Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 mei 2025
gepubliceerd op 19 mei 2025

Koninklijk Besluit tot aanwijzing van een bevoegde autoriteit voor luchtvaartuigexploitanten en Unieluchthavenbeheerders zoals bedoeld in de verordening 2023/2405 van het Europees Parlement en de Raad van 18 oktober 2023 inzake het waarborgen van een gelijk speelveld voor duurzaam luchtvervoer

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2025003790
pub.
19/05/2025
prom.
11/05/2025
ELI
eli/besluit/2025/05/11/2025003790/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 MEI 2025. - Koninklijk Besluit tot aanwijzing van een bevoegde autoriteit voor luchtvaartuigexploitanten en Unieluchthavenbeheerders zoals bedoeld in de verordening (EU) 2023/2405 van het Europees Parlement en de Raad van 18 oktober 2023 inzake het waarborgen van een gelijk speelveld voor duurzaam luchtvervoer


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de verordening (EU) 2023/2405 van het Europees Parlement en de Raad van 18 oktober 2023 inzake het waarborgen van een gelijk speelveld voor duurzaam luchtvervoer (ReFuelEU Luchtvaart);

Gelet op de wet van 27 juni 1937Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1937 pub. 15/12/2021 numac 2021043109 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende herziening van de wet van 16 november 1919, betreffende de regeling der Luchtvaart. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende herziening van de wet van 16 November 1919, betreffende de regeling der Luchtvaart, artikel 5, § 1, gewijzigd bij de wet van 2 januari 2001 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen, artikel 18;

Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 20 januari 2025;

Overwegende dat dit besluit niet van regelgevende aard is in de zin van artikel 3, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; dat de afdeling Wetgeving van de Raad van State derhalve niet bevoegd is om over dit ontwerp een advies te verlenen;

Overwegende dat de verordening (EU) 2023/2405 van het Europees Parlement en de Raad van 18 oktober 2023 inzake het waarborgen van een gelijk speelveld voor duurzaam luchtvervoer ("ReFuelEU Luchtvaart"), van toepassing is vanaf 1 januari 2024; dat de artikelen 4, 5, 6, 8 en 10 evenwel pas van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2025;

Overwegende dat luidens artikel 288, tweede lid, VWEU een verordening een algemene strekking heeft en verbindend is in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk is in elke lidstaat;

Overwegende dat luidens artikel 11, eerste lid, van de ReFuelEU Luchtvaart-verordening, de lidstaten de bevoegde autoriteiten aanwijzen die verantwoordelijk zijn voor de handhaving van deze verordening en voor het opleggen van boeten aan luchtvaartuigexploitanten, aan Unieluchthavenbeheerders en aan luchtvaartbrandstofleveranciers; dat het boetesysteem nog in een ander rechtsinstrument kan worden uitgevoerd; dat het echter reeds noodzakelijk is om een bevoegde autoriteit aan te wijzen voor de werking van de artikelen vijf tot en met acht ervan;

Overwegende dat de rechtsgrond om een dergelijke bevoegde autoriteit voor enerzijds de Unieluchthavenbeheerders en anderzijds de luchtvaartuigexploitanten aan te wijzen te vinden is in artikel 5, § 1, van de wet van 27 juni 1937Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1937 pub. 15/12/2021 numac 2021043109 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende herziening van de wet van 16 november 1919, betreffende de regeling der Luchtvaart. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de regeling der Luchtvaart; dat het aanwijzen van een dergelijke bevoegde autoriteit voor luchtvaartbrandstofleveranciers in een aparte regeling zal worden getroffen;

Overwegende dat volgens het tweede lid van artikel 11 van dezelfde verordening de lidstaten ervoor zorgen dat hun bevoegde autoriteiten hun toezichts- en handhavingstaken op onpartijdige en transparante wijze uitoefenen, op een wijze die onafhankelijk is van luchtvaartuigexploitanten, luchtvaartbrandstofleveranciers en Unieluchthaven-beheerders; dat de lidstaten er ook op toezien dat hun bevoegde autoriteiten over de nodige middelen en capaciteit beschikken om de hun bij deze verordening toevertrouwde taken doelmatig en tijdig uit te voeren; dat het directoraat-generaal Luchtvaart (DGLV) van de FOD Mobiliteit en Vervoer beantwoordt aan deze vereisten;

Overwegende dat luchtvaartuigexploitanten aan het DGLV in toepassing van artikel 5 van de bovenvermelde verordening, enerzijds de verantwoording moeten indienen waarom ze voor de naleving van de toepasselijke brandstofveiligheidsvoorschriften minder dan 90 procent van de jaarlijks vereiste luchtvaartbrandstof hebben getankt, en anderzijds een verzoek kunnen indienen om een tijdelijke vrijstelling van deze tankverplichting te bekomen;

Overwegende dat in toepassing van artikel 6 van dezelfde verordening de luchtvaartuigexploitanten bij het DGLV een melding kunnen indienen bij moeilijkheden bij de toegang tot luchtvaartbrandstoffen met een minimaal percentage duurzame luchtvaartbrandstoffen op Unieluchthavens; dat in de huidige stand de volgende Belgische luchthavens "Unieluchthavens" zijn in de zin van de verordening: Brussel-Nationaal, Charleroi en Luik;

Overwegende dat de Unieluchthavenbeheerders in toepassing van artikel 7, derde lid, onder meer aan het DGLV, de voortgang van bestaande projecten rapporteren;

Overwegende dat luchtvaartexploitanten de DGLV de in artikel 8 van dezelfde verordening gespecificeerde informatie moeten verstrekken;

Op de voordracht van de Minister van Mobiliteit,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit Koninklijk Besluit wordt verstaan onder: 1° FOD Mobiliteit en Vervoer: de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer;2° DGLV: het directoraat-generaal Luchtvaart van de FOD Mobiliteit en Vervoer;3° directeur-generaal: de directeur-generaal van het DGLV;4° ReFuelEU Luchtvaart-verordening: de verordening (EU) 2023/2405 van het Europees Parlement en de Raad van 18 oktober 2023 inzake het waarborgen van een gelijk speelveld voor duurzaam luchtvervoer;5° Unieluchthavenbeheerder: de in artikel 3, tweede lid, van de ReFuelEU Luchtvaart-verordening bedoelde luchthavenbeheerder of instantie, of zoals later gewijzigd, waarvoor België in toepassing van art.11, zesde lid, verantwoordelijke lidstaat is; 6° luchtvaartuigexploitant: de in artikel 3, derde lid, van de ReFuelEU Luchtvaartverordening bedoelde persoon of eigenaar, of zoals later gewijzigd, waarvoor België in toepassing van art.11, vijfde lid, verantwoordelijke lidstaat is.

Art. 2.Het DGLV is de bevoegde autoriteit zoals bedoeld in de ReFuelEU Luchtvaartverordening voor wat betreft de luchtvaartuigexploitanten en de Unieluchthavenbeheerder.

Art. 3.De directeur-generaal of zijn gemachtigde verleent de in artikel 5 van de RefuelEU Luchtvaartverordening bedoelde tijdelijke vrijstelling.

Art. 4.De minister bevoegd voor luchtvaart is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 mei 2025.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, J.-L. CRUCKE


^