gesteld aan de aangeslotenen op diens eenvoudig verzoek. 11. Bescherming en verwerking van persoonsgegevens De inrichter en de solidariteitsinstelling hechten een bijzonder belang aan de bescherming van persoonsgegevens en verwerken deze conform de toepasselijke reglementering, onder meer de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG of GDPR) en de privacyverklaringen van de inrichter en de solidariteitsinstelling. Verwerkingsdoeleinden De inrichter ontvangt de persoonsgegevens van de aangeslotenen en hun rechthebbenden van de Kruispuntbank Sociale Zekerheid via de Vereniging van Sectorale Instellingen (VSI).
De inrichter deelt met het oog op het beheren en uitvoeren van het solidariteitsreglement persoonsgegevens mee aan de solidariteitsinstelling.
De inrichter en de solidariteitsinstelling verwerken de persoonsgegevens van de aangeslotenen en hun begunstigden ("de betrokkenen") met het oog op de uitvoering van dit solidariteitsreglement, met uitsluiting van elk commercieel oogmerk, en dit op basis van een wettelijke verplichting (WAP).
In deze context hebben zij allen het statuut van verwerkingsverantwoordelijke.
Daarnaast kunnen de inrichter en de solidariteitinstelling, als verwerkingsverantwoordelijke, de persoonsgegevens verwerken voor de volgende doeleinden: - het voldoen aan wettelijke en reglementaire verplichtingen zoals fiscale verplichtingen en dit op grond van een wettelijke bepaling; - het beheer van het personenbestand voor de uitkering van de solidariteitsprestaties; - de opmaak van statistieken, de detectie en preventie van misbruiken en fraude, het samenstellen van bewijzen, de beveiliging van goederen, personen, informaticanetwerken en -systemen van de verwerkingsverantwoordelijke, de optimalisatie van de processen, en dit op grond van het gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke; - adviesverlening op grond van het gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke, tenzij de betrokkene zich hiertegen verzet.
Voor het vervullen van deze doeleinden kan de verwerkingsverantwoordelijke persoonsgegevens ontvangen van de betrokkene zelf of van derden. In voorkomend geval kunnen deze verwerkingsdoeleinden gebaseerd zijn op de toestemming van de betrokkene.
Categorieën van verwerkte persoonsgegevens en mogelijke ontvangers Volgende categorieën van persoonsgegevens kunnen worden verwerkt: identificatie- en contactgegevens, financiële gegevens, persoonlijke kenmerken, beroep en betrekking, samenstelling van het gezin, gerechtelijke gegevens.
Deze gegevens kunnen worden meegedeeld aan een verwerker van de verwerkingsverantwoordelijken, aan een expert, een advocaat, een technisch adviseur, een verzekeraar.
Zij kunnen tevens worden meegedeeld aan om het even welke persoon of instantie in het kader van een wettelijke verplichting of een administratieve of rechterlijke beslissing of indien er een gerechtvaardigd belang bestaat.
Rechten van betrokkenen.
De aangeslotenen en hun begunstigden kunnen een gedateerde en ondertekende aanvraag richten tot een verwerkingsverantwoordelijke voor de uitoefening van hun recht op toegang, rechtzetting, wissing, beperking en overdracht van persoonsgegevens. Dergelijke aanvraag dient gericht te worden aan: - voor de inrichter: bereikbaar via e-mail op: privacy@fonds323.be; - voor de solidariteitsinstelling: bereikbaar via e-mail op: privacy@fonds323.be.
Meer informatie betreffende de bescherming en verwerking van persoonsgegevens is beschikbaar in de Privacyverklaring/het privacybeleid van de verwerkingsverantwoordelijken beschikbaar op hun website. 12. Geschillen en toepasselijk recht Het Belgische recht is van toepassing op dit solidariteitsreglement. Gebeurlijke geschillen tussen de partijen in verband ermee behoren tot de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 mei 2025.
De Minister van Werk, D. CLARINVAL