Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 mei 2009
gepubliceerd op 15 mei 2009

Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere toelaatbaarheidsvereisten voor sommige graden en functies bij de Algemene Directie van de Civiele Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2009000235
pub.
15/05/2009
prom.
11/05/2009
ELI
eli/besluit/2009/05/11/2009000235/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 MEI 2009. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere toelaatbaarheidsvereisten voor sommige graden en functies bij de Algemene Directie van de Civiele Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 tot vaststelling van de bijzondere toelaatbaarheidsvereisten voor sommige graden bij de Algemene Directie van de Civiele Bescherming van het Ministerie van Binnenlandse Zaken;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 september 2008;

Gelet op het advies van het directiecomité, gegeven op 30 september 2008;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 4 november 2008;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris van Begroting van 26 november 2008;

Gelet op het protocol nr. 2008/09 van 11 december 2008 van het sectorcomité V - Binnenlandse Zaken;

Gelet op het advies 46.128/2 van de Raad van State, gegeven op 25 maart 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Besluit :

Artikel 1.§ 1. Niemand kan binnen de operationele eenheden van de Algemene Directie van de Civiele Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken toegang krijgen tot de hierna vermelde graden, of ingedeeld worden in de hierna vermelde functiefamilies, indien hij niet slaagt in de testen inzake specifieke beroepsgeschiktheid bepaald in bijlage 1 van dit besluit : 1° technisch deskundige, gerangschikt in de functiefamilie veilgheidsinterventie;2° technisch assistent, gerangschikt in de functiefamilie operationeel assistent interventie; 3 operationeel brigadier; 4° operationeel medewerker. Het personeelslid dat tijdens zijn loopbaan geslaagd is voor de testen inzake specifieke beroepsgeschiktheid waarvan sprake in het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 tot vaststelling van de bijzondere toelaatbaarheidsvereisten voor sommige graden bij de Algemene Directie van de Civiele Bescherming van het Ministerie van Binnenlandse Zaken of in dit besluit, is ervan vrijgesteld. § 2. Niemand kan toegang krijgen tot de functie die belast is met de leiding van een operationele eenheid, indien hij niet in het bezit is van het rijbewijs B. Niemand kan toegang krijgen tot de graden en functies vermeld in § 1, indien hij niet in het bezit is van het rijbewijs C. § 3. De in de §§ 1 en 2 vermelde toelaatbaarheidsvereisten gelden in hun geheel ook voor het contractueel personeel.

Art. 2.De personeelsleden die sinds 1 januari 1991 onafgebroken in actieve dienst in continudienst tewerkgesteld zijn geweest in de operationele eenheden van de Algemene Directie van de Civiele Veiligheid, alsook de titularissen van de graad van operationeel medewerker die sinds 1 januari 1991 onafgebroken in actieve dienst in het Federaal Opleidingscentrum voor de Hulpdiensten tewerkgesteld zijn geweest, worden vrijgesteld van deelname aan de testen inzake specifieke beroepsgeschiktheid bedoeld in artikel 1, § 1, eerste lid, van dit besluit.

Art. 3.De functionele directeur van de stafdienst Personeel en Organisatie van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, of zijn gemachtigde, organiseert de testen inzake specifieke beroepsgeschiktheid bedoeld in artikel 1, § 1, eerste lid, van dit besluit. Hij stelt inzonderheid de commissie samen die belast is met de beoordeling van de geschiktheid van de kandidaten.

Art. 4.§ 1. Per procedure die toegang verleent tot de graden en functies bedoeld in artikel 1, § 1, eerste lid, kan slechts één keer deelgenomen worden aan de testen inzake specifieke beroepsgeschiktheid. § 2. De testen inzake specifieke beroepsgeschiktheid omvatten 4 proeven waaraan geen punten worden toegekend en 8 proeven waaraan in totaal 240 punten worden toegekend. De commissie bedoeld in artikel 3 bepaalt de volgorde van de proeven.

De kandidaten moeten slagen voor de proeven waaraan geen punten worden toegekend. Zij moeten voor de overige 8 proeven ten minste 60 % van het maximaal te behalen punten behalen over het geheel van deze 8 proeven alsmede 50 % voor elke proef afzonderlijk.

Art. 5.Alvorens te mogen deelnemen aan de testen inzake specifieke beroepsgeschiktheid moet de kandidaat een attest indienen zoals opgenomen als bijlage 2, waarin de behandelende geneesheer verklaart dat hij fysisch geschikt is om deel te nemen aan deze testen.

Art. 6.Het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 tot vaststelling van de bijzondere toelaatbaarheidsvereisten voor sommige graden bij de Algemene Directie van de Civiele Bescherming van het Ministerie van Binnenlandse Zaken wordt opgeheven, behalve wat de aanwerving betreft van laureaten van de vergelijkende selecties voor operationele medewerkers vóór de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 8.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 mei 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, G. DE PADT

Bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 11 mei 2009 tot vaststelling van de bijzondere toelaatbaarheidsvereisten voor sommige graden en functies bij de Algemene Directie van de Civiele Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken 1. Kracht : armen strekken De kandidaat krijgt twee pogingen met een tussentijd van maximum 15 minuten. Voorligsteun. Steunend op handen en voeten moet het lichaam een rechte lijn vormen van de schouders tot de hielen, terwijl de armen loodrecht op de grond staan. Armen 10 maal buigen en strekken. De oefening mag niet onderbroken worden en de borst moet telkens de grond lichtjes raken. 2. Kracht : armen buigen De kandidaat krijgt twee pogingen met een tussentijd van maximum 15 minuten. Met gestrekte armen aan een balk of brug hangen met de handen in supinatie, d.w.z. de duimen naar buiten. De balk of brug wordt op zo'n hoogte geplaatst dat de voeten de grond niet raken. Armen buigen en strekken. De kin moet boven de balk of brug uitkomen. Na elke armbuiging dienen de armen opnieuw in de beginpositie gebracht te worden (volledig gestrekt).

Onderstaande tabel geeft het aantal punten weer in functie van het aantal uitvoeringen : Uitvoering Punten 1 maal de kin boven de balk/brug brengen . . . . . 10 2 maal de kin boven de balk/brug brengen . . . . . 12 3 maal de kin boven de balk/brug brengen . . . . . 14 4 maal de kin boven de balk/brug brengen . . . . . 16 5 t/m 9 maal de kin boven de balk/brug brengen . . . . . 18 10 maal de kin boven de balk/brug brengen . . . . . 20 3. Evenwicht : over een balk lopen De kandidaat krijgt twee pogingen.De tweede poging moet onmiddellijk volgen op de eerste.

De kandidaat staat op een hoogte van 1,20 m op een platform van 1 m2 aan het uiteinde van een balk die 7 tot 10 cm breed is en 3,50 m lang.

Het andere uiteinde van de balk is eveneens verbonden met een platform van 1 m2. De kandidaat loopt over de balk naar het platform aan de overzijde. De proef start van zodra de kandidaat zich rechtopstaand en in evenwicht op de balk bevindt. De proef moet in minder dan 8 seconden worden afgelegd. De chronometer wordt stopgezet wanneer de kandidaat het platform aan de overzijde bereikt heeft. 4. Kracht en durf : springen in de diepte De kandidaat krijgt één poging. De kandidaat staat rechtop voor een valmat die 2 m lager ligt. De kandidaat springt 2 m diep (zonder tussensteun). 5. Kracht, snelheid en behendigheid : 4 meter touwklimmen De kandidaat krijgt twee pogingen met een tussentijd van maximum 15 minuten. De kandidaat staat bij het touw met de armen gestrekt langs het lichaam. Het startsein wordt gegeven en de kandidaat klimt 4 m hoog in minder dan 15 seconden.

Onderstaande tabel geeft het aantal punten weer in functie van de tijd : Tijd Punten < 15 s . . . . . 10 < 14 s . . . . . 12 < 13 s . . . . . 14 < 12 s . . . . . 16 < 11 s . . . . . 18 < 10 s . . . . . 20 6. Durf en snelheid : beklimmen en afdalen van een luchtladder van 20 meter De kandidaat krijgt twee pogingen met een tussentijd van maximum 15 minuten. De kandidaat staat aan de voet van de 20 m hoge luchtladder die een helling heeft van 70° en nergens tegen steunt, noch gedraaid is naar een muur of een gevel. De kandidaat beklimt de luchtladder en daalt deze terug af. De tijd om terug te keren tot de uitgangshouding wordt gechronometreerd. Deze proef moet in minder dan 1 minuut 45 seconden afgelegd worden. Aandachtspunt : bij deze proef moeten de veiligheidsnormen worden nageleefd.

Onderstaande tabel geeft het aantal punten weer in functie van de tijd : Tijd Punten < 1 min 45 sec . . . . . 20 < 1 min 41 sec . . . . . 24 < 1 min 37 sec . . . . . 28 < 1 min 33 sec . . . . . 32 < 1 min 29 sec . . . . . 36 < 1 min 25 sec . . . . . 40 7. Kracht, snelheid en behendigheid : dragen van een mannequin over een afstand van 50 meter De kandidaat krijgt twee pogingen met een tussentijd van maximum 30 minuten. De kandidaat tilt een mannequin op bij een arm en een been (hulpgreep). De start wordt gegeven als de kandidaat de mannequin heeft opgetild. De kandidaat draagt de mannequin over een afstand van 50 m in minder dan 22 seconden. Het gewicht van de mannequin is afhankelijk van het gewicht van de kandidaat. Kandidaten die minder wegen dan 60 kg dragen een mannequin van 60 kg. Kandidaten die minder wegen dan 70 kg dragen een mannequin van 70 kg. De overige kandidaten dragen een mannequin van 80 kg.

Onderstaande tabel geeft het aantal punten weer in functie van de tijd : Tijd Punten < 22 s . . . . . 10 < 21 s . . . . . 12 < 18 s . . . . . 14 < 17 s . . . . . 16 < 16 s . . . . . 18 < 15 s . . . . . 20 8. Kracht : verspringen uit stand De kandidaat krijgt twee pogingen met een tussentijd van maximum 5 minuten. De kandidaat staat achter de afstootlijn met de voeten lichtjes gespreid en de voetpunten juist achter de lijn. De kandidaat stoot krachtig af, springt minimum 1,75 m ver en landt op beide voeten zonder achteruit te vallen. 9. Zwemmen De kandidaat krijgt één poging. De kandidaat moet zonder onderbreking 50 m zwemmen in minder dan 2 minuten.

Onderstaande tabel geeft het aantal punten weer in functie van de tijd : Tijd Punten < 2 min . . . . . 10 < 1 min 45 sec . . . . . 12 < 1 min 30 sec . . . . . 14 < 1 min 15 sec . . . . . 16 < 1 min . . . . . 18 < 45 sec . . . . . 20 10. Uithouding : lopen De kandidaat krijgt één poging. De kandidaat moet 2 400 m afleggen in minder dan 12 minuten.

Onderstaande tabel geeft het aantal punten weer in functie van de tijd : Tijd Punten < 12 min . . . . . 30 < 11 min 30 sec . . . . . 35 < 11 min . . . . . 40 < 10 min 30 sec . . . . . 50 < 10 min . . . . . 60 11. Kracht en snelheid : steptest met belasting De kandidaat krijgt één poging. De kandidaat staat voor een trede van 40 cm hoog, met een zandzak van 20 kg in de armen. De kandidaat moet de trede 20 maal op- en afstappen in minder dan 1 minuut.

Onderstaande tabel geeft het aantal punten weer in functie van de tijd : Tijd Punten < 1 min . . . . . 10 < 58 sec . . . . . 12 < 56 sec . . . . . 14 < 54 sec . . . . . 16 < 52 sec . . . . . 18 < 50 sec . . . . . 20 12. Claustrofobie-en oriëntatietest De kandidaat krijgt één poging. De kandidaat dient in minder dan 10 minuten tijd een gestandaardiseerd parcours af te leggen, geblinddoekt en met een filtermasker op.

Onderstaande tabel geeft het aantal punten weer in functie van de tijd : Tijd Punten < 10 min . . . . . 20 < 9 min 18 sec . . . . . 24 < 8 min 36 sec . . . . . 28 < 7 min 54 sec . . . . . 32 < 7 min 12 sec . . . . . 36 < 6 min 30 sec . . . . . 40 Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 11 mei 2009 tot vaststelling van de bijzondere toelaatbaarheidsvereisten voor sommige graden en functies bij de Algemene Directie van de Civiele Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, G. DE PADT

Bijlage 2 bij het koninklijk besluit van 11 mei 2009 tot vaststelling van de bijzondere toelaatbaarheidsvereisten voor sommige graden en functies bij de Algemene Directie van de Civiele Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken De ondergetekende . . . . ., doctor in de geneeskunde, wonende . . . . ., . . . . ., ingeschreven op de tabellen van de Orde der geneesheren van de provincie . . . . ., onder nr. . . . . ., verklaart heden ondervraagd en onderzocht te hebben : de heer/mevrouw (1) . . . . ., geboren . . . . ., te . . . . ., wonende . . . . ., . . . . ., identiteitskaart nr. . . . . . .

Uit deze anamnese en dit onderzoek blijkt dat de heer/mevrouw (1) geschikt/ongeschikt (1) is om deel te nemen aan de testen inzake specifieke beroepsgeschiktheid zoals bedoeld in bijlage 1 van het koninklijk besluit van 11 mei 2009 tot vaststelling van de bijzondere toelaatbaarheidsvereisten voor sommige graden en functies bij de Algemene Directie van de Civiele Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken. (1) Het overbodige doorhalen. Datum : . . . . .

Handtekening : . . . . .

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 11 mei 2009 tot vaststelling van de bijzondere toelaatbaarheidsvereisten voor sommige graden en functies bij de Algemene Directie van de Civiele Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, G. DE PADT

^